WELKOM / THIS SITE IS ALWAYS UNDER CONSTRUCTION
Lees de Bijbelteksten/het Woord van YHWH op deze site.
(Alle profetieën moet je altijd met de schriften vergelijken want er zijn een hoop valse profeten en leraren)
Live bijbelstudie op de website van The Hebraic Roots Network.
Door de technische limitatie van de SiteBuilder krijg ik momenteel niet alles goed in beeld op mijn site mijn excuses hiervoor hier wordt aan gewerkt.
Nog even geduld dan komt mijn vernieuwde website. (26 juli 2016)
Vernieuwing website wordt uitgesteld daar het momenteel weer werkt. (10 september 2016)
Openbaring 1
3 Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij.
Genesis 2
7 En de HEERE (יְהֹוָה Jehovah = "the existing One") God (אֱלֹהִים rulers, judges, divine ones) had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem (רוּחַ ruwach, wind, breath (of air), mind, spirit/(Heilige) geest) des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.
Adem heel diep in en blaas dan uit. Luister goed naar wat je zegt. DAT is ZIJN NAAM.
Adam: אֲדָמָה 'adamah, earth substance (for building or constructing), ground, land
אָדָם 'Adam, man, mankind, human being, first man, to be red, red
אִשָּׁה woman, wife, female
חַוָּה (Chavvah) Eve = "life" or "living", the first woman, wife of Adam
חָוָה (Piel) to tell, declare, show, make known, (CLBL) to breath
Leviticus 17
11 Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen; want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen.
Het bloed van Yahushua doet vergeving van zonden geven aan den mens. Daarin zit het leven en zonder Yahushua is er geen leven. En niemand komt tot Yahuweh komen zonder tussenkomst van Yahushua.
Je erft de zonden van Adam in het bloed van je voorvaderen. De moeder geeft geen bloed aan haar kinderen door dat doet het zaad van de man.
Vandaar dat Maria (Mary or Miriam = "their rebellion") de moeder van Yahushua onbevlekt (rein) ontvangen moest zijn en het sperma (ZAAD/het WOORD) van Yahuweh (het leven) moest ontvangen om zo de mens weer tot Hem te kunnen laten komen. Door Yahushua REIN BLOED kunnen wij weer tot Yahuweh naderen.
Jeremia 3
25 Wij liggen in onze schaamte, en onze schande overdekt ons, want wij hebben tegen den HEERE, onzen God, gezondigd, wij en onze vaderen, van onze jeugd aan tot op dezen dag; en wij zijn der stem des HEEREN, onzes Gods, niet gehoorzaam geweest.
Genesis 3
15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
Messiah’s identity found in Genesis 3:15?
The Wheat & The Tares; The Seed of the Serpent vs The Seed of Adam
Serpent Seed - The New Nephilim Are No Longer Giants
Why Does the Bible Mention Unicorns!?
Mattheus 13
36 Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.
37 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;
38 En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen;
39 En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.
40 Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld.
41 De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen;
42 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden.
43 Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore.
44 Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen, en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.
45 Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone paarlen zoekt;
46 Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve.
47 Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt;
48 Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan den oever optrekken, en nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg.
49 Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden;
50 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
51 En Jezus zeide tot hen: Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!
52 En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde (Kenners en onderzoekers van de Joodse heilige geschriften, ook wetgeleerden genoemd), in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.
RIP (7 juni 1958 - 21 april 2016)
Op 21 april 2016 is Prince Rogers Nelson overleden/vermoord. Ik was vroeger een Prince volger/fan ik vond zijn muziek leuk/mooi (niet altijd de teksten). Ik heb hem persoonlijk ontmoet met hem gedanst en gesproken en was jaren bevriend met een ex vriendin van Prince. Ik weet dat hij altijd fris en lekker ruikte naar Parfum. Mijn ex (Miko Weaver) waarmee ik samen een dochter heb werkte ooit samen met Prince van 1983 tot 1990. Waarom denk ik dat Prince vermoord is, door de leugens in de reguliere media. Wat je ook zal horen over hem hij gebruikte geen drugs, drank of alcohol. Bovendien was hij gelovig. Welk geloof hij ook volgde hij was niet zoals wij bekeerd en zat bij de jehova's getuige waarvan wij weten dat zij ook satanisch zijn, maar dat wist Prince waarschijnlijk niet omdat hij net als bijna alle mensen op deze aardbodem in de maling is genomen door satan. Ik volgde Prince al 24 jaar niet meer, maar hij is en blijft de beste muzikant/zanger/componist/songschrijver ooit.
Miko Weaver met Prince
Zie link voor meer informatie:
- Zie ook: MARITA/NOSTRADAMUS 2012
(Ik weet natuurlijk niet of deze informatie (van deze link/pagina) juist is en bovendien bestaat er altijd een mogelijkheid dat de illuminatie/NWO hun eigen plannen op deze manier zelf verspreid hebben en dit laatste is eigenlijk mijn mening).
- Dumitru Duduman- America Will Burn In 1 Hour(Prophetic Warning To America Mystery Babylon The Great)
Luister vanaf 1uur 13 minuten Luister naar de droom uitlegging Openbaring 12:17 wordt hierin ook vermeld. - 1973 Prophecy David Wilkerson The Vision HD (Copy)
David heeft het over Rusland tegen USA dit is er nu aan de hand anno oktober 2016. - COMPLETE VIDEO English Subtitles Rabbi Rami Levy 15 Year Old Natan Testimony About End of Days
Kijk vanaf 27 minuten Nathan (means=giver in Hebrew) heeft het hier ook over Zach 14 (Mount of Olives) net als Dumitri Dudeman.
Gog is Barack Hussein Obama en begint deze Wereld oorlog 3. Hij is tot 20 jan 2017 nog President dus ik verwacht voor die tijd dat hij ermee begint. - The Harbinger - Rabbi Cahn (2006), Full Version (Jonathan Cahn)
Obama wordt hierin ook vermeld zie daarvoor naar deze link hieronder de eerst 11 minuten. - ALERT! PROOF The Biggest EVENT in History is About to Happen!!! (zie bij 11:27 min en zie bij 9:33 min)
Lees een bewerking hiervan op mijn andere pagina op deze site zie link: - Hier mijn aanvulling ervan:
"I just found out on 9th okt 2016 about the 2300 DAYS in Daniel 8:14
20-01-2009 - 29-04-2015 = 2300 days
Obama starts office and Johnathan Cahn on Capitol Hill.
(Jonathan Cahn on Capitol Hill to leaders & members of Congress talking about the harbingers and repentence)
(Author of The Harbinger http://www.theharbinger-jonathancahn.com/)
Daniel 8:14
And he said unto me, Unto two thousand and three hundred days; then shall the sanctuary be cleansed." - January 20, 2009 + 1290 days = August 2, 2012
January 20, 2009 + 1335 days = September 16, 2012
THE FEAST OF TRUMPETS!!!
Jeremia 23:
1 Wee den herderen, die de schapen Mijner weide ombrengen en verstrooien! spreekt de HEERE.
2 Daarom zegt de HEERE, de God Israëls, alzo van de herderen, die Mijn volk weiden: Gijlieden hebt Mijn schapen verstrooid, en hebt ze verdreven, en hebt ze niet bezocht; ziet, Ik zal over u bezoeken de boosheid uwer handelingen, spreekt de HEERE.
3 En Ik zal het overblijfsel Mijner schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen tot hun kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen.
4 En Ik zal herderen over hen verwekken, die ze weiden zullen; en zij zullen niet meer vrezen, noch verschrikt worden, noch gemist worden, spreekt de HEERE.
5 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit (Yahushua) zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde.
6 In Zijn dagen zal Juda verlost worden, en Israël zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.
7 Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij niet meer zullen zeggen: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls uit Egypteland heeft opgevoerd.
8 Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad van het huis Israëls heeft opgevoerd, en Die het aangebracht heeft uit het land van het noorden, en uit al de landen, waarheen Ik ze gedreven had! want zij zullen wonen in hun land.
9 Aangaande de profeten. Mijn hart wordt in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen bewegen zich; ik ben als een dronken man, en als een man, dien de wijn te boven gaat; vanwege den HEERE, en vanwege de woorden Zijner heiligheid.
10 Want het land is vol overspelers, want het land treurt vanwege den vloek, de weiden der woestijn verdorren, omdat hun loop boos is, en hun macht niet recht.
11 Want beiden profeten en priesters zijn huichelaars; zelfs in Mijn huis vind Ik hun boosheid, spreekt de HEERE.
12 Daarom zal hun weg hun zijn als zeer gladde plaatsen in de donkerheid; zij zullen aangedreven worden en daarin vallen; want Ik zal een kwaad over hen brengen in het jaar hunner bezoeking, spreekt de HEERE.
13 Ik heb wel ongerijmdheid gezien in de profeten van Samaria, die door Baäl, profeteerden, en Mijn volk Israël verleidden.
14 Maar in de profeten van Jeruzalem zie Ik afschuwelijkheid; zij bedrijven overspel, en gaan om met valsheid, en sterken de handen der boosdoeners, opdat zij zich niet bekeren, een iegelijk van zijn boosheid; zij allen zijn Mij als Sodom, en haar inwoners als Gomorra.
15 Daarom zegt de HEERE der heirscharen van deze profeten alzo: Ziet, Ik zal hen met alsem spijzigen, en met gallewater drenken; want van Jeruzalems profeten is de huichelarij uitgegaan in het ganse land.
16 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Hoort niet naar de woorden der profeten, die u profeteren; zij maken u ijdel; zij spreken het gezicht huns harten, niet uit des HEEREN mond.
17 Zij zeggen steeds tot degenen, die Mij lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden zult vrede hebben; en tot al wie naar zijns harten goeddunken wandelt, zeggen zij: Ulieden zal geen kwaad overkomen.
18 Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord gezien of gehoord? Wie heeft Zijn woord aangemerkt en gehoord?
19 Ziet, een onweder des HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan, ja, een pijnlijk onweder, het zal blijven op der goddelozen hoofd.
20 Des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult gij met verstand daarop letten.
Jeremia 24:
5 Zo zegt de HEERE, de God Israëls: Gelijk die goede vijgen, alzo zal Ik kennen de gevankelijk weggevoerden van Juda, die Ik uit deze plaats naar het land der Chaldeeën heb weggeschikt, ten goede.
6 En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken.
7 En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.
8 En gelijk de boze vijgen, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, den koning van Juda, mitsgaders zijn vorsten, en het overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven, en die in Egypteland wonen;
9 En Ik zal hen overgeven tot een beroering ten kwade, allen koninkrijken der aarde; tot smaadheid, en tot een spreekwoord, tot een spotrede, en tot een vloek, in al de plaatsen, waarhenen Ik hen gedreven zal hebben;
10 En Ik zal onder hen zenden het zwaard, den honger en de pestilentie, totdat zij verteerd zullen zijn uit het land, dat Ik hun en hun vaderen gegeven had.
Jeremia 25"
27 Gij zult dan tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Drinkt, en wordt dronken, en spuwt, en valt neder, dat gij niet weder opstaat, vanwege het zwaard, dat Ik onder u zal zenden.
28 En het zal geschieden, wanneer zij weigeren zullen den beker van uw hand te nemen om te drinken, dat gij tot hen zeggen zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij zult zekerlijk drinken!
29 Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te plagen, en zoudt gij enigszins onschuldig gehouden worden? Gij zult niet onschuldig worden gehouden; want Ik roep het zwaard over alle inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen.
30 Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.
31 Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE.
32 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er uit van volk tot volk. en een groot onweder zal er verwekt worden van de zijden der aarde.
33 En de verslagenen des HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; zij zullen niet beklaagd, noch opgenomen, noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn.
34 Huilt, gij herders! en schreeuwt, en wentelt u in de as, gij heerlijken van de kudde! want uw dagen zijn vervuld, dat men slachten zal, en van uw verstrooiingen, dan zult gij vervallen als een kostelijk vat.
35 En de vlucht zal vergaan van de herders, en de ontkoming van de heerlijken der kudde.
36 Er zal zijn een stem des geroeps der herderen, en een gehuil der heerlijken van de kudde, omdat de HEERE hun weide verstoort.
37 Want de landouwen des vredes zullen uitgeroeid worden, vanwege de hittigheid des toorns des HEEREN.
38 Hij heeft, als een jonge leeuw, Zijn hutte verlaten; want hunlieder land is geworden tot een verwoesting, vanwege de hittigheid des verdrukkers, ja, vanwege de hittigheid Zijns toorns.
