FEaST of trumpets / YOM TERUAH

 feest der bazuizen

 

Waarschuwing: 

Ik ben nog steeds niet zeker van alle juiste datums van de feestdagen, het is en blijft een zoekwerk voor mij en anderen.

M.a.w. er kunnen fouten in staan

 

Het geluid van de Shofar....

Source:

http://www.shalomgemeente.nl/images/Sounds/shofar%203%20tunes.mp3

 

Leviticus 23:

24 Speak unto the children of Israel, saying, In the seventh month, in the first day of the month, shall ye have a sabbath, a memorial of blowing of trumpets, an holy convocation.

 

Numbers 10:

2 Make thee two trumpets of silver; of a whole piece shalt thou make them: that thou mayest use themfor the calling of the assembly, and for the journeying of the camps.

 

Numbers 10:

8 And the sons of Aaron, the priests, shall blow with the trumpets; and they shall be to you for an ordinance for ever throughout your generations.

9 And if ye go to war in your land against the enemy that oppresseth you, then ye shall blow an alarm with the trumpets; and ye shall be remembered before the LORD your God, and ye shall be saved from your enemies.

10 Also in the day of your gladness, and in your solemn days, and in the beginnings of your months, ye shall blow with the trumpets over your burnt offerings, and over the sacrifices of your peace offerings; that they may be to you for a memorial before your God: I am the LORD your God.

 

Numbers 29:

1 And in the seventh month, on the first day of the month, ye shall have an holy convocation; ye shall do no servile work: it is a day of blowing the trumpets unto you.

 

The Mo'edim: Yom Teruah - 119 Ministries

Source:

https://youtu.be/Qim-fz3ZCGQ

It's Yom Teruah, NOT Rosh Hashanah!

 

Number 15:

13 All that are born of the country shall do these things after this manner, in offering an offering made by fire, of a sweet savour unto the Lord.
14 And if a stranger sojourn with you, or whosoever be among you in your generations, and will offer an offering made by fire, of a sweet savour unto the Lord; as ye do, so he shall do.
15 One ordinance shall be both for you of the congregation, and also for the stranger that sojourneth with you, an ordinance for ever in your generations: as ye are, so shall the stranger be before the Lord.
16 One law and one manner shall be for you, and for the stranger that sojourneth with you.

 

 

 

Psalm 81:
3 Blow up the trumpet in the new moon, in the time appointed, on our solemn feast day.

For this was a statute for Israel, and a law of the God of Jacob.

 

Joel 2:

15 Blow the trumpet in Zion, sanctify a fast, call a solemn assembly:

 

(Num 29:1–6 )

Leviticus 23:
23 And the LORD spake unto Moses, saying,
24 Speak unto the children of Israel, saying, In the seventh month, in the first day of the month, shall ye have a sabbath, a memorial of blowing of trumpets, an holy convocation.

25 Ye shall do no servile work therein: but ye shall offer an offering made by fire unto the LORD.

 

Numbers 29:

1 And in the seventh month, on the first day of the month, ye shall have an holy convocation; ye shall do no servile work: it is a day of blowing the trumpets unto you.

2 And ye shall offer a burnt offering for a sweet savour unto the LORD; one young bullock, one ram, and seven lambs of the first year without blemish:

3 And their meat offering shall be of flour mingled with oil, three tenth deals for a bullock, and two tenth deals for a ram,

4 And one tenth deal for one lamb, throughout the seven lambs:

5 And one kid of the goats for a sin offering, to make an atonement for you:

6 Beside the burnt offering of the month, and his meat offering, and the daily burnt offering, and his meat offering, and their drink offerings, according unto their manner, for a sweet savour, a sacrifice made by fire unto the LORD

 

Shofar: Sound of the Shofar - Amazing Shofar Blast -

Trump - High Quality -

 

Source:

https://youtu.be/nYgNFHA22Ws

Shofar Sound High Quality Download


Dit feest begint op 18 september 2020 in de ochtend X  Yom HaShofar

 

Een dag van vasten

 

Joel 2:
15 Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit.

Het is een rustdag en je mag blazen op de ramshoorn (een luid geluid maken).

