Water

Convenant Warmterotonde warmtetransportnet Zuid-Holland

operationeel-grondwaterbeleid

 

Zoek naar de woorden: drinkwater, bodemenergie;

De zuiveringsprocessen

 

Het water dat bij u uit de kraan komt, maken wij uit drie verschillende bronnen: oppervlaktewater, geïnfiltreerd duinwater en grondwater. In onze zuiveringen maken we hier via een uitgebreid proces van zuiveringsstappen betrouwbaar drinkwater van.

 

Source:

 

 

Toelichting hoogwaardige en laagwaardige doelen
Voor de productie van drinkwater en overig water voor menselijke consumptie (waarbij het water in
direct contact komt met voedsel of drinken bedoeld voor menselijke consumptie) moet de kwaliteit
van het grondwater aan hoge eisen voldoen: dit worden hoogwaardige doelen genoemd.
Ook het grondwatergebruik (begieten, beregenen, bedruppelen) in de kapitaalintensieve teelten
(tuinbouw, glastuinbouw, boomteelt, fruitteelt) wordt als hoogwaardig doel gezien (zie hiervoor de
verdringingsreeks water).
Voor andere doelen kan vaak worden volstaan met water van mindere kwaliteit. In dat geval wordt
gesproken van laagwaardige doelen, hetgeen niet betekent dat er helemaal geen eisen zijn aan de
kwaliteit van het water. Te denken valt aan, beregening van grasland, proceswater, spoelwater,
productwater, koelwater, bluswater, sanitair-water, water voor autowasstraten en chemische
wasserijen.

 

3. Ondergronds beluchten van grondwater door drinkwaterbedrijven”

1 Inleiding

Ondergronds beluchten is een techniek, waarbij belucht grondwater in het winpakket wordt
geïnfiltreerd om het daar aanwezige grondwater minder zuurstofarm te maken voordat het
gewonnen en gezuiverd wordt. Het wordt toegepast bij grondwaterwinningen in de
veenweidegebieden. Door afbraak van het veen heeft dit grondwater een relatief hoog
ammoniumgehalte en is het zuurstofarm. De zuurstof wordt al ondergronds toegevoegd, om te
voorkomen dat tijdens het bovengrondse biologische zuiveringsproces de omzetting van het in het
grondwater aanwezige ammonium vroegtijdig stopt, omdat het zuiveringsslib zijn werk niet meer
doet bij gebrek aan zuurstof in het te zuiveren grondwater.
De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor een goede drinkwatervoorziening in Zuid-Holland,
maar – als grondwater- en bodembeheerder – ook voor de bescherming van bodem en grondwater
tegenverontreiniging. Op de lange termijn mogen er geen negatieve gevolgen van ondergronds
beluchten in de bodem en het grondwater ontstaan. Dit betekent dat de gehalten van gevaarlijke of
verontreinigende stoffen in het grondwater en de bodem niet uit mogen komen boven de daarvoor
geldende normen in de bodem en het grondwater.
Aangezien door ondergronds beluchten de (zeer lage) concentraties van enkele gevaarlijke of
verontreinigende stoffen (met name nikkel en arseen) in de bodem of het grondwater kunnen
toenemen, is regelmatige monitoring van de concentraties van deze stoffen noodzakelijk. Hiervoor
zijn - aanvullend op de ervaringen met de twee voor dit ontwerpbeleidskader uitgevoerde pilots -
enkele voorwaarden opgenomen.

3.2Voorwaarden bij vergunningaanvraag

De provincie Zuid-Holland staat ondergronds beluchten van grondwater bij onttrekkingen van
grondwater voor de drinkwaterbereiding toe onder de volgende voorwaarden:
a) ondergrondse beluchting is uitsluitend bedoeld voor de zuivering van grondwater voor de
drinkwaterbereiding;
b) een aanvrager van een vergunning voor ondergronds beluchten toont voldoende aan dat de
aanwezige concentraties van ammonium bij normale zuivering van grondwater voor de
drinkwaterbereiding tot problemen leiden;
c) er zijn geen negatieve effecten op de bodem- en grondwaterkwaliteit op langere termijn te
verwachten (nulmeting);
d) er is een adequaat monitoringplan dat tijdig overschrijdingen van normen voor gevaarlijke of
verontreinigende stoffen (waaronder tenminste nikkel en arseen) in de bodem en het
grondwater signaleert. Dit plan dient verder de resultaten te bevatten van een (nul-)meting van
de gehalten ijzer, nikkel en arseen en mogelijke andere verontreinigende of gevaarlijke stoffen
die in de bodem en het grondwater op de diepte van de voorgenomen ondergrondse beluchting
voorkomen;
e) tijdige melding van toename van de concentraties van gevaarlijke en verontreinigende stoffen in
de bodem en grondwater aan het college van GS van Zuid-Holland;
f) melding van overschrijding van normen voor gevaarlijke en verontreinigende stoffen aan het
college van GS van Zuid-Holland binnen 24 uur na constatering daarvan;

10
g) bij overschrijding van vergunningsvoorwaarden worden door de vergunninghouder direct
maatregelen getroffen om het effect van de overschrijding zo veel mogelijk te beperken en zo
snel mogelijk wel weer te kunnen voldoen aan deze voorwaarden.
Als de vergunninghouder zich niet houdt aan de voorgeschreven vergunningsvoorwaarden of als
blijkt dat genomen maatregelen om de effecten daarvan te beperken onvoldoende blijken te werken
kunnen GS besluiten de ondergrondse beluchting stil te leggen. Dit kan geëffectueerd worden tot er
een adequaat maatregelenpakket is dat wel zal kunnen leiden tot het voldoen aan de
vergunningsvoorwaarden. Als dat niet mogelijk blijkt of na uitvoering daarvan niet leidt tot het
alsnog voldoen aan de vergunningsvoorwaarden, kan GS besluiten tot definitieve intrekking van de
vergunning voor ondergronds beluchten.

 

Bodemenergieplan

Om de ondergrond optimaal te benutten kunnen gemeenten en grote terreineigenaren zoals
universiteiten een bodemenergieplan (laten) opstellen. Hierin wordt vooraf nagedacht over de
ordening tussen de verschillende bodem energiesystemen en andere functies zoals zoetwateropslag
en drinkwaterwinning.

 

 

6.

2 Het uitvoeren van boringen

De provincie hecht belang aan het zorgvuldig uitvoeren van boringen, maar heeft wettelijk geen
instrument om af te dwingen dat alle boringen op een bepaalde manier worden uitgevoerd.
Het beleid richt zich op onderstaande punten, die achtereenvolgens worden toegelicht:
- grondwaterbeschermingsgebieden specifiek te reserveren voor onttrekkingen ten behoeve
van de drinkwaterwinning, waardoor boringen in deze gebieden zijn verboden;
- binnen de provinciale bevoegdheid toe te zien op plaatsing en na beëindiging van de
activiteit (gedeeltelijke) verwijdering en afdichting van putten en peilbuizen.

Plaatsen en afsluiten van putleidingen
De provincie hecht er waarde aan dat boringen worden uitgevoerd door hiervoor gecertificeerde
bedrijven. De provincie zal de aanvragers, via de Omgevingsdienst, hierop wijzen. Binnen haar
bevoegdheid zal de provincie erop toezien dat de uitvoering van boringen en dat bij het verlaten van
putten en peilbuizen deze volgens de geldende richtlijnen worden afgesloten.
Zie bijvoorbeeld: https://www.sikb.nl/bodembeheer/mechanisch-boren/richtlijnen ).