Jeremia 29:
4 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls, tot allen, die gevankelijk zijn weggevoerd, die Ik gevankelijk heb doen wegvoeren van Jeruzalem naar Babel:
5 Bouwt huizen en woont daarin, en plant hoven en eet de vrucht daarvan;
6 Neemt vrouwen, en gewint zonen en dochteren, en neemt vrouwen voor uw zonen, en geeft uw dochteren aan mannen, dat zij zonen en dochteren baren; en wordt aldaar vermenigvuldigd, en wordt niet verminderd.
7 En zoekt den vrede der stad, waarhenen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot den HEERE; want in haar vrede zult gij vrede hebben.
8 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Laat uw profeten en uw waarzeggers, die in het midden van u zijn, u niet bedriegen, en hoort niet naar uw dromers, die gij doet dromen.
9 Want zij profeteren u valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt de HEERE.
10 Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze plaats.
11 Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting.
12 Dan zult gij Mij aanroepen, en henengaan, en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen.
13 En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart.
14 En Ik zal van ulieden gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis wenden, en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, waarhenen Ik u gedreven heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren.
15 Omdat gij zegt: de HEERE heeft ons profeten naar Babel verwekt;
16 Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, die op Davids troon zit, en van al het volk, dat in deze stad woont, te weten, uw broederen, die met u niet zijn uitgegaan in de gevangenis;
17 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal het zwaard, den honger en de pestilentie onder hen zenden; en Ik zal ze maken als de afschuwelijke vijgen, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden.
18 En Ik zal ze achterna jagen met het zwaard, met den honger en met de pestilentie; en Ik zal ze overgeven tot een beroering, allen koninkrijken der aarde, tot een vloek, en tot een schrik, en tot een aanfluiting, en tot een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven zal hebben;
19 Omdat zij naar Mijn woorden niet gehoord hebben, spreekt de HEERE, als Ik Mijn knechten, de profeten, tot hen zond, vroeg op zijnde en zendende; maar gijlieden hebt niet gehoord, spreekt de HEERE.
20 Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, die gevankelijk zijt weggevoerd, die Ik van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden!
Jeremia 30:
1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende:
2 Zo spreekt de HEERE, de God Israëls, zeggende: Schrijf u al de woorden, die Ik tot u gesproken heb, in een boek.
3 Want zie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik de gevangenis van Mijn volk, Israël en Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen in het land, dat Ik hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het erfelijk bezitten.
4 En dit zijn de woorden, die de HEERE gesproken heeft van Israël en van Juda.
5 Want zo zegt de HEERE: Wij horen een stem der verschrikking; er is vrees en geen vrede.
6 Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom zie Ik dan eens iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende vrouw, en alle aangezichten veranderd in bleekheid?
7 O wee! want die dag is zo groot, dat zijns gelijke niet geweest is; en het is een tijd van benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden.
8 Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen.
9 Maar zij zullen dienen den HEERE, hun God, en hun koning David, dien Ik hun verwekken zal.
10 Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israël! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke.
11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden.
12 Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw plage is smartelijk.
13 Er is niemand, die uw zaak oordeelt, aangaande het gezwel; gij hebt geen heelpleisters.
14 Al uw liefhebbers hebben u vergeten, zij vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen met eens vijands plage, met de kastijding eens wreden; om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn.
15 Wat krijt gij over uw breuk, dat uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan.
16 Daarom, allen, die u opeten, zullen opgegeten worden, en al uw wederpartijders, zij allen zullen gaan in gevangenis; en die u beroven, zullen ter beroving zijn, en allen, die u plunderen, zal Ik ter plundering overgeven.
17 Want Ik zal u de gezondheid doen rijzen, en u van uw plagen genezen, spreekt de HEERE; omdat zij u noemen: De verdrevene. Het is Sion, zeggen zij; niemand vraagt naar haar.
18 Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis der tenten Jakobs wenden, en Mij over hun woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden op haar hoop, en het paleis zal liggen naar zijn wijze.
19 En van hen zal dankzegging uitgaan, en een stem der spelenden; en Ik zal hen vermeerderen, en zij zullen niet verminderd worden, en Ik zal hen verheerlijken, en zij zullen niet gering worden.
20 En zijn zonen zullen zijn als eertijds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht bevestigd worden; en Ik zal bezoeking doen over al zijn onderdrukkers.
21 En zijn Heerlijke zal uit hem zijn, en zijn Heerser uit het midden van hem voortkomen; en Ik zal hem doen naderen, en hij zal tot Mij genaken; want wie is hij, die met zijn hart borg worde, om tot Mij te genaken? spreekt de HEERE.
22 En gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn.
23 Ziet, een onweder des HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan, een aanhoudend onweder; het zal blijven op het hoofd der goddelozen.
24 De hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult gij daarop letten.
(Zie ook de rest van Jeremia)
Daniel 12:
1 En te dier tijd zal Michaël (Michael = "who is like God") opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek.
2 En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing.
3 De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk.
4 En gij, Daniël! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden.
5 En ik, Daniël, zag, en ziet, er stonden twee anderen, de een aan deze zijde van den oever der rivier, en de ander aan gene zijde van den oever der rivier.
6 En hij zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen zal wezen?
7 En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden.
8 Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen?
9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde.
10 Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.
11 En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel (World Trade Centre) zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen (1290).
12 Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen (1335).
13 Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen.
Zacharia 14:
1 Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem!
2 Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden.
3 En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds.
4 En Zijn (Yahushua) voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden. (Zie Nathan 15 jarig Joodse jongen 2015)
5 Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; dan zal de HEERE, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o HEERE!
6 En het zal te dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijk licht, en de dikke duisternis.
7 Maar het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen.
8 Ook zal het te dien dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen, de helft van die naar de oostzee, en de helft van die naar de achterste zee aan; zij zullen des zomers en des winters zijn.
9 En de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
10 Dit ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem; en zij zal verhoogd en bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot aan de Hoekpoort toe; en van den toren van Hananeel, tot aan des konings wijnbakken toe.
11 En zij zullen daarin wonen, en er zal geen verbanning meer zijn; want Jeruzalem zal zeker wonen.
12 En dit zal de plage zijn, waarmede de HEERE al de volken plagen zal, die tegen Jeruzalem krijg gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, daar hij op zijn voeten staat, doen uitteren; en een iegelijks ogen zullen uitteren in hun holen; een eens iegelijks tong zal in hun mond uitteren.
13 Ook zal het te dien dage geschieden, dat er een groot gedruis van den HEERE onder hen zal wezen, zodat zij een ieder zijns naasten hand zullen aangrijpen, een eens ieders hand zal tegen de hand zijns naasten opgaan.
14 En ook zal Juda te Jeruzalem strijden; en het vermogen aller heidenen rondom zal verzameld worden, goud en zilver, en klederen in grote menigte.
15 Alzo zal ook de plage der paarden, der muildieren, der kemelen, en der ezelen, en aller beesten zijn, die in diezelve heirlegers geweest zullen zijn, gelijk gener plage geweest is.
16 En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten.
17 En het zal geschieden, zo wie van de geslachten der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, om den Koning, den HEERE der heirscharen, te aanbidden, zo zal er over henlieden geen regen wezen.
18 En indien het geslacht der Egyptenaren, over dewelke de regen niet is, niet zal optrekken noch komen, zo zal die plage over hen zijn, met dewelke de HEERE die heidenen plagen zal, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten.
19 Dit zal de zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten.
20 Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: De HEILIGHEID DES HEEREN. En de potten in het huis des HEEREN zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar;
21 Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen den HEERE der heirscharen heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve koken; en er zal geen Kanaäniet meer zijn, in het huis des HEEREN der heirscharen, te dien dage.
Marcus 13:
1 En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester, zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen!
2 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
3 En als Hij gezeten was op den Olijfberg, tegen den tempel over, vraagden Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen:
4 Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn? En welk is het teken, wanneer deze dingen allen voleindigd zullen worden?
5 En Jezus, hun antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide.
6 Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zullen velen verleiden.
7 En wanneer gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen, zo wordt niet verschrikt; want dit moet geschieden; maar nog is het einde niet.
8 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen, en er zullen hongersnoden wezen, en beroerten. Deze dingen zijn maar beginselen der smarten.
9 Maar ziet gij voor uzelven toe; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult geslagen worden, en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden, om Mijnentwil, hun tot een getuigenis.
10 En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken.
11 Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige Geest.
12 En de ene broeder zal den anderen overleveren tot den dood, en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden.
13 En gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
14 Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan door den profeet Daniël gesproken is, (Obama Stalen balk in de World Trace Centre NY op 2 augustus 2012) staande waar het niet behoort, (die het leest, die merke daarop!) alsdan, die in Judea zijn, dat zij vlieden op de bergen.
15 En die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis weg te nemen.
16 En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn kleed te nemen.
17 Maar wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen!
18 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters.
19 Want die dagen zullen zulke verdrukking zijn, welker gelijke niet geweest is van het begin der schepselen, die God geschapen heeft, tot nu toe, en ook niet zijn zal.
20 En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort.
21 En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet.
22 Want er zullen valse christussen, en valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen.
23 Maar gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd!
24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven.
25 En de sterren des hemels zullen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen zijn, zullen bewogen worden.
26 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid.
27 En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels.
28 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis; wanneer nu zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.
29 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het nabij, voor de deur is.
30 Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
31 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan; maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
33 Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.
34 Gelijk een mens, buiten 's lands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken;
35 Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond);
36 Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde.
37 En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.
Daniel 8:
3 En ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond voor dien vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de andere, en de hoogste kwam in het laatste op.
4 Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan, en er was niemand, die uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot.
5 Toen ik dit overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het westen over den gansen aardbodem, en roerde de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijken hoorn tussen zijn ogen.
6 En hij kwam tot den ram, die de twee hoornen had, dien ik had zien staan voor den vloed; en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht.
7 En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.
8 En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels.
9 En uit een van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd, tegen het zuiden, en tegen het oosten, en tegen het sierlijke land.
10 En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.
11 Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen.
12 En het heir werd in den afval overgegeven tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed het, en het gelukte wel.
13 Daarna hoorde ik een heilige spreken; en de heilige zeide tot den onbenoemde, die daar sprak: Tot hoelang zal dat gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden afval zijn, dat zo het heiligdom als het heir ter vertreding zal overgegeven worden?
14 En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens (2300); dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.
15 En het geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniël, zo zocht ik het verstand deszelven, en ziet, er stond voor mij als de gedaante eens mans.
16 En ik hoorde tussen Ulai eens mensen stem, die riep en zeide: Gabriël! geef dezen het gezicht te verstaan.
17 En hij kwam nevens waar ik stond; en als hij kwam, verschrikte ik, en viel op mijn aangezicht. Toen zeide hij tot mij: Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot den tijd van het einde.
18 Als hij nu met mij sprak, viel ik in een diepen slaap op mijn aangezicht ter aarde; toen roerde hij mij aan, en hij stelde mij op mijn standplaats.
19 En hij zeide: Zie, ik zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten einde dezer gramschap; want ter bestemder tijd zal het einde zijn.
20 De ram met de twee hoornen, dien gij gezien hebt, zijn de koningen der Meden en der Perzen.
21 Die harige bok nu, is de koning van Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning.
22 Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij verbroken was; vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, doch niet met zijn kracht.
(Rusland, USA, Engeland en Europa)
23 Doch op het laatste huns koninkrijks, als het de afvalligen op het hoogste gebracht zullen hebben, zo zal er een koning staan, stijf van aangezicht, en raadselen verstaande;
24 En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven;
25 En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten (Yahushua), doch hij zal zonder hand verbroken worden. (Zie Nathan 15 jarig Joodse jongen 2015)
26 Het gezicht nu van avond en morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe.
Daniel 7
3 And four great beasts came up from the sea, diverse one from another.
17 These great beasts, which are four, are four kings, which shall arise out of the earth.
Periode duurt 1.260 dagen
ofwel 180 weken
ofwel 41 maanden
ofwel 3 jaren
2 augustus 2012 tot 14-01-2016
42 maanden (3.5 jaren)
20 Januari 2009 tot 2-2-2016
Ezechiel 39:
1 Voorts, gij mensenkind! profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Gog (Obama), hoofdvorst van Mesech en Tubal (Turkey)!