 

Leviticus 23:24:"In de zevende maand, op de eerste der maand, zult gij een rustdag hebben, aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst"

 

Met de zevende nieuwemaansdag, Yom haSjofar (dag van de Bazuin), beginnen in de Bijbelse cyclus de ‘ontzagwekkende dagen’, dagen van inkeer, die tien dagen later hun hoogtepunt vinden met Yom Kippoer (Grote Verzoendag). Het blazen op de bazuin heeft in de Bijbel steeds te maken met de verhouding van de mens tot G'd. Niet voor niets werd juist deze dag ‘Rosj HaSjana’ (hoofd van het jaar, het Joods Nieuwjaar). God zelf spreekt er als het ware doorheen. Numeri 10 vertelt ons hoe er op de bazuin moest worden geblazen en waarvoor. Met betrekking tot Yom Teroe’a (dag van geklank) zoals deze dag ook wel heet, kent de Joodse traditie de volgende geluiden  :

Een langgerekte blaastoon (Teki’a) bepaalt het volk bij het koningschap van G'd. ‘Het geluid van de bazuin werd gaandeweg zeer sterk.’ toen God verscheen op de Sinai (Exodus 19:19). Psalm 150:3 roept op: ‘Looft Hem met bazuingeschal’.

Drie middelmatig lange klagende geluiden (Sjewariem) verklanken het roepen van het volk naar God. Mensen staan voor de Almachtige zoals ze zijn.

Negen korte stoten (Teroe’a) hebben een alarmfunctie, die opwekken uit geestelijke sluimer. Blaast de bazuin op Sion en maakt alarm op mijn heilige berg! Dat alle inwoners des lands sidderen, want de dag van de Eeuwige komt.’  Joel 2:1.

Dan wordt ook vrijheid afgekondigd, het jubeljaar (Leviticus 25:9-10). ‘Hij heeft mij gezonden om ... uit te roepen een jaar van het welbehagen van de Eeuwige en een dag der wrake van onze God.’  Jesaja 61:1-2

En het zal te dien dage geschieden, dat er op een grote bazuin geblazen zal worden, en zij die verloren waren in het land Assur en die verdreven waren in het land Egypte, zullen komen en zich nederbuigen voor de Eeuwige op de heilige berg te Jerusalem.’   Jesaja 27:13. Deze bazuin klinkt nu G'd brengt de Israëlieten uit de volken terug!!!.


 

Financial Collapse of the US 13 Sept 2015 (29 Elul)
ALERT! PROOF The Biggest EVENT in History is About to Happen!!! (zie bij 11:27 min en zie bij 9:33 min)
Zonsverduistering op 13 september 2015 en Will Obama come to Moscow for V-Day 2015 to roll Putin?
(9 mei 2015 V Day Moscow)
The 2015 Moscow Victory Day Parade, is an upcoming parade that will take place in Red Square in Moscow on 9 May 2015 to commemorate the 70th anniversary of the capitulation of Nazi Germany in 1945. 2015 The Economic Collapse The Harbinger Bible Prophecy

 

 

Feest der Bazuinen/Rosh HaShanna:

(Numeri 10)
10 Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in uw gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen, en over uw dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God!
 
(Leviticus 23)

23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:

24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.

25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren.
 

(Exodus 19)

Mozes op den berg Sinaï

13 Geen hand zal hem aanroeren, maar hij zal zekerlijk gestenigd, of zekerlijk doorschoten worden; hetzij een beest, hetzij een man, hij zal niet leven. Als de ramshoorn langzaam gaat, zullen zij op den berg klimmen.

14 Toen ging Mozes van den berg af tot het volk, en hij heiligde het volk; en zij wiesen hun klederen.

15 En hij zeide tot het volk: Weest gereed tegen den derden dag, en nadert niet tot de vrouw.

16 En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was.

17 En Mozes leidde het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden aan het onderste des bergs.

18 En de ganse berg Sinaï rookte, omdat de HEERE (YHVH) op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer.

19 Toen het geluid der bazuin gaande was, en zeer sterk werd, sprak Mozes; en God antwoordde hem met een stem.

20 Als de HEERE (YHWH) nedergekomen was op den berg Sinaï, op de spits des bergs, zo riep de HEERE (YHWH) Mozes op de spits des bergs; en Mozes klom op.

(Psalmen 150)

Alles wat adem heeft, love den HEERE !

Hallelujah! Looft God in Zijn heiligdom; looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte!

Looft Hem vanwege Zijn mogendheden; looft Hem naar de menigvuldigheid Zijner grootheid!

3 Looft Hem met geklank der bazuin; looft Hem met de luit en met de harp!

Looft Hem met de trommel en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel!