2 En Ik zal u omwenden, en een zeshaak in u slaan, en u optrekken uit de zijden van het noorden, en Ik zal u brengen op de bergen Israëls.
3 Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan, en Ik zal uw pijlen uit uw rechterhand doen vallen.
4 Op de bergen Israëls zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.
5 Op het open veld zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE.
6 En Ik zal een vuur zenden in Magog (Turkey), en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
7 En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israël bekend maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, de Heilige in Israël.
8 Ziet, het komt en zal geschieden, spreekt de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken heb.
9 En de inwoners der steden Israëls zullen uitgaan, en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daarvan vuur stoken zeven jaren;
10 Zodat zij geen hout uit het veld zullen dragen, noch uit de wouden houwen, maar van de wapenen vuur stoken; en zij zullen beroven degenen, die hen beroofd hadden, en plunderen, die hen geplunderd hadden, spreekt de Heere HEERE.
11 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik aan Gog )(Obama) aldaar een grafstede in Israël zal geven, het dal der doorgangers naar het oosten der zee; en datzelve zal den doorgangers den neus stoppen; en aldaar zullen zij begraven Gog en zijn ganse menigte, en zullen het noemen: Het dal van Gogs menigte.
THE TIME OF DARKNESS BEGINS SEPT 24, 2015
THE GREAT FALLING AWAY, THE COMING OF THE STRONG DELUSION
3 Blood Moons In 3 Nights Over Israel! - Remnant House
Near-death experience of 15 Years old that saw Heaven, Hell and the End of times prophecies
Rabbi Rami Levy & 15 year Old Natan English Subtitles - Testimony About The End of Days Coming Soon
Jewish Teen Sees Israel's Future
Boy Awakens From Death With Frightening Warning From God-Get Prepared Now!
STUNNING DISCOVERY!!! 4000 Year Old Artifact IDENTIFIES ALLAH as LUCIFER, the BEAST & More ASTOUNDIN
Jewish Teen Sees Israel's Future
15 Year-Old Secular Jewish Boy Nathan's Vision of WWIII on Blood Moon: Gog Magog Future of Israel
Prophetic News: 3 Months to the End...
A Holy Remnant - David Wilkerson
Was Prince ? By Illuminati Record Execs ? - Full Documentary - Alex Jones
ESV Audio Widget
Bible Hub
Biblestudytools.
Handelingen /Acts 4
26 De koningen van de aarde zijn aangetreden en de heersers spannen samen tegen de Heer (YHWH) en zijn gezalfde (Yeshua).
26 The kings of the earth stood up, and the rulers were gathered together against the Lord (YHWH), and against his Christ Yeshua.
Johannes 6
44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.
1 Johannes 2
27 En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven.
Psalmen 118
8 Het is beter tot den HEERE (YHWH) toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.
9 Het is beter tot den HEERE (YHWH) toevlucht te nemen, dan op prinsen (Obama/Willem Alexander) te vertrouwen.
Handelingen 5
29 Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden: Men moet God (YHWH) meer gehoorzaam zijn, dan den mensen.
Then Peter and the other apostles answered and said, We ought to obey God rather than men. (KJV)
Handelingen 26
28 En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden. (Statenvertaling)
28. Koning Agrieppas (Agrieppas) antwoordde hem: Wil je mij op dit moment een Meshiechie* laten zijn? (Een syrisch arameese bijbel vertaling)
* letterlijk: Messiaans, gezalfde
1 Petrus 4
16 Maar indien iemand lijdt als een Christen, die schame zich niet, maar verheerlijke God in dezen dele.
16 Maar indien iemand (Maar als) lijdt omdat hij een m’shiechie* is, dan zal hij niet beschaamd worden, maar laat hem Elohiem verheerlijke vanwege Zijn grote Naam. (Een syrisch arameese bijbel vertaling)
*Aanduiding: het is iemand die de Meshiach volgt.
Handelingen 11
26 En het is geschied, dat zij een geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochië Christenen genaamd werden. (Statenvertaling)
26 Ongeveer een jaar lang waren zij toegevoegd aan die gemeente en onderwezen veel volk. In Antiochie werden de leerlingen voor het eerst Meshiechiem* genoemd.
(Een syrisch arameese bijbel vertaling)
*Letterlijk: gezalfden
Grace 2015
De Sluier van Mozes
De Besnijdenis van het Hart
Acts 15 - Obedience or Legalism - 119 Ministries
SEPTEMBER TWENTY THIRD
"We have 500 days to avoid a climate disaster", says Foreign Minister
Website: http://119ministries.com/moedim-yom-kippur
*Times are for Sunset in Jerusalem, Israel. Follow your own sunset times accordingly.
How does 119 Ministries calculate the calendar? Find out here
Maankalender
Actuele maanstand
Hebrew date converter
Time: Our Creator's Calendar - The Foundation - Part 1
Time: Our Creator's Calendar - The Foundation - Part 2
Openbaring 3
10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren (beschermen) uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
2014 PROFETIE: Verwoesting Komt Eraan! Verwoesting is Hier!
Apostle/Prophet/Pastor Elisabeth Elijah.
The Sparrow's Barn
6th seal, 6th trumpet, 6th bowl... man's days are numbered (458 days of darkness)
TRIBULATIONS BEGINS: MARCH 22ND 2015 (Dit zou kunnen maar dat is altijd een gokje)
TRIBULATIONS BEGINS MARCH 22ND 2015 Part 2
Profetie 5 december 2014 (Dit wil niet zeggen dat dit klopt het is wel om mee rekening te houden)
PROPHET EFRAIN RODRIGUEZ DEC 5, 2014-CONCERNING DATES AND MESSAGE TO THE SILENT PASTORS AND WATCHMEN
YAHSsheep777
California Earthquake and Judgement of God to the USA! Rapture Soon! - Dr David Owuor
Profeta Efrain Rodriguez - Profecías 2014, Terrible! (Meteorito,Terremotos,Destrucción)
Asteroid, Horsemen, RFID and Great Tribulation - Kelvin Mireku (Lord's Hour)
Heaven, Hell, Red Horse Rider, 3 Days of Darkness and Rapture - Kelvin Mireku: Revelation 6:4
1973 Prophecy - The Vision by David Wilkerson
Ken Peters - I Saw The Tribulation (Cleaned Up Audio & Video) (Copy)
June , 2014 VISION OF THE RAPTURE -Prophet Dr. Owuor
Messiaanse Studies van Werner Stauder
Do you think after being abused by Catholic nuns that I would become a Catholic again. Am I stupid. I am a Christian who practise Judaism like Yeshua Ha mashiach so now I am a Messianic Jew. I think you need both old testament and new testament. You need two legs to stand on. Otherwise you will fall.
You need the Torah (the instructions, law) and Yeshua Ha-Mashiach (salvation)
You got to ask yourself this question: What does the Bible say, not what does man say. (Rev 14:12 and Rev 12:17)
The Bible says: Keep My commandments, keep My Holy days, keep My Sabbaths, keep My Dietary Laws. Baptize yourself and believe in My son and repent.
Matteüs 24
8 Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten.
9 Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil.
10 En dan zullen er velen geërgerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.
11 En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden.
12 En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden.
13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
14 En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
29 En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
32 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.
33 Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur.
34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Wij zijn de laatste generatie op deze aardbol. Wij zullen de opname (Rapture) meemaken. Tenzij je NIET de Heilige Geest hebt.
Forget what hurt you, but never forget what it taught you.
Do you know that in Hebrew "Allah" means CURSE and OATH.
Must be SATAN don't you think.
Belangrijk nieuws 2 juli 2014:
Deze site is voor serieus zoekende mensen naar
YaHuWeH (יהוה) en Yahushua (ישוע)
ישוע =The hand that destroys the establishment of the eye.
Op deze site staan zeer veel links waarbij je kennis krijgt van de leugens en waarheden van deze on-/zichtbare wereld.
Zacharia 11
17 Wee den nietigen herder, den verlater der kudde! Het zwaard zal over zijn arm zijn, en over zijn rechteroog; zijn arm zal ten enenmale verdorren, en zijn rechteroog zal ten enenmale donker worden.
MESSIANIC JEWISH FAMILY BIBLE (TLV)
Messianic Judaism
7 Zegels van YHWH7 zegels
7 Zegels
Openbaring 5
1 En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen.
7 En Het kwam, en heeft het boek genomen uit de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat.
Deuteronomium 32
34 Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
Openbaring 7
3 Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods (YHWH) zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
Zegel 1
Wet
Jesaja 8
16 Bind de getuigenis toe; verzegel de wet onder mijn leerlingen.
Psalmen 119
18 Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.
Mattheus 5
17 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden (stoppen), maar te vervullen.
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Zegel 2
HG/doop
Éfeze 4
30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.
Handelingen 5
30 De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende Hem aan het hout.
31 Deze heeft God door Zijn rechter hand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden.
32 En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn.
Lukas 11
13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?
1 Korinthe 3
16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?17 Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt.
Éfeze 1
14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.
2 Korintiërs 3:6.
Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen: niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest (Heilige Geest). Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.
Handelingen 2
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus (Yahushua) Christus (Ha-mashiach), tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Zegel 3
Besnijdenis (hart/vlees)
Hooglied 8
6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.
Romeinen 2
29 Maardie is een Jood, die het in het verborgen is, ende besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.
Romeinen 4
11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;
12 En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was.
13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs.
Ezechiël 44
7 Dewijl (terwijl) gijlieden vreemden hebt ingebracht, onbesnedenen van hart (Juda: genaamd Joden) en onbesnedenen van vlees (Israel, Christenen), om in Mijn heiligdom te zijn, om dat te ontheiligen, te weten Mijn huis; als gij Mijn brood, het vette en het bloed offerdet, en zij Mijn verbond verbraken, nevens (naast) al uw gruwelen.
9 Alzo zegt de Heere (Adonai) HEERE (YHWH): Geen vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, zal in Mijn heiligdom ingaan, van enigen vreemde, die in het midden der kinderen Israëls is.
Zegel 4
Het Woord/brood
Jesaja 29
10 Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij verblind.
11 Daarom is ulieden alle gezicht geworden als de woorden vaneen verzegeld boek, hetwelk men geeft aan een, die lezen kan, zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet, want het is verzegeld.
12 Of men geeft het boek aan een, die niet lezen kan, zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet lezen.
13 Want de Heere heeft gezegd: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn;
14 Daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen.
15 Wee dengenen, die zich diep versteken willen voor den HEERE, hun raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons?
16 Ulieder omkeren is, alsof de pottenbakker geacht werd als leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde vat van zijn pottenbakker zeide: Hij verstaat het niet.
17 Is het niet nog om een klein weinig, dat de Libanon in een vruchtbaar veld zal veranderd worden, en het vruchtbare veld voor een woud geacht zal worden?
18 En te dien dage zullen de doven horende woorden des Boeks; en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien.
Johannes 6
27 Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld.
Daniël 12
9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde.
Zegel 5
Sabbath
Exodus 31
Het heiligen van den sabbat
12 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken (zegel, verbond) tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE (YHWH) ben, Die u heilige.
14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.
15 Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
16 Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.
17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken (zegel, verbond) in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en zich verkwikt heeft. (Israel = niet Joden oftewel de stam Juda alleen. dwz IEDER mens op aarde die YHWH zijn geboden en instructies opvolgd en zich aan de sabbath houdt)
De stenen tafelen
18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.
Zegel 6
Geloof
Romeinen 4
11 Enhij heeft het teken der besnijdenis ontvangen toteen zegel der rechtvaardigheiddes geloofs,die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;
12En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was.
13Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs.
Handelingen 5
30 De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende Hem aan het hout.
31 Deze heeft God door Zijn rechter hand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden.
32 En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn.
Zegel 7
Arm
Hooglied 8
6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.
7 Seals:
(Rev 5:1,7; Deut 32:34)
- Forehead: (Rev 7:3)
- Law: (Isa 8:16)
- Holy Ghost, Spirit/Baptism: (Eph 4:30; Acts 5:30-32; Luk 11:13; 1Cor 3:16-17; Eph 1:13-14; 2Cor 3:6; Acts 2:38)
- Circumcisionby HEART = Seal: (Songs 8:6; Rom 2:29; Rom 4:11-13; Eze 44:7,9)
Circumcision by FLESH = a covenant: (Gen 17:10,12-14)
- WORD/BREAD: (Isa 29:10-18; Jhn 6:27; Dan 12:9)
- Faith: (Rom 4:11-13)
- Arm: (Songs 8:6)
- Sabbath: (Ex 31:12-18) = NO SEAL = Oath/Agreement/Sign/Perpetual covenant.