Looft Hem met hel klinkende cimbalen; looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid!

Alles, wat adem heeft, love den HEERE! Hallelujah!

Numeri 29

De offers in de zevende maand

Desgelijks in de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het zal u een dag des geklanks zijn.

Dan zult gij een brandoffer, ten liefelijken reuk, den HEERE bereiden: een jongen var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren;

En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot den var, twee tienden tot den ram.

En een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe;

En een geitenbok ten zondoffer, om over ulieden verzoening te doen;

Behalve het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen, naar hun wijze, ten liefelijken reuk, ten vuuroffer den HEERE.

En op den tienden dezer zevende maand zult gij een heilige samenroeping hebben, en gij zult uw zielen verootmoedigen; geen werk zult gij doen;

Maar gij zult brandoffer, ten liefelijken reuk, den HEERE offeren: een jongen var, een ram, zeven eenjarige lammeren; volkomen zullen zij u zijn.

En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot den var, twee tienden tot den enen ram;

10 Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe;

11 Een geitenbok ten zondoffer, behalve het zondoffer der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

12 Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren.

13 En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn;

14 En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, tot die dertien varren toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen;

15 En tot elk een tiende tot een lam, tot die veertien lammeren toe;

16 En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

17 Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

18 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

19 En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

20 En op den derden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

21 En hun spijsofferen, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

22 En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

23 Verder op den vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

24 Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

25 En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

26 En op den vijfden dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige lammeren;

27 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

28 En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

29 Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

30 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

31 En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankofferen.

32 En op den zevenden dag: zeven varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

33 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar hun wijze;

34 En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

35 Op den achtsten dag zult gij een verbodsdag hebben; geen dienstwerk zult gij doen.

36 En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE; een var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren;

37 Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot den var, tot den ram, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

38 En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

39 Deze dingen zult gij den HEERE doen op uw gezette hoogtijden; behalve uw geloften, en uw vrijwillige offeren, met uw brandofferen, en met uw spijsofferen, en met uw drankofferen, en met uw dankofferen.

40 En Mozes sprak tot de kinderen Israëls naar al wat de HEERE Mozes geboden had.

Joël 2

De dag des HEEREN komt

Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.

Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten.

Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve.

De gedaante deszelven is als de gedaante van paarden, en als ruiters zo zullen zij lopen.

Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is.

Van deszelfs aangezicht zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten zullen betrekken als een pot.

Als helden zullen zij lopen, als krijgslieden zullen zij de muren beklimmen; en zij zullen daarhenen trekken, een iegelijk in zijn wegen, en zullen hun paden niet verdraaien.

Ook zullen zij de een den ander niet dringen; zij zullen daarhenen trekken elk in zijn baan; en al vielen zij op een geweer, zij zouden niet verwond worden.

Zij zullen in de stad omlopen, zij zullen lopen op de muren, zij zullen klimmen in de huizen; zij zullen door de vensteren inkomen als een dief.

10 De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in.

11 En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?

12 Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.

13 En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.

14 Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE, uw God.

15 Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit.

16 Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar slaapkamer.

17 Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE (YHWH)! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God?

Zefánja 1

De dag des HEEREN

14 De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen.

15 Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid;

16 Een dag der bazuin en des geklanks tegen de vaste steden en tegen de hoge hoeken.

17 En Ik zal de mensen bang maken, dat zij zullen gaan als de blinden; want zij hebben tegen den HEERE gezondigd; en hun bloed zal vergoten worden als stof, en hun vlees zal worden als drek.
   18 Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden ten dage der verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij zal een voleinding maken, gewisselijk, een haastige, met al de inwoners dezes lands. 
 

Leviticus 25

Daarna zult gij in de zevende maand, op den tienden der maand, de bazuin des geklanks doen doorgaan; op den verzoendag zult gij de bazuin doen doorgaan in uw ganse land.

Openbaring 1

10 En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,

11 Zeggende: Ik ben de Alfa en de Oméga, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, 

Jesaja 27

Verzameling van Israël

In het toekomende zal Jakob wortelen schieten, Israël zal bloeien en groeien; en zij zullen de wereld met inkomsten vervullen.

Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden?

Met mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds.

Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaars maken zal als verstrooide kalkstenen, de bossen en de zonnebeelden zullen niet bestaan.

10 Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden, gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden.

11 Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen.