1 Koningen 11
1 En de koning Salomo had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische;
2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde.
3 En hij had zevenhonderd vrouwen, vorstinnen, en driehonderd bijwijven en zijn vrouwen neigden zijn hart.
4 Want het geschiedde in den tijd van Salomo's ouderdom, dat zijn vrouwen zijn hart achter andere goden neigden; dat zijn hart niet volkomen was met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.
5 Want Salomo wandelde Astoreth, den god der Sidoniërs, na, en Milchom, het verfoeisel der Ammonieten.
6 Alzo deed Salomo, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; en volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David.
7 Toen bouwde Salomo een hoogte voor Kamos, het verfoeisel der Moabieten, op den berg, die voor Jeruzalem is, en voor Molech, het verfoeisel der kinderen Ammons.
8 En alzo deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die haar goden rookten en offerden.
9 Daarom vertoornde Zich de HEERE tegen Salomo, omdat hij zijn hart geneigd had van den HEERE, den God Israëls, Die hem tweemaal verschenen was.
10 En hem van deze zaak geboden had, dat hij andere goden niet zou nawandelen; doch hij hield niet, wat de HEERE geboden had.
11 Daarom zeide de HEERE tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven.
12 In uw dagen nochtans zal Ik dat niet doen, om uws vaders Davids wil, van de hand uws zoons zal Ik het scheuren.
13 Doch Ik zal het gehele koninkrijk niet afscheuren; een stam zal Ik uw zoon geven, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, dat Ik verkoren heb.
14 Zo verwekte de HEERE Salomo een tegenpartijder, Hadad, den Edomiet; hij was van des konings zaad in Edom.
Amos 5
21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken.
22 Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien.
23 Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen.
24 Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.
25 Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israëls?
26 Ja, gij droegt de tent van uw Melech (Moloch), en den Kijun, uw beelden, de ster uws gods (de genoemde 'Davidster'?), dien gij uzelf hadt gemaakt.
27 Daarom zal Ik ulieden gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen.
26 But ye have borne the tabernacle of your Moloch and Chiun your images, the star of your god, which ye made to yourselves. (KJV)
Handelingen 7
43 Ja, gij hebt opgenomen den tabernakel van Moloch, en het gesternte van uw god Remfan, de afbeeldingen, die gij gemaakt hebt, om die te aanbidden; en Ik zal u overvoeren op gene zijde van Babylon.
Acts 7:
43 Yea, ye took up the tabernacle of Moloch, and the star of your god Remphan, figures which ye made to worship them: and I will carry you away beyond Babylon.
Jesaja 1
13 Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen.
14 Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat Mijn ziel, zij zijn Mij tot een last; Ik ben moede geworden, die te dragen.
15 En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed.
16 Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen.
What is Messianic Judaism?
Torah Processional & Sabbath Service | REVIVE 2012 | The Hebraic Roots Network
Bron:
Vandaag sta ik in de overwinning samen met YHWH en Yeshua Hamashiach (Messias) naam AMEN.
De Heilige Geest leeft in mij en leid mij vandaag tot in eeuwigheid.
"So many Christians do not know that!
Christianity is nothing more than Judaism with the acceptance of Yeshua as the Mashiach.
Hard to grasp for some... God bless you!"
There is a difference between/Er is een verschil tussen:
- rabbinical judaism / rabbijnse jodendom
- Messianic Judaism / Messiaanse jodendom
- Hebrew Roots / Hebreeuwse wortelen
OPGELET:
Op mijn site loopt niets in tijdlijn m.a.w. ik knip en plak continue van verschillende bronnen; van andere websites, zelf gevonden online informatie en passages uit boeken en dingen van Youtube. Zodat jij je eigen mening kan vormen met de informatie dat ik op deze site heb gezet.
95% van de dingen op mijn website is niet door mij zelf geschreven, maar gevonden (verzameld) en verwerkt op mijn site.
Ik doe deze verzameling online omdat ik door deze kennis zelf zo tot de Heer ben gekomen. Waarin waarheid en leugen bij elkaar staat, maar ook de waarschuwingen. Ik heb er ook vaak Bijbelteksten bij staan die daarover gaan. Zodat je kan zien wat het Woord van YHWH erover zegt.
Zodat je zelf kan toetsen wat juist wel van God is of niet. Zodat je dan tot de juiste conclusies kan komen en de juiste keuzes kan maken en YHWH kan vinden.
Veel informatie van de reguliere media is vaak niet gebaseerd op waarheid of wordt verzwegen. Ik tracht hierin een soort informatiebron te zijn, waarin WEL de verschillende aspecten in voorkomen, zodat je WEL zelfstandig kan kiezen welke weg je wilt bewandelen samen met Yeshua Hamashiach of niet.
Ik heb bijna alles verwijdert wat met mijn familie te maken heeft. (voor info hierover mail mij)
So close, Yet so far, Why is there an invisible bar.
Break free of the chains of slavery and stand up against it, now that you can see the bars that hold you down demand release and ascend yourselves above the invisible chains. This starts with knowledge, knowing what is going on and is duly followed by a potent desire to be all possibility once again.
Exodus 3
15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: De HEERE YHWH (iaoue/Yaweh) יְהוָה,
de God uwer vaderen יְהוָה אֱלֹהֵי, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.
Johannes 14
15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
1 Johannes 3
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.
Openbaring 14
12 Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus (Yeshua).
Ezechiël 20
12 Daartoe ook gaf Ik hun Mijn sabbatten, om een teken te zijn tussen Mij en tussen hen, opdat zij zouden weten, dat Ik de HEERE ben, Die hen heilige.
Walter Veith - (33) Signs & Wonders / Total Onslaught 1/6
☀WARNING☀ VERY DISTURBING IMAGES & SOUNDS !!! MARK OF THE BEAST INTRODUCED TO THE WORLD !!!
THE MARK OF GOD ✡ 2014 ✡ OFFICIAL VIDEO ✡ A113
Openbaring 14
9 En een derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijn hand, (denken en handelen)
Psalmen 119
142 Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.
151 Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.
Johannes 17
17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
Johannes 14
6 Jezus (Yeshua) zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Handelingen 4
10 Zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israël, dat door den Naam van Jezus Christus (Yeshua Hamashiach), den Nazaréner, Dien gij gekruist hebt, Welken God van de doden heeft opgewekt, door Hem, zeg ik, staat deze hier voor u gezond.
11 Deze is de Steen, Die van u, de bouwlieden, veracht is, Welke tot een hoofd des hoeks geworden is.
12 En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden.
Galaten 3
26 Want gij zijt allen (Joden en Christenen) kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.
27 Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.
28 Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt één in Christus Jezus.
29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
2 Korinthe 11
22 Zijn zij Hebreeën? Ik ook. Zijn zij Israëlieten? Ik ook. Zijn zij het zaad van Abraham? Ik ook.
Hebreeër:
1) Hebreeuws 2) Israëliet (bijb.) 3) Joods 4) Bijbelse figuur of naam 5) Persoonsbenaming
- Eber of Heber was een afstammeling van Sem, de oudste zoon van Noach.
- De betekenis van het woord 'Eber' is: iemand die een rivier of weg oversteekt of door een land trekt. Abraham is dus de man van de overkant van de rivier de Eufraat. Zo kan Abraham voor ons een belangrijke gids zijn. Van Abraham kunnen wij leren om grenzen over te steken, weg te trekken uit onze zonden en fouten, onze vastgeroeste gewoontes achter ons te laten, onze middelmatigheid te overstijgen, en meer te luisteren naar de wil van God en die vervolgens ook te doen doorheen ons alledaagse bestaan.
Romeinen 2
29 Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.
Zegel / Verzegeld
Éfeze 4
30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.
Romeinen 4
9 Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid.
10 Hoe is het hem dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid.
11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs (besnijdenis van het hart), die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;
12 En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was.
13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs.
2 Korinthe 1
21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God;
22 Die ons ook heeft verzegeld (HG), en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven.
Éfeze 1
13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.
Hooglied 8
6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.
Deuteronomium 32
34 Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
Jesaja 29
10 Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij verblind.
11 Daarom is ulieden alle gezicht geworden als de woorden van een verzegeld boek, hetwelk men geeft aan een, die lezen kan, zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet, want het is verzegeld.
12 Of men geeft het boek aan een, die niet lezen kan, zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet lezen.
13 Want de Heere heeft gezegd: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn;
Daniël 12
9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde.
Johannes 6
27 Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld.
Openbaring 7
3 Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods (YHWH) zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
Exodus 28
36 Verder zult gij een plaat maken van louter goud, en gij zult daarin graveren, gelijk men de zegelen graveert: De HEILIGHEID DES HEEREN!
37 En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo dat zij aan den hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij zijn.
38 En zij zal op het voorhoofd van Aäron zijn, opdat Aäron drage de ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israëls zullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner geheiligde dingen; en zij zal geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden voor het aangezicht des HEEREN aangenaam te maken.
Openbaring 14
1 En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.
9 En een derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijn hand,
Openbaring 17
5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
Openbaring 20
4 En ik zag tronen, en zij zaten op dezelve; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en deszelfs beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.
5 Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
6 Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren.
Emergency Broadcast! New World Order Ahead!
Walter Veith (12) Hidden Agendas _Total Onslaught
The Ark of the covenant found - now revealed the blood of Christ on the mercy seat - Documentary
Revealing God's Treasure - Ark of the Covenant
Testimonial of a Christian Pastor who keeps the law
ISLAM will Collapse in 10 Years : Ex-Muslim
Vaticaan= goddelijke slang.
Varis = diviner, can= serpent, Vatican = divining serpent = goddelijk slang
Probeer om mensen te waarschuwen wat het echte MERKTEKEN van het BEEST is.
YHWH is mijn enige GOD en Yeshua Ha Mashiach is mijn redder. Joh 8:7
Handel steeds naar en denk voortdurend aan JHWH's WETTEN. Ex 13:16, Matt 15:8-9, Deut 11:18
De paus (Jesuit) is de top van de Illuminati. Zij (de jezuïeten) zijn de NWO.
Het Merkteken van het Beest is: Verkeerde Sabbat Dag en te knielen voor beelden, de paus (priesters).
2 wetten van YHWH dat zij (jezuïeten) veranderd hebben en ze willen dat je hun moet gehoorzamen.
JHWH is de enige GOD in dit universum.
NIET satan en mensen. GEHOORZAMEN ALLEEN YHWH en Yeshua ha Mashiach. AMEN.
JHWH's zegeningen.
Amos 3
7 Gewisselijk, de Heere HEERE (YHWH) zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe.
2 Korinthe 11
13 Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. (PAUS: jezuïet)
14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.
15 Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken.
1 Johannes 5
Het geloof en zijn vruchten
1 Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren; en een iegelijk, die liefheeft Dengene, Die geboren heeft, die heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren is.
2 Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn geboden bewaren.
3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
4 Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.
5 Wie is het, die de wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God?
6 Deze is het, Die gekomen is door water en bloed, namelijk Jezus (Yeshua), de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het, Die getuigt, dat de Geest de waarheid is.
7 Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één.
8 En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot één.
9 Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis van God, welke Hij van Zijn Zoon getuigd heeft.
10 Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.
11 En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon.
12 Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet.
13 Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God.
2 Thessalonicenzen 2
3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. (PAUS: jezuïet)
Spreuken 28
9 Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.
Exodus 13
16 En het zal tot een teken zijn op uw hand (Handelen, doen), en tot voorhoofdspanselen tussen uw ogen (denken); want de HEERE heeft door een sterke hand ons uit Egypte uitgevoerd.
Deuteronomium 11
1 Daarom zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, en gij zult te alle dagen onderhouden Zijn bevel, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, en Zijn geboden.
18 Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand (doen er naar handelen), dat zij tot voorhoofdspanselen (eraan denken dag en nacht) zijn tussen uw ogen;
19 En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat; (24/7)
20 En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten;
Binden: vasthouden
Vasthouden: [figuurlijk] volharden, in je handen houden en niet loslaten, het niet veranderen, je eraan houden
1 Korinthe 3
16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?
17 Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt.
Openbaring 22
14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.
Het Vaticaan
In deze contreien zou je wellicht niets verwachten dat in enige relatie met de verering van een slangenwezen verband houdt. Hoed je dan maar. Het woord 'vaticaan' is afkomstig uit het Latijn en het betreft een samentrekking van twee woorden en wel de volgende op de navolgende wijze:
1/ 'Vatis' = aanbidding of vergoddelijking
2/ 'Can' = serpent of slang
Samengenomen betekent dit dus:
'aanbeden slang' of 'vergoddelijkte slang' of misschien duidelijker…
'slang die als een god aanbeden wordt…!'
Het 'Vaticaan' is momenteel een rijkje in Rome. De vraag is dus: wat betekent het 'Vaticaan':
De plaats waar de slang als een god aanbeden wordt.
Het Wapen En De Vlag Van Het Vaticaan
De ‘elohim’ Marduk uit Babylon
In het museum in het Vaticaan is het pronkstuk van de collectie het wapen van het Vaticaan. Het is zo ongeveer het oudste stuk van de collectie; het is de oorsprong van het Vaticaan in wapenschild.
Marduk: het slangenwezen of de draak zonnegod uit het oude Babylon
Wapenschild Vaticaan is Marduk uit Babylon
De verering van de Babylonische oppergod 'Marduk' begon ongeveer in de 18de eeuw voor Christus. Hij werd vereerd in Babylon en erbuiten als 'schepper van het universum' onder andere tijdens het 'Akitu-festival'; het Babylonische Nieuwjaar dat jaarlijks tussen maart en april in de maand 'Nissan' valt.
Evenals Israël de vreemde (aliën) ‘elohim’ vereerden terwijl ze een relatie met de ware scheppende Elohim Yahweh had kom je opnieuw diezelfde rare vermenging tegen in het hart van het Vaticaan.
Marduk of Mardoek was in de Babylonische mythologie een Mesopotamische godheid die tot staatsgod uitgroeide.
Toch is Marduk nog niet zo'n oude god, want hij is pas geïntroduceerd in een later deel van de Mesopotamische geschiedenis.
Dit was niet zo gemakkelijk te aanvaarden voor de Babyloniërs van wie Marduk de staatsgod was. Daarom zochten zij manieren om hem te koppelen aan oudere belangrijke goden. Ten eerste deden ze dat via een woordspel. Ze gaven een nieuwe etymologische betekenis aan zijn naam, namelijk amar Utuk, (letterlijke vertaling het kalf van Utu). Utu was een belangrijke zonnegod en Marduk zou dan zijn zoon zijn. Dit werd niet algemeen aanvaard en dus werd hij ook met een andere god geassocieerd, de minder belangrijke Asalluki, die echter wel de zoon van Enki was. De priesters stelden Marduk met hem gelijk en zo werd Marduk de zoon van Enki.
Om Marduks prestige verder op te vijzelen werd het scheppingsverhaal Enuma Elish ontwikkeld. Hierin wordt Marduk daadwerkelijk als de zoon van Enki beschouwd.
Ook vernemen we hoe hij de nieuwe oppergod van de Mesopotamiërs wordt. Hij zal immers de oergodin Tiamat verslaan door een wind in haar muil te werpen en haar vervolgens te doden met pijlen. Met haar lichaam zal hij de aarde en de hemel scheppen. Hij zal eveneens de tablet met de lotsbestemmingen rond zich dragen waardoor hij de belangrijkste god wordt. Ook zal hij de stad Babel scheppen, die hij bijzonder zal koesteren. In zijn rol als hoofdgod van die stad wordt hij vaak Heer genoemd en in het Akkadisch is dat Bel. Deze titel kon echter ook voor andere goden gebruikt worden.
Marduk komt ook voor in de Bijbel, waar hij Merodach wordt genoemd.
Mythologie
Historici proberen al lang een link te vinden tussen Nimrod en mythologische figuren uit andere culturen. Men suggereert dat Marduk een mogelijke archetype voor Nimrod zou kunnen zijn.
Externe link: Gateway to Babylon
Jesaja 39:
1 Te dien tijd zond Meródach Báladan, de zoon van Báladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkía; want hij had gehoord dat hij krank geweest en weder sterk geworden was.
Jeremia 50
2. Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Meródach is verpletterd, haar afgoden zijn beschaamd, haar drekgoden zijn verpletterd!
2 Boodschapt onder de volken en laat het horen, verheelt het niet, zegt: Babel is genomen, Bel staat beschaamd, Merodak terneergeslagen, beschaamd staan zijn beelden, terneergeslagen zijn drekgoden.
2 ‘Verkondig het nieuws aan alle volken, bazuin het rond, vertel het aan iedereen: Babel is gevallen, Bel is vernederd,
Mardoek is machteloos, zijn beeld is aan stukken gevallen; al hun goden zijn machteloos, hun beelden liggen in puin.
2 ‘Maak bekend onder alle volken, laat het horen, geef het door, houd het niet verborgen, maak bekend: Babel wordt veroverd, Bel wordt te schande gemaakt, Marduk is ten einde raad. Babels beelden staan te schande, zijn afgoden zijn radeloos.
Jesaja 46
1 De (af)god Bel wankelt, de (af)god Nebo kantelt. Eens droeg men hun beelden rond. Nu laadt men ze op de rug van dieren, de beesten zuchten onder de last.
Jesaja 46
Profetie van den ondergang der Babyloniërs en hun afgoden
1 Bel is gekromd, Nebo wordt nedergebogen, hun afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide beesten.
2 Samen zijn zij nedergebogen, zij zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, maar zijzelven zijn in de gevangenis gegaan.
3 Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis Israëls! die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af.
4 En tot den ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal uopnemen, en Ik zal dragen en redden.
5 Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden, en evengelijk maken, en Mij vergelijken, dat wij elkander gelijken zouden?
6 Zij verkwisten het goud uit de beurs, en wegen het zilver met de waag; zij huren een goudsmid, en die maakt het tot een god, zij knielen neder, ook buigen zij zich daarvoor.
7 Zij nemen hem op den schouder, zij dragen hem, en zetten hem aan zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede niet; ja, roept iemand tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost hem niet uit zijn benauwdheid.
8 Gedenkt hieraan, en houdt u kloekelijk, brengt het weder in het hart, o gij overtreders!
9 Gedenkt der vorige dingen van oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik;
10 Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.
11 Die een roofvogel roept van het oosten, een man Mijns raads uit verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen.
12 Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!
13 Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet verre wezen, en Mijn heil zal niet vertoeven; maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn heerlijkheid.
The Goat of Mendes
Try to warn people what the real MARK of the BEAST is.
YHWH is my only GOD and Yeshua Ha Mashiach is my saviour. Jhn 8:7
Act and THINK constantly about YHWH's LAWS. Ex 13:16, Matt 15:8-9, Deut 11:18
The Pope (Jesuit) is the top of the illuminati. They are the NWO
The MARK of the BEAST is: Wrong Sabbath Day and to kneel down to images and to the Pope and priests.
2 laws of YHWH that they (Jesuits) changed and want you to obey.
YHWH is the only GOD in this universe. NOT satan and people. OBEY ONLY YHWH and Yeshua ha Mashiach. AMEN.
YHWH's blessings.
Politiek is een grap: ook hier in Nederland
CBN NewsWatch: March 15, 2013 - CBN.com
Walid Shoebat, endtimes (666 explained)
The Number of his Name χإلىς The BEAST χξς AntiChrist
Proof islam and allah are the antichrist!!
"ONE NATION FOR NEW HOLOCAUST"
ANTI-SEMITIC BANNER & CHANTS AT SOCCER GAME IN EGYPT (2011)
Zacharía 12
2 Ziet, Ik zal Jeruzalem stellen tot een drinkschaal der zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij zijn over Juda, in de belegering tegen Jeruzalem.
ALL AMERICA MUST SEE THIS! Breaking Reality ~ 2013? (Niet voor jonge kinderen)
WARNING SHOCKINGLY GRAPHIC IMAGES Hatred Against Christians ~ Spirit of Anti-Christ Alive Now !!!
Obama's 'possible' Antichrist connection to new 'false prophet' Pope?
Hebrew Date Converter: Hebcal Jewish Calendar
Actuele maanstand Nederland
Actuele maanstand Israel
Zonsondergang Nederland
Zonsondergang:
Jewish Calendar
Chabad.org Kalender
Bijbelse maand kalender
YESHUA HAMASHIACH with Lyrics Messianic ישוע המשיח (Lied)
Online Hebreeuws vertaling
Talmud info
Best UFO Sightings of 2013 Illuminati Secrets Exposed! Incredible Footage!
(Dit is een NIET Christelijke programma)
Hierin bespreken Christenen en niet Christenen samen over deze onderwerpen:
Zie bij: 9 min Hollywood speelt onder een hoedje met de NWO/regering/illuminatie en verteld hun plannen in films/muziek en documentaires, etc.
Zie bij: 16 minuten wordt verteld dat Jezus het niet is, maar wel bedrog en de illuminatie en regering die erachter zit.
Zie bij: 20 min regering en NWO, drugs, bestraling, mind control, manipulatie, educatie enz.
Zie bij: 24 minuten nadat men de Aliëns heeft onmoet willen ze van het Geloof afstappen en dat is precies wat hun (gevallen engelen/demonen enz.) daarmee willen bereiken.
Zie bij: vanaf 30 minuten regering en NWO, drugs, bestraling, mind control, manipulatie, educatie enz. en nog veel meer goede uitspraken.
"Finaly is someone telling the truth. What all the Aliens want you to do is for you to abandon God and religion. They are truly demonic and the governement is using this for the NWO and read your Bible all Kings and governements are going to fight Jesus in Armageddon."
Product | Prijs | ||
---|---|---|---|
Adam (930) | 1 - 930 | TR. Eva (Heva) | |
Seth (912) | 130 - 1042 | TR. Azura | |
Enos (905) | 235 - 1140 | TR. Noam | |
Kaïnan/Kenan/Cainan (910) | 325 - 1235 | TR. Mualeleth | |
Maláleël/Mahalal-el (895) | 395 - 1290 | TR. Dinah | |
Jared/Jered (962) | 460 - 1422 | TR. Baraka | |
Enoch | 622 - 6000 | TR. Edna (dr v Danel) | |
Mathusala/Methúsalach (969) | 687 - 1656 | TR. Edna (dr v Azrial) | |
Lamech (777) | 874 - 1651 | TR. Ashmua | |
Noë/Noach (950) | 1056 - 2006 | TR. Naamah (dochter van Enoch) | |
Jafeth: Gomer/Zebulon | ??? | TR. Adataneses (moeder = Naamah) | |
Gomer | |||
Ashkenaz (France, Germany) | |||
Francii | 1300 | ||
Jakob / Israël | ??? | ||
Heynric die Gyer (Knaap) | 1315 – 1382 | ||
Her Peter (Ridder) | 1329 – 1400 | TR. N.N. | ca 1350 |
Peter Her Petersz | 1390 – 1420 | TR. N.N. | ca 1400 |
Hillen Petersz | 1400 – 1461 | TR. (Heilwich?) Humpusch (Peters) van den Poll | ca 1420 |
Hillebrant Petersz | 1480 – 1536 | TR. Alit (Aleit, Aleyd) | ca 1488 – 1524 |
Peter Hillebrantsz | 1448 – 1505 | TR. Heilwich | ca 1460 – 1483 |
Dirk Hillebrantsz | 1515 – 1585 | TR. Bertha (de) Man | ca 1520 – 1557 |
Hillebrant Dirksz | 1545 – 1618 | TR. Lijsbeth (Claes) Corstiaans | ca 1550 – 1615 |
Peter (Pieter) Hillebrantsz | 1590 – 1642 | TR. Anneken Adrijaen Cornelis (Geertruijd?) | ca 1606 – 1646 |
Claes Petersz | 1637 – 1683 | TR. Hilleke Willemse (Stoffels de Rou) | ca 1637 – 1683 |
Petri (Petrus) Claeszn | 1673 – 1743 | TR. Margriet Wouterse van Delwijnen | ca 1679 – 1741 |
Wouter (Walteri) Petersz | 1708 – 1781 | TR. Anna Maria van Wachtendonck | ca 1714 – 1788 * |
Vader = Willem van Wachtendonk | |||
Moeder = Arnolda Afstammeling van de Cocq van Delwijnen |
LB= vader (Hillen Petersz de Gier) RB= moeder (Heilwich? Humpusch)
LO= Grootmoeder van vader RO= Grootmoeder van moeder
St. Maartenskerk te Zaltbommel
Een ZERK van onze familie waar ooit 5 lichamen onder begraven waren.