12 En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE (YHWH) dorsen zal, van den stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden zult opgelezen worden, een bij een, o gij kinderen Israëls!

13 En het zal te dien dage geschieden, dat er met een grote bazuin geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur verloren zijn, en de heengedrevenen in het land van Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen berg te Jeruzalem.

 

De twee zilveren trompetten
 

 (Numeri 10)

Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk zult gij ze maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers.

Als zij met dezelve blazen zullen, dan zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst.

Maar als zij met de éne zullen blazendan zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israël.

Als gij met een gebroken geklank blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd zijn, optrekken.

Maar als gij ten tweeden male met een gebroken geklank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren, optrekken; met een gebroken geklank zullen zij blazen tot hun optochten.

Maar in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, doch geen gebroken geklank maken.

En de zonen van Aäron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten.

En wanneer gijlieden in uw land ten strijde zult trekken tegen den vijand, die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken; zo zal uwer gedacht worden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en gij zult van uw vijanden verlost worden.

10 Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in uw gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen, en over uw dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God!

  
De Joden hebben deze dag tot Nieuwjaar verklaart, maar dat klopt niet, YHWH heeft dit nooit verkondigt het is wel het feest der Bazuinen.

ראש השנה = Rosh HaShanna = Nieuwjaar (Bijbels is dat in maart)

De sjofár
De sjofar () is een hoorn van een ram of geit, evt. van een berggeit, antilope of gazelle, waar een soort muziek­instrument van gemaakt is. Het woord sjofar is doorgaans vertaald met ‘bazuin’.
In de Bijbel gaat het over de bazuin o.a. in: Ex. 19:16.19, 20:18 (toen de Here zich openbaarde en zijn wet gaf op de Sinaï), Lev. 25:9v (bazuingeschal kondigt het jubeljaar aan), Num. 29:1 (nieuwjaar, rosj hasjana, heet hier jom teróea, ‘dag des geklanks’), Joz. 6 
(het bazuingeschal rond Jericho), Hosea 5:8, Joël 2:1, Amos 3:6 (als een alarm-roep), Zef. 1:16, 1 Kor. 14:8 (als oorlogsgeluid en oproep tot strijd), Ps. 47:6, 98:6, 150:3, 1 Kron. 15:28 (naast andere muziekinstrumenten), 1 Kor. 15:52, 1 Tess. 4:16 
(aankondiging van de Dag des Heren), Opb. 8, 9, 11:15 (zeven engelen blazen op de bazuin).

De sjofar wordt door de joden gebruikt bij bijzondere gelegenheden (zo werd de sjofar geblazen in de 6-daagse oorlog, bij de ‘Klaagmuur’, toen de oude Stad veroverd was), en jaarlijks op en rond rosj hasjana (naar Lev. 23:24, z.b.).

Het ‘bazuingeschal’ roept dan op tot bezinning en tot denken aan het oordeel dat komt:

Ontwaakt, gij slapers, uit uw slaap,
gij die sluimert uit uw sluimering!
Onderzoekt uw daden en keert boetvaardig om!
Gedenkt uw Schepper!

Er wordt op verschillende manieren geblazen:

teki’a = één lange toon, langgerekte stoot, oproep tot bezinning
sjewariem = stotterende toon, 3 korte stoten, oproep tot vernietiging van het kwaad
teroe’a = serie korte tonen, verbrokkelde stoot, symboliseert vernietiging van het kwaad
teki’a (nog eens) = langgerekte stoot: weest waakzaam!
Klik op (deze link) om één van bovenstaande woorden om het geluid te horen!


Yom Teruah

De Dag van de Bazuinen is een van de zeven dagen in het jaar waarop er een heilige samenkomst moest zijn (Leviticus 23). Dit is uitgegroeid tot het Feest der Bazuinen op de 1e dag van de 7e maand, als teken dat de Grote Verzoendag naderbij komt. Dit feest is tevens het joodse nieuwjaarsfeest, of Rosh Hashana. Leviticus 23 geeft niet precies aan waarom dit een gedenkdag is. (Dit is verkeerd er staat in de bijbel Leviticus 23:5 dat dit niet de eerste dag van het jaar is, maar de maand waarin het pascha wordt gevierd) Velen geloven dat God op deze dag is begonnen met de schepping. Maar ook dat God een ram aanbood toen Abraham zijn zoon Izaäk moest offeren (Genesis 22). 
In de synagoges wordt op deze dag de geschiedenis van Abraham gelezen: Abraham als vader van alle gelovigen!

Deze feestdag begint met nieuwe maan, als teken van omkering of nieuw begin. Alle andere feestdagen beginnen met volle maan, halverwege de maand. De Dag der Bazuinen wordt ook wel genoemd de Dag van Gericht of Dag van Herinnering. Hierdoor komt de terugkeer tot God (tesjoeva) centraal te staan in het denken van het volk. Op deze dag wordt er op de Sjofar geblazen, een vreugdevol geluid gemaakt voor de Heer, de Koning (Psalm 98:6). Ná deze Dag der Bazuinen volgen tien dagen tot Grote Verzoendag.

Deze dagen van inkeer zijn de dagen van zelfonderzoek (chesbon hanefesj). De ontzagwekkende dagen (jamiem noraiem) worden desondanks vreugdevol gevierd, met vertrouwen naar de toekomst. Door zelfonderzoek wordt het eigen falen onder ogen gezien, zonder angst voor uitstoting uit de gemeen-schap. Men realiseert zich dat de gemeenschap pas functioneert wanneer een ieder zijn plaats inneemt.

 

Leviticus 23:

24 Speak unto the children of Israel, saying, In the seventh month, in the first day of the month, shall ye have a sabbath, a memorial of blowing of trumpets, an holy convocation.

 

Numbers 10:

2 Make thee two trumpets of silver; of a whole piece shalt thou make them: that thou mayest use themfor the calling of the assembly, and for the journeying of the camps.

 

Numbers 10:

8 And the sons of Aaron, the priests, shall blow with the trumpets; and they shall be to you for an ordinance for ever throughout your generations.

9 And if ye go to war in your land against the enemy that oppresseth you, then ye shall blow an alarm with the trumpets; and ye shall be remembered before the LORD your God, and ye shall be saved from your enemies.

10 Also in the day of your gladness, and in your solemn days, and in the beginnings of your months, ye shall blow with the trumpets over your burnt offerings, and over the sacrifices of your peace offerings; that they may be to you for a memorial before your God: I am the LORD your God.

 

Numbers 29:

1 And in the seventh month, on the first day of the month, ye shall have an holy convocation; ye shall do no servile work: it is a day of blowing the trumpets unto you.

 

 Num 31:6

And Moses sent them to the war, a thousand of every tribe, them and Phinehas the son of Eleazar the priest, to the war, with the holy instruments, and the trumpets to blow in his hand.

 

 Jos 6:4

And seven priests shall bear before the ark seven trumpets of rams' horns: and the seventh day ye shall compass the city seven times, and the priests shall blow with the trumpets.

 

 Jos 6:6

And Joshua the son of Nun called the priests, and said unto them, Take up the ark of the covenant, and let seven priests bear seventrumpets of rams' horns before the ark of the LORD.

 

 Jos 6:8

And it came to pass, when Joshua had spoken unto the people, that the seven priests bearing the seven trumpets of rams' horns passed on before the LORD, and blew with the trumpets: and the ark of the covenant of the LORD followed them.

 

 Jos 6:9

And the armed men went before the priests that blew with thetrumpets, and the rereward came after the ark, the priests going on, and blowing with the trumpets.

 

 Jos 6:13

And seven priests bearing seven trumpets of rams' horns before the ark of the LORD went on continually, and blew with thetrumpets: and the armed men went before them; but the rereward came after the ark of the LORD, the priests going on, and blowing with the trumpets.

 

 Jos 6:16

And it came to pass at the seventh time, when the priests blew with the trumpets, Joshua said unto the people, Shout; for the LORD hath given you the city.

 

 Jos 6:20

So the people shouted when the priests blew with the trumpets: and it came to pass, when the people heard the sound of the trumpet, and the people shouted with a great shout, that the wall fell down flat, so that the people went up into the city, every man straight before him, and they took the city.

 

Jdg 7:8

So the people took victuals in their hand, and their trumpets: and he sent all the rest of Israel every man unto his tent, and retained those three hundred men: and the host of Midian was beneath him in the valley.

 

Jdg 7:18

When I blow with a trumpet, I and all that are with me, then blow ye the trumpets also on every side of all the camp, and say, The sword of the LORD, and of Gideon.