De vijf op de zerk genoemde personen vormen een recht stamreeks van het geslacht de Ghier.
- Peter de Ghier 16 mrt 1505
(Rentmeester van Karel van Gelre)
Ann 15 c en 5 op te 16e dach in de mert
Sterf Peter de Ghier bidt voer de ziel
Hertogelijk Gelders Rentmeester Zaltbommel
- Hillebrant de Ghier 8 okt 1536
(Rentmeester van Karel van Gelre)
Hier leyt begraven Hillebrant de Ghier die sterf Anno 1536 den 8 octbr
Hertogelijk Gelders rent meester, burgemeester en schepen van Zaltbommel. Collator der vicarie op het H. Geest altaar te Driel
- Dirck de Ghier 27 jan 1585
(Schepen, burgemeester, gasthuismeester en heilige geestmeester)
A° 1585 sterf Dirck de Ghier de 27 dach januari.
- Hubert de Ghier 13 july 1622
Hubert de Ghier richter in Bommelerweert sterf den 13 july 1622
- Dyderick de Ghier 23 jan 1642
Dyderick de Ghier der rechten doctor secretari in Tuyl lantschrijver van Boemel en de Tielerweerden sterf 23 janw 1642
Ik stam persoonlijk rechtstreeks af van de eerste eerste 3 vanaf daar buigt mijn stamreeks af naar een andere zoon van Dirk de Ghier 1585.
De ZERK is in stukken geraakt door ondoordachtzaamheid en ruwe behandeling tijdens het terugleggen van de familie zerken in de kerk nadat men de inhoud van de graven weghaalden en het met zand opvulden. Ze staan ook allemaal niet meer op hun oorspronkelijke plek. Wat ik hoogst persoonlijk heel erg zonde vindt, maar dat is natuurlijk ook heel persoonsgebonden.
Adam (930)1- 930 TR. Eva (Heva) Seth (912) 130-1042 TR. Azura Enos (905) 235-1140 TR. Noam Kaïnan/Kenan/Cainan (910) 325-1235 TR. Mualeleth Maláleël/Mahalal-el (895) 395-1290 TR. Dinah Jared/Jered (962) 460-1422 TR. Baraka Enoch 622 TR. Edna (dr v Danel) Mathusala/Methúsalach (969) 687-1656 TR. Edna (dr v Azrial) Lamech (777) 874-1651 TR. Ashmua Noë/Noach (950) 1056-2006 TR. Naamah (dochter van Enoch) Jafeth: Gomer/Zebulon ??? TR. Adataneses (moeder = Naamah) Gomer
Ashkenaz (France, Germany)
NB: De rest heb ik ook, maar niet online gezet. (Ik heb ook 2 belangrijke zijtakken gevonden). Mail mij voor deze info.
Genesis 5 tot aan Sem, Cham, Jafeth behoort natuurlijk ook tot mijn stamboom alleen de tussenliggende periode vanaf Noach zijn zonen kan ik nergens vinden.
Door de informatie van het internet stam ik waarschijnlijk af van Jafeth en zo een heleboel mensen met mij hier in Nederland die hier al eeuwen wonen. Zijn zoon (G)Omer en zijn nakomelingen zijn deze richting uitgegaan.
Het kan goed zijn dat ik afstam van 1 van de 12 stammen van Israël. Het blijkt dat de stam van Zebulon hier naartoe is gegaan. Maar die zekerheid heb ik NU nog niet.
Geschiedenis van Nederland: Dit is een beschrijving van hoe het ongeveer is onstaan.
De heraldiek is omstreeks 1100 ontstaan.
Wapenschilden zijn maar kort het exclusieve domein van de ridderstand geweest.
Al in de 13e eeuw gingen ook steden of gilden en sommige burgers een wapen gebruiken.
Ook staten kregen een wapen. Daarbij werd meestal gebruikgemaakt van het wapen van de vorst.
Vóór die tijd was een persoonlijke identificatie van een krijger niet noodzakelijk. Toen ridders steeds zwaardere harnassen gingen dragen en hun gezicht achter een vizier verstopten, werd het nodig om een eigen teken op het wapenschild af te beelden om in de strijd te kunnen zien wie vriend en wie vijand was. Deze tekens werden al snel een belangrijk symbool en vonden als persoonlijke wapens of familiewapens een plek op banieren, documenten, graf- en gevelstenen.
In de eerste jaren van de 12e eeuw was zo een cultuur rond het wapen ontstaan, waarvan de regels en gebruiken in de heraldiek, de kunst van de herauten werden vastgelegd. Herauten (geschoold in de heraldiek, maar ook vaak actief als schrijver, verteller of troubadour) kregen de taak om de schilden van deelnemers aan toernooien te beschrijven. Zo ontstond een vast vocabulaire waarin de vormen, verdeling en kleuren van het wapen werden vastgelegd. Ook de manier waarop het schild werd beschreven werd nauwkeurig vastgelegd.
Wapenschilden zijn maar kort het exclusieve domein van de ridderstand geweest. Al in de 13e eeuw gingen ook steden of gilden en sommige burgers een wapen gebruiken. Ook staten kregen een wapen. Daarbij werd meestal gebruikgemaakt van het wapen van de vorst.
Schuinkruis of St. Andreaskruis: een combinatie van een rechter- en linker schuinbalk.
Het kruis (croix) ofwel een paal en een faas verenigd. Een speciaal kruis is het diagonale kruis (rechter- en linkerschuinbalk verenigd).
Zo’n kruis wordt wel Bourgondisch kruis (veel gebruikt door de hertogen van Bourgondië) of Sint Andrieskruis genoemd, naar de apostel Andreas die aan zo’n schuinkruis ter dood zou zijn gebracht.
In het Frans heet zo’n schuinkruis sautoir, omdat het op een antieke stijgbeugel zou lijken.
Er bestaat een grote variëteit aan kruisen.
Nedersaksisch: Nederland erkent het Nedersaksisch officieel als streektaal en zegt er beperkte steun aan toe. In de Europese Unie is het echter een officieel erkende streektaal/ De taalcode (ISO 639-2) van het Nedersaksisch is nds.
Het Nedersaksisch is een in Nederland en Duitsland officieel erkende streektaal die bestaat uit een groep niet-gestandaardiseerde Nederduitse dialecten. Deze worden voornamelijk gesproken in het noordelijke deel van Duitsland en in het noordelijke en oostelijke deel van Nederland (de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, de Gelderse regio's Veluwe en Achterhoek, en de Stellingwerven in het zuiden van Friesland).
Veluwe: De Veluwe is een overwegend beboste landstreek in de Nederlandse provincie Gelderland en een voormalig kwartier van het hertogdom Gelre.
Hertogdom Gelre:
Het historische hertogdom omvatte in het huidige Nederland Gelderland en Noord-Limburg. Het strekte zich zich ook uit over een klein stukje Noordrijn, met hierin o.a. de steden Gelder en Viersen aan de rivier Niers.
Gelre was verdeeld in vier kwartieren, samen vormden zij de Staten van de Kwartieren:
1. Opper-Gelre, ook wel "Kwartier van Roermond" of (naar het Duitse Oberquartier) "Overkwartier" genoemd: de steden Gelder, Roermond en Venlo
2. Kwartier van Nijmegen: tussen de grote rivieren
3. Kwartier van Veluwe (ook wel: van Arnhem)
4. Kwartier van Zutphen (het graafschap Zutphen)
Opper-Gelre, de bakermat van het hertogdom, omvatte het noordelijk deel van de huidige Nederlandse provincie Limburg, inclusief Venlo en Roermond, en het aangrenzende gebied in Duitsland rond het stadje Geldern of in het Nederlands Gelre (Gelder, Gelderen), waaraan het hertogdom Gelre en het latere Gelderland hun naam te danken hebben. De laatste drie kwartieren waren gelegen in de huidige provincie Gelderland.
Hertogdom Gelre rond 1350:
In de middeleeuwen was Gelre een zelfstandig en belangrijk hertogdom. De zelfstandigheid eindigde definitief in 1543. De noordelijke kwartieren (Neder-Gelre) aan de ene kant en het zuidelijke Opper-Gelre aan de andere kant vormden geografisch geen aaneengesloten geheel. Het hertogdom Kleef vormde een wig tussen de noordelijke en de zuidelijke gebiedsdelen. Ook politiek gingen beide gewesten een gescheiden weg. Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormde het noordelijke deel een van de zeven gewesten. Opper-Gelre was daarentegen deel van de Zuidelijke Nederlanden.
Het hertogdom en het daarmee verbonden graafschap Zutphen omvatte enerzijds het gebied van de huidige provincie Gelderland en anderzijds het noorden van Limburg (met onder meer Venlo, Venray en Roermond), evenals het aangrenzende zuidelijk deel van de Duitse kreis Kleef. In dit tweede landsdeel, en wel aan de huidige Duitse kant, lag ook het stamoord Geldern. Ook in het huidige Noord-Brabant heeft Gelre bezittingen gehad, zoals het dorp Geldrop.
Het oorspronkelijke zuidelijke gebied lag gescheiden van het later verworven noordelijke, dat de huidige provincie Gelderland omvatte samen met Kleef en Emmerik. Het zuidelijke dat nu in Limburg en Noordrijn-Westfalen ligt, werd sindsdien Opper-Gelre of Overkwartier genoemd. De andere gebieden zouden bijgevolg als Neder-Gelre aangeduid kunnen worden, maar die term is nooit in gebruik geweest.
Gelderland: Dit is de grootste provincie van Nederland.
De geschiedenis van Gelderland:
Van nederzettingsgebied voor rondtrekkende jagers en verzamelaars, tot woonplaats van trechterbekercultuurvolk. Als grensgebied tussen het Romeinse Rijk en de Germaanse stammen. Van graafschap tot hertogdom naar de tegenwoordige provincie Gelderland in de eenentwintigste eeuw.
Gelderse Oorlogen:
Tussen de 11e en 14e eeuw ontwikkelden de steden in het gebied Gelderland. Nederzettingen kregen stadsrechten waarop een stadsbestuur en eigen regelgeving werd gevormd. Vooral Otto II speelde daarin een grote rol.
In Gelre kende men graven, hertogen, adel, kerken en kloosters als grondbezitters. Daarvoor bestond een ingewikkeld leenstelsel waarbij rentmeesters weer als toezichthouders werden aangesteld.
Ekklesia Evangeliekorps Holland - Holland is Zebulon
Israelite Zebulonites in the Netherlands
Israelite Zebulonites in the Netherlands
Israelite Tribes and Countries in which Israelite Tribes are Dominant
Genesis 10
Nakomelingschap van Noachs zonen
6 En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraïm, en Put, en Kanaän.
7 En de zonen van Cusch zijn: Seba en Havíla, en Sabta, en Raëma, en Sábtecha. En de zonen van Raëma zijn: Scheba en Dedan.
8 En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde.
9 Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN.
10 En het beginsel zijns rijks was Babel, en Erech, en Accad, en Calne in het land Sinear.
11 Uit ditzelve land is Assur uitgegaan, en heeft gebouwd Nínevé, en Rehobôth, Ir, en Kálach.
12 En Resen, tussen Nínevé en tussen Kálach; deze is die grote stad.
13 En Mitsraïm gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,
14 En de Pathrusieten, en de Casluchieten, van waar de Filistijnen uitgekomen zijn, en de Caftorieten.
15 En Kanaän gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,
16 En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet,
17 En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet,
18 En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaänieten verspreid.
19 En de landpale der Kanaänieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza toe; daar gij gaat naar Sódom en Gomórra, en Adama, en Zobóïm, tot Lasa toe.
20 Deze zijn zonen van Cham, naar hun huisgezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, in hun volken.
Genesis 9
De zonen van Noach
18 En de zonen van Noach, die uit de ark gingen, waren Sem, en Cham, en Jafeth; en Cham is de vader van Kanaän.
19 Deze drie waren de zonen van Noach; en van dezen is de ganse aarde overspreid.
20 En Noach begon een akkerman te zijn, en hij plantte een wijngaard.
21 En hij dronk van dien wijn, en werd dronken; en hij ontblootte zich in het midden zijner tent.
22 En Cham, Kanaäns vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen.
23 Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij leiden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts gekeerd, zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.