 

Jdg 7:19

So Gideon, and the hundred men that were with him, came unto the outside of the camp in the beginning of the middle watch; and they had but newly set the watch: and they blew the trumpets, and brake the pitchers that were in their hands.

 

Jdg 7:20

And the three companies blew the trumpets, and brake the pitchers, and held the lamps in their left hands, and the trumpetsin their right hands to blow withal: and they cried, The sword of the LORD, and of Gideon.

 

Jdg 7:22

And the three hundred blew the trumpets, and the LORD set every man's sword against his fellow, even throughout all the host: and the host fled to Bethshittah in Zererath, and to the border of Abelmeholah, unto Tabbath.

 

2Ki 9:13

Then they hasted, and took every man his garment, and put itunder him on the top of the stairs, and blew with trumpets, saying, Jehu is king.

 

2Ki 11:14

And when she looked, behold, the king stood by a pillar, as the manner was, and the princes and the trumpeters by the king, and all the people of the land rejoiced, and blew with trumpets: and Athaliah rent her clothes, and cried, Treason, Treason.

 

2Ki 12:13

Howbeit there were not made for the house of the LORD bowls of silver, snuffers, basons, trumpets, any vessels of gold, or vessels of silver, of the money that was brought into the house of the LORD:

 

1Ch 13:8

And David and all Israel played before God with all their might, and with singing, and with harps, and with psalteries, and with timbrels, and with cymbals, and with trumpets.

 

1Ch 15:24

And Shebaniah, and Jehoshaphat, and Nethaneel, and Amasai, and Zechariah, and Benaiah, and Eliezer, the priests, did blow with the trumpets before the ark of God: and Obededom and Jehiah were doorkeepers for the ark.

 

1Ch 15:28

Thus all Israel brought up the ark of the covenant of the LORD with shouting, and with sound of the cornet, and with trumpets, and with cymbals, making a noise with psalteries and harps.

 

1Ch 16:6

Benaiah also and Jahaziel the priests with trumpets continually before the ark of the covenant of God.

 

1Ch 16:42

And with them Heman and Jeduthun with trumpets and cymbals for those that should make a sound, and with musical instruments of God. And the sons of Jeduthun were porters.

 

2Ch 5:12

Also the Levites which were the singers, all of them of Asaph, of Heman, of Jeduthun, with their sons and their brethren, beingarrayed in white linen, having cymbals and psalteries and harps, stood at the east end of the altar, and with them an hundred and twenty priests sounding with trumpets:)

 

2Ch 5:13

It came even to pass, as the trumpeters and singers were as one, to make one sound to be heard in praising and thanking the LORD; and when they lifted up their voice with the trumpets and cymbals and instruments of musick, and praised the LORD,saying, For he is good; for his mercy endureth for ever: that thenthe house was filled with a cloud, even the house of the LORD;

 

2Ch 7:6

And the priests waited on their offices: the Levites also with instruments of musick of the LORD, which David the king had made to praise the LORD, because his mercy endureth for ever, when David praised by their ministry; and the priests soundedtrumpets before them, and all Israel stood.

 

2Ch 13:12

And, behold, God himself is with us for our captain, and his priests with sounding trumpets to cry alarm against you. O children of Israel, fight ye not against the LORD God of your fathers; for ye shall not prosper.

 

2Ch 13:14

And when Judah looked back, behold, the battle was before and behind: and they cried unto the LORD, and the priests sounded with the trumpets.

 

2Ch 15:14

And they sware unto the LORD with a loud voice, and with shouting, and with trumpets, and with cornets.

 

2Ch 20:28

And they came to Jerusalem with psalteries and harps andtrumpets unto the house of the LORD.

 

2Ch 23:13

And she looked, and, behold, the king stood at his pillar at the entering in, and the princes and the trumpets by the king: and all the people of the land rejoiced, and sounded with trumpets, also the singers with instruments of musick, and such as taught to sing praise. Then Athaliah rent her clothes, and said, Treason, Treason.

 

2Ch 29:26

And the Levites stood with the instruments of David, and the priests with the trumpets.

 

2Ch 29:27

And Hezekiah commanded to offer the burnt offering upon the altar. And when the burnt offering began, the song of the LORD began also with the trumpets, and with the instruments ordainedby David king of Israel.

 

Ezr 3:10

And when the builders laid the foundation of the temple of the LORD, they set the priests in their apparel with trumpets, and the Levites the sons of Asaph with cymbals, to praise the LORD, after the ordinance of David king of Israel.

 

Neh 12:35

And certain of the priests' sons with trumpetsnamely, Zechariah the son of Jonathan, the son of Shemaiah, the son of Mattaniah, the son of Michaiah, the son of Zaccur, the son of Asaph:

 

Neh 12:41

And the priests; Eliakim, Maaseiah, Miniamin, Michaiah, Elioenai, Zechariah, and Hananiah, with trumpets;

 

Job 39:25

He saith among the trumpets, Ha, ha; and he smelleth the battle afar off, the thunder of the captains, and the shouting.

 

Psa 98:6

With trumpets and sound of cornet make a joyful noise before the LORD, the King.

 

Rev 8:2

And I saw the seven angels which stood before God; and to them were given seven trumpets.

 

Rev 8:6

And the seven angels which had the seven trumpets prepared themselves to sound.

 

The Creator's Calendar

Israel zijn niet alleen de Joden (stam van JUDA)

Er zijn twee groepen christenen en Joden (Juda) samen 1 (The people of the book, volgens de Moslims)

Die twee groepen vormen samen Israel.

 

 

Leviticus 23

23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:

24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.

25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren.

26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

27 Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren.

28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods.

29 Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken.

30 Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.

31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.

32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.

33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:

34 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den HEERE zijn.

35 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen.

36 Zeven dagen zult gij den HEERE vuurofferen offeren; op den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben, en zult den HEERE vuuroffer offeren; het is een verbodsdag; gij zult geen dienstwerk doen.

37 Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankofferen, elk dagelijks op zijn dag, te offeren;

38 Behalve de sabbatten des HEEREN (YHWH), en behalve uw gaven, en behalve al uw geloften, en behalve al uw vrijwillige offeren, welke gij den HEERE geven zult.

39 Doch op den vijftienden dag der zevenden maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vierenop den eersten dag zal er rust zijn, en op den achtsten dag zal er rust zijn.

40 En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.

41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.

42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israël zullen in loofhutten wonen;

43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!

44 Alzo heeft Mozes de gezette hoogtijden des HEEREN (YHWH) tot de kinderen Israëls uitgesproken.

 

Numbers 10:
4 And if they blow but with one trumpet, then the princes, which are heads of the thousands of Israel, shall gather themselves unto thee.

 

Judges 7:
18 When I blow with a trumpet, I and all that are with me, then blow ye the trumpets also on every side of all the camp, and say, The sword of the LORD, and of Gideon.

 

1 Kings 1:
34 And let Zadok the priest and Nathan the prophet anoint him there king over Israel: and blow ye with the trumpet, and say, God save king Solomon.

 

Psalms 81:
3 Blow up the trumpet in the new moon, in the time appointed, on our solemn feast day.

 

Jeremiah 4:
5 Declare ye in Judah, and publish in Jerusalem; and say, Blow ye the trumpet in the land: cry, gather together, and say, Assemble yourselves, and let us go into the defenced cities.

 

Jeremiah 6:
1 O ye children of Benjamin, gather yourselves to flee out of the midst of Jerusalem, and blow the trumpet in Tekoa, and set up a sign of fire in Bethhaccerem: for evil appeareth out of the north, and great destruction.

 

Jeremiah 51:
27 Set ye up a standard in the land, blow the trumpet among the nations, prepare the nations against her, call together against her the kingdoms of Ararat, Minni, and Ashchenaz; appoint a captain against her; cause the horses to come up as the rough caterpillers.

 

Ezekiel 33:
3 If when he seeth the sword come upon the land, he blow the trumpet, and warn the people;
6 But if the watchman see the sword come, and blow not the trumpet, and the people be not warned; if the sword come, and take any person from among them, he is taken away in his iniquity; but his blood will I require at the watchman's hand.

 

Hosea 5:
8 Blow ye the cornet in Gibeah, and the trumpet in Ramah: cry aloud at Bethaven, after thee, O Benjamin.

 

Joel 2:
1 Blow ye the trumpet in Zion, and sound an alarm in my holy mountain: let all the inhabitants of the land tremble: for the day of the LORD cometh, for it is nigh at hand;

15 Blow the trumpet in Zion, sanctify a fast, call a solemn assembly:

 

Zecheriah 9:
14 And the LORD shall be seen over them, and his arrow shall go forth as the lightning: and the Lord GOD shall blow the trumpet, and shall go with whirlwinds of the south.