24 En Noach ontwaakte van zijn wijn; en hij merkte wat zijn kleinste zoon hem gedaan had.
25 En hij zeide: Vervloekt zij Kanaän; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!
26 Voorts zeide hij: Gezegend zij de HEERE, de God van Sem; en Kanaän zij hem een knecht!
27 God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaän zij hem een knecht!
28 En Noach leefde na den vloed driehonderd en vijftig jaren.
29 Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.
Leviticus 18
3 Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaän, waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun inzettingen niet wandelen.
Genesis 10
Nakomelingschap van Noachs zonen
21 Voorts zijn Sem zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van Heber, broeder van Jafeth, de grootste.
22 Sems zonen waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en Lud, en Aram.
23 En Arams zonen waren Uz, en Hul, en Gether, en Maz.
24 En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber.
25 En Heber werden twee zonen geboren; des enen naam was Peleg; want in zijn dagen is de aarde verdeeld; en zijns broeders naam was Joktan.
26 En Joktan gewon Almódad, en Selef, en Hatsarmáveth, en Járach,
27 En Hadóram, en Usal, en Dikla,
28 En Obal, en Abímaël, en Scheba,
29 En Ofir, en Havíla, en Jobab; deze allen waren zonen van Joktan.
30 En hun woning was van Mescha af, daar gij gaat naar Sefar, het gebergte van het oosten.
31 Deze zijn zonen van Sem, naar hun huisgezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, naar hun volken.
32 Deze zijn de huisgezinnen der zonen van Noach, naar hun geboorten, in hun volken; en van dezen zijn de volken op de aarde verdeeld na den vloed.
CHAPTER 6. How Every Nation Was Denominated From Their First
Inhabitants.
1. Now they were the grandchildren of Noah, in honor of whom names were
imposed on the nations by those that first seized upon them. Japhet, the
son of Noah, had seven sons: they inhabited so, that, beginning at the
mountains Taurus and Amanus, they proceeded along Asia, as far as the
river Tansis, and along Europe to Cadiz; and settling themselves on
the lands which they light upon, which none had inhabited before, they
called the nations by their own names. For Gomer founded those whom
the Greeks now call Galatians, [Galls,] but were then called Gomerites.
Magog founded those that from him were named Magogites, but who are
by the Greeks called Scythians. Now as to Javan and Madai, the sons
of Japhet; from Madai came the Madeans, who are called Medes, by the
Greeks; but from Javan, Ionia, and all the Grecians, are derived. Thobel
founded the Thobelites, who are now called Iberes; and the Mosocheni
were founded by Mosoch; now they are Cappadocians. There is also a mark
of their ancient denomination still to be shown; for there is even now
among them a city called Mazaca, which may inform those that are able
to understand, that so was the entire nation once called. Thiras also
called those whom he ruled over Thirasians; but the Greeks changed
the name into Thracians. And so many were the countries that had the
children of Japhet for their inhabitants. Of the three sons of Gomer,
Aschanax founded the Aschanaxians, who are now called by the Greeks
Rheginians. So did Riphath found the Ripheans, now called Paphlagonians;
and Thrugramma the Thrugrammeans, who, as the Greeks resolved, were
named Phrygians. Of the three sons of Javan also, the son of Japhet,
Elisa gave name to the Eliseans, who were his subjects; they are now the
Aeolians. Tharsus to the Tharsians, for so was Cilicia of old called;
the sign of which is this, that the noblest city they have, and a
metropolis also, is Tarsus, the tau being by change put for the theta.
Cethimus possessed the island Cethima: it is now called Cyprus; and from
that it is that all islands, and the greatest part of the sea-coasts,
are named Cethim by the Hebrews: and one city there is in Cyprus that
has been able to preserve its denomination; it has been called Citius
by those who use the language of the Greeks, and has not, by the use of
that dialect, escaped the name of Cethim. And so many nations have the
children and grandchildren of Japhet possessed. Now when I have premised
somewhat, which perhaps the Greeks do not know, I will return and
explain what I have omitted; for such names are pronounced here after
the manner of the Greeks, to please my readers; for our own country
language does not so pronounce them: but the names in all cases are of
one and the same ending; for the name we here pronounce Noeas, is there
Noah, and in every case retains the same termination.
Bron: Project Gutenberg's The Antiquities of the Jews, by Flavius Josephus
Het boek des oprechten 10 (The book of Jasher)
8. De kinderen van Gomer (Zoon v Jafet: zn v Noach), naar hun steden, waren de Francii die woonden in het land van Franca bij de rivier Franza bij de rivier Senah (Seine?).
The book of Jasher 10
8 And the children of Gomer, according to their cities, were the Francum, who dwell in the land of Franza, by the river Franza, by the river Senah.
1 Kronieken 1
5 De kinderen van Jafeth waren Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Tiras.
Al in de oudheid werden Jafets nakomelingen geïdentificeerd met de Indo-Europese stammen zoals we bij Flavius Josephus lezen. In deze visie, die tot in de 19e eeuw letterlijk werden genomen, wordt hij vereenzelvigd met diverse Indo-Germaanse goden, zoals de Indische Pra-Japati en de Romeinse Jupiter en de Griekse Japetos of Iapetus (Iapetus of Iapetos (Grieks Ίαπετός / Iapetós) is in de Griekse mythologie een god, een van de Titanen.
Gomer was volgens de volkerenlijst en Genesis 10:2 een van de zeven zonen van Jafet, en kleinzoon van Noach. Naast Genesis komt Gomer ook voor 1 Kronieken 1: 5-6 en in het Joodse boek der Jubileeën. In deze bronnen staat dat hij de vader was van Askenaz, Rifath en Togarma.
History of Europe - 6013 years in 3 minutes
ROMEINEN EN Bataven: 509 (v.Chr) -476
Onze kennis over de geschiedenis van het begin van onze jaartelling hebben we voor een belangrijk deel te danken aan Romeinse bronnen. De geschreven bronnen dienen echter met zorg bestudeerd te worden. Uit archeologisch onderzoek is namelijk gebleken dat de Romeinen een vertekend beeld hadden van de Rijndelta en haar bevolking. Niet alleen omdat het gebied mijlenver van Rome vandaan was, ook politieke factoren speelden hierbij een rol. Enerzijds schilderden de Romeinen de noordelijke Germaanse stammen af als wilde barbaren, anderzijds schreven zij juist met groot ontzag over de bevolkingsgroepen, met wie ze regelmatig samenwerkten.
Een van die groepen was in het bijzonder nauw verbonden met de Romeinen. Later zou dit volk een mythische status weten te verwerven dankzij een opstand tegen het onmetelijke, machtige Romeinse Rijk: de Bataven.
(In het begin van de 5e eeuw n.Chr. worden de legereenheden van de Bataven nog genoemd in de Notitia Dignitatum. De Bataven als volk worden echter voor het laatst vermeld in de 3e eeuw n. Chr.. Vermoedelijk zijn zij tijdens de Grote Volksverhuizing opgegaan in stammen als de Franken en de Friezen, hoewel ook wel geloofd wordt dat zij met de Romeinen naar het zuiden zijn getrokken. Hun gebied kwam in handen van de Salische Franken.)
De Romeinen in Nederland
Het Romeinse Rijk strekte zich in de eerste eeuw na Christus uit van Italië tot Engeland en van Noord-Afrika tot het huidige Turkije. Omstreeks 50 voor Christus bereikten de Romeinen, onder leiding van Julius Caesar, het zuiden van ons land. Honderd jaar lang probeerden zij het drassige noorden tevergeefs onder controle te krijgen.
Volgens de Romeinse geschiedschrijver Flavius Josephus was Gomer de voorvader van de Gomerianen (Germanen), de Galaten, de Kelten en de inwoners van Wales (hun taal werd oorspronkelijk ook Gomeraeg genoemd).
Van de Hebreeuwse naam ‘Gomer’ wordt algemeen aangenomen dat deze refereert aan de Cimmeriërs die rondtrokken door de Euraziatische steppe. Dit volk viel in de late 7e eeuw v. Chr. Assyrië binnen, en werd door de Assyriërs de ‘Gimmerai’ genoemd. In het Akkadisch stonden de Cimmeriërs bekend als de Gimirru.
De Visigoten traden voor het eerst op de voorgrond als zelfstandig volk in het jaar 268 toen ze het Romeinse Rijk binnenvielen en uitzwermden over het Balkan-schiereiland.
De Visigoten waren een belangrijk (Oost-) Germaans volk ten tijde van, en vlak na, het Romeinse Rijk. Vanaf 270 na Chr. begonnen de klassieke geschiedschrijvers onderscheid te maken tussen twee Gotische stammen. De Visigoten worden ook wel Westgoten genoemd ter onderscheiding van de Ostrogoten of Oostgoten. Deze benaming is echter omstreden. Vermoedelijk zijn de benamingen ontstaan op basis van de verschillende gebieden waarin de Goten zich hadden gevestigd.
Bekering tot het christendom
Nadat ze zich in Dacië hadden gevestigd, bekeerden de Visigoten zich tot het arianisme, een leer die Jezus Christus niet als God, onderdeel van de drie-eenheid beschouwde, maar als geschapen door de Vader.
Hiermee week het op een essentieel punt af van de christelijke leer, die zou uitgroeien tot het westelijke katholicisme en de Oosters-orthodoxe Kerken.
Het arianisme werd als ketterij veroordeeld door het eerste Concilie van Nicea in 325. Dit concilie was bijeengeroepen door keizer Constantijn de Grote.
De Visigoten bleven het arianisme trouw tot in 589 toen koning Reccared I zich tot het katholicisme bekeerde.
Een belangrijke rol bij de kerstening van de Goten was weggelegd voor bisschop Wulfila. Onder zijn verantwoordelijkheid verscheen een vertaling van de Bijbel in het Gotisch. De fragmenten die van deze vertaling zijn overgebleven vormen de oudst opgetekende bronnen in een Germaanse taal.
1e eeuw na Christus 5 Germaanse groepen
Met de Germanen wordt een verzameling volkeren en stammen aangeduid die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. Het is dus primair een linguïstisch begrip. Een Germaan was een spreker van een Germaanse taal. De Germaanse talen behoren tot de Indo-Europese taalfamilie. Destijds woonden zij in Scandinavië en op de Noord-Europese Laagvlakte.
Ongeveer 2000 jaar geleden bestonden de Germanen uit een groot aantal stammen. Ze streden vaak tegen de Romeinen die hun woongebied, wat door de Romeinen met de ruime term 'Germanië' werd aangeduid, probeerden te veroveren.
Door in de eerste eeuw de Romeinse generaal Varus te verslaan in het Teutoburgerwoud konden ze definitief hun onafhankelijkheid bewaren. Nadien waren de betrekkingen met de Romeinen redelijk vreedzaam en leverden ze zelfs hulptroepen aan het Romeinse leger. Sommige Oost-Germanen bekeerden zich al in de vierde eeuw tot het christendom. Zij kozen echter voor een niet-orthodoxe variant: het arianisme.
Toen vanaf de derde eeuw het Romeinse Rijk begon af te takelen begonnen de Germanen eerst plundertochten te ondernemen in het verzwakte Rijk. Later vestigden veel stammen zich zelfs op Romeins grondgebied en ten slotte namen ze het West-Romeinse Rijk geheel over waarna ze zich in heel West-Europa vestigden. In een aantal dunbevolkte noordelijke grensgebieden van het voormalige Romeinse Rijk werden zo Germaanse talen voorgoed de voertaal. Dat geldt voor Engeland, Vlaanderen en Nederland beneden de rivieren maar ook voor Oostenrijk en een groot deel van Zwitserland (zie verder Taalgrens). In de dichtbevolkte zuidelijke delen van het Romeinse Rijk waren de Germanen maar een dunne bovenlaag die uiteindelijk opgingen in een Romaans sprekende bevolking zoals in Frankrijk of vernietigd werden door de Byzantijnen zoals de Goten en de Vandalen.
Jasher Chapter 10
6. And the sons of Japheth the son of Noah went and built themselves cities in the places
where they were scattered, and they called all their cities after their names, and the sons
of Japheth were divided upon the face of the earth into many divisions and languages.
7. And these are the sons of Japheth according to their families, Gomer, Magog, Medai,
Javan, Tubal, Meshech and Tiras; these are the children of Japheth according to their
generations.
8. And the children of Gomer, according to their cities, were the Francum, who dwell in
the land of Franza, by the river Franza, by the river Senah.
18. These are the families of the children of Japheth according to their cities and languages,
when they were scattered after the tower, and they called their cities after their names
and occurrences; and these are the names of all their cities according to their families,
which they built in those days after the tower.
Het Frankische Rijk
was een gebied dat door de Franken werd bestuurd tussen de 3e en de 10e eeuw en al snel uitgroeide tot een grootmacht. Het Frankische Rijk werd bestuurd door het rijk in subkoninkrijken onder te verdelen, iets wat de politiek nog eeuwen zou beheersen. De erfverdelingen van het enorme rijk waren echter nog ingrijpender en de resultaten zijn tot op de dag van vandaag te zien. Zo werd het Rijk in 843, na de dood van Lodewijk de Vrome, door het Verdrag van Verdun verdeeld onder zijn drie zoons. Hieruit zou in het westen Frankrijk ontstaan en in het oosten het Heilige Roomse Rijk wat uiteindelijk Duitsland zou worden. Mede door toedoen van deze twee grote rijken had het Middenrijk dat van de Noordzee tot de Middellandse Zee liep moeite om zich volledig te ontwikkelen. Bij het Verdrag van Meerssen uit 870 werd het Middenrijk verdeeld onder het Westelijk en Oostelijk deel, maar zou hier nooit helemaal bij gaan horen. Hieruit zouden uiteindelijk Nederland, België, Luxemburg, Zwitserland en Italië voortkomen.
De Franken waren oorspronkelijk een verzameling van Germaanse stammen ten noorden en oosten van de Nederrijn die vanaf 257 Romeins grondgebied binnenvielen. De Franken waren lang niet de enige stam die het Romeinse gezag ondermijnden en het Romeinse Rijk had dan ook de grootste moeite om ze terug te dringen. Zelfs de zeeën waren niet veilig vanwege de piraterij van de Franken. Maar de Franken waren ook een voordeel voor Rome want ze waren bruikbaar als huursoldaten tegen andere stammen. In 358 kregen de Franken dan ook toestemming van keizer Julianus om zich als foederati (bondgenoten) op Romeins gebied in de Scheldevallei en tussen de grote rivieren (Toxandrië) te vestigen.
De status van foederati (bondgenoten) gaf de aanwezigheid van de Franken een legitiem tintje, maar in werkelijkheid hadden de Romeinen weinig in te brengen tegen de vestigingsplannen van de inwijkelingen. De Franken namen de vrijheid om de gegeven toestemming iets ruimer te interpreteren en bezetten al snel de hele provincie Germania Inferior (het hele huidige Nederland beneden de rivieren, België en het huidige Rijnland), waarbij de Romeinse en geromaniseerde bewoners op de vlucht gingen of werden onderworpen aan de nieuwe Frankische elite. Hun machtscentrum vestigden ze in de stad Doornik. Hun expansie richtte zich vervolgens verder op het nog steeds welvarende gebied in het zuiden, en zo veroverden de Merovingische koningen geleidelijk aan Gallië tot aan de Seine.
De Franken is de naam voor een verbond van reeds eerder bekende Germaanse stammen, dat omstreeks 250 tot stand kwam onder waarschijnlijk Saksische druk langs de Rijngrens van het Romeinse Rijk in vooral de Romeinse provincie Germania Inferior in het huidige Nederland en het Rijnland.
De vestiging van Frankische stammen tussen 260 en 537 geeft een geleidelijke verbreiding te zien vanaf de oevers van de Rijn naar het zuiden en westen. Rond 480 bezetten zij een gebied dat bijna geheel los lag van hun oorspronkelijke territorium, hoewel er rond 537 weer enige overlapping was met de oorspronkelijke grenzen van hun gebieden. Het is niet bekend wat de drijvende krachten waren achter deze migratie, maar het zou te maken kunnen hebben met het klimaat. De Franken gingen al vroeg, omstreeks 490, tot het katholieke christendom over.
Karel de Grote:
Karel de Grote was een belangrijke Europese vorst in de Middeleeuwen. Karel de Grote kreeg de naam de Grote, omdat hij heel veel land had en hij zijn land goed bestuurde. Karel de Grote vond dat iedereen in de God van de Christenen moest geloven. Karel de Grote voerde oorlog met andere koningen die nog in de oude Goden geloofden. Het rijk van Karel de Grote leek een beetje op het Romeinse rijk. De paus vond Karel de Grote machtig. Net zo machtig als de Romeinse keizers van vroeger.
Franken en Saksen:
De Saksen waren de grootste tegenstanders van Karel de Grote. Zij geloofden niet zoals Karel de Grote in één god, maar in meerdere goden. De Saksen plunderden veel dorpen. Hierdoor besloot Karel de Grote de Saksen aan te vallen. De vader van Karel de Grote was Pippijn. Hij was de koning van de Franken. Het rijk van de Franken was een machtig koninkrijk in Europa.
100 jaar voor Christus: De Friezen en Bataven trekken naar ons land
50 jaar voor Chr. De Romeinen komen. Julius Ceasar regeert.
70 jr.na Chr. De Bataven verzetten zich tegen de komst van de vreemdelingen.
300 De Franken en Saksen komen in ons land.
700 Evangeliepredikers Willibrord en Bonifacius actief.
754 Bonifacius bij Dokkum vermoord.
768 - 814 Karel de Grote dwingt de (iedereen) Saksen en Friezen Christenen te worden.
Percentage lichtharigen onder de Europese bevolking: geel 80% - oranje 50-79% bruin 20-49% - donkerbruin 1-19% - zwart bijna 100% donkerharigen onder de autochtonen.
Huursoldaat of huurling is een soldaat die op commerciële grondslag dienst neemt in een leger. Het verschijnsel is zeer oud.
Vanaf de 13e (Her Peter de Gier ridder) tot laat in de 17e eeuw speelden legers van huursoldaten een dominerende rol in Europese oorlogsvoering. Het nadeel was echter dat de betalende heersers wel eens in geldnood kwamen en achter raakten met de betalingen. In zulke gevallen kwam het nogal eens voor dat de huurlingen aan het muiten of plunderen sloegen. (Poederooyen)
Bron: Wikipedia
Asjkenazische Joden
De aanduiding Asjkenazim verwijst naar Askenaz, die in Genesis 10:3 genoemd wordt als zoon van Gomer. Vanaf de 9e eeuw ontstond onder Joden het gebruik om Joden die in Duitsland rond de Rijn woonden Asjkenazim te noemen. Na de verdrijving van Joden uit Engeland en Frankrijk in de 13e en 14e eeuw werd de aanduiding gebruikt voor alle Europese Joden, inclusief die uit Oost-Europa (waar veel Duitse Joden na de kruistochten naartoe trokken), maar exclusief die uit Spanje en Portugal, die Sefardim werden genoemd.
Diaspora
Aan het einde van de periode van het joods bestuur in het land Israël, ten tijde van de vernietiging van de Tweede Tempel in Jeruzalem door de Romeinen, werden de Joden uit het land verbannen. Er zijn echter aanwijzingen dat deze verbanning niet gold voor het hele oude Judea want hier waren nog lang belangrijke joodse culturele centra. Alleen voor Jeruzalem werd vrij strikt een joods verbanningsedict gehandhaafd. Gedurende de daaropvolgende eeuwen verdeelden de verbannen Joden zich hoofdzakelijk in drie grote groepen: de Asjkenazische Joden in Centraal-, Oost-, en deels West-Europa, de Sefardische Joden in Zuid-Europa en de Mizrachi-Joden in wat nu de Arabische landen zijn. Daarnaast zijn enkele kleinere groepen blijkbaar destijds verloren gegaan; zij komen nu terug, uit landen zoals Ethiopië en India. Maar ten tijde van de eerste eeuwen was de Joodse gemeenschap in Mesopotamië verreweg de belangrijkste gemeenschap wat betreft aantallen en culturele invloed. Deze positie was al sinds de Babylonische ballingschap onaangetast. Hier kwam onder andere ten slotte de Talmoed in zijn definitieve vorm gereed tegen het jaar 800. Naast Spanje, het Griekstalige Oost-Romeinse Rijk en Italië woonden er ook veel Joden in de Provence. De precieze historische relatie tussen de Byzantijnse Joden en de Asjkenazim was lange tijd onbekend. Uit recent genetisch onderzoek is gebleken dat de meeste Asjkenazische Joden hun afkomst kunnen traceren tot Griekse en Perzische gemeenschappen in de omgeving van Trabzon in de Pontus, vanwaar zij vanaf de 7e eeuw werden verdreven uit het Byzantijnse Rijk richting het Rijk der Chazaren. Met het verval van de economie van Chazarië in de 9e eeuw vertrokken zij vervolgens in westelijke richting, naar de Baltische kust en het Rijnland. Onder Karel de Grote kwam er weer meer vrijheid en veel Joden vestigden zich in onder andere het Rijnland en omstreken. Tijdens de kruistochten kwam er een golf van antisemitisme over de Joden. Veel Rijnlandse gemeenschappen werden zelfs geheel uitgeroeid. In veel landen als Engeland en Frankrijk werden de Joden verbannen.
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijn: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (waarschijnlijk 2 april 747 of 748 - Aken, 28 januari 814), afkomstig uit het geslacht der Karolingen, was vanaf 9 oktober 768 koning der Franken en vanaf 25 december 800 keizer van het Westen.
Deze kleinzoon van Karel Martel kreeg reeds tijdens zijn leven de bijnaam "de Grote" en geldt sinds de middeleeuwen als een van de belangrijkste heersers van het Westen. Het Frankische Rijk kende onder hem zijn grootste omvang. Met zijn kroning door paus Leo III op eerste kerstdag 800 in Rome, werd het keizerschap in West-Europa in ere hersteld. Op initiatief van keizer Frederik Barbarossa werd Karel de Grote op 29 december 1165 door de tegen paus Paschalis III heilig verklaard. Reeds in het epos Karolus Magnus et Leo Papa (eind 8e eeuw) werd hij tot "Pater Europae" ("Vader van Europa") uitgeroepen. Karel de Grote wordt beschouwd als een persoonlijkheid die het collectief Europees historisch bewustzijn heeft vormgegeven.
Zowel de Duitsers als de Fransen voeren het begin van hun nationale geschiedenis terug tot Karel de Grote. De stad Aken stelde in 1949 als erkenning voor zijn verdiensten de Internationale Karelsprijs Aken in, die jaarlijks wordt uitgereikt.
Onder Karel de Grote kwam er weer meer vrijheid en veel Joden vestigden zich in onder andere het Rijnland en omstreken. Tijdens de kruistochten kwam er een golf van antisemitisme over de Joden. Veel Rijnlandse gemeenschappen werden zelfs geheel uitgeroeid. In veel landen als Engeland en Frankrijk werden de Joden verbannen.
Asjkenazische namen
Typische Asjkenazische namen zijn Teitelboim en Katzman, maar ook Joden met Nederlandse namen als Polak, De Leeuw, De Hond, Schaap, Citroen en Appel zijn veelal van Hoogduitse afkomst. Dierennamen zijn deels te verklaren omdat een aantal van de 12 stammen van Israël gesymboliseerd wordt door een dier, zo is de leeuw het symbool voor de stam van Juda. Andere diersymbolen zijn bijvoorbeeld beer, vis en hert (Hirsch). Waarom Joden los van deze historische verklaring veelal voor namen kozen die afgeleid waren van dieren of vruchten, is niet bekend. Een mogelijke reden is dat deze namen geen (christelijke) religieuze achtergrond droegen en toch goed in de lokale cultuur pasten. Overigens pasten veel Joden na emigratie hun naam aan aan de lokale taal, zo werd Löwe 'de Leeuw' en Bär 'de Beer'.
Ik denk (vermoeden) dat onze achternaam " de Gier" op deze manier is onstaan.
Al in de vijfde eeuw na Christus hadden de Germaanse volken, zoals de Franken, Friezen en Saksen een éénnaamsysteem, waarbij één naam volstond en waarbij bijna iedereen een verschillende naam kreeg. In de Middeleeuwen werd het éénnaamsysteem vervangen door het tweenamensysteem, bestaande uit de voor en toenaam.
Karel de Grote
Karel de Grote
Karel de Grote (2 april 742 of 743 - Aken, 28 januari 814) was een belangrijke Europese vorst. Hij was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel de Grote was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon.
Karel de Grote was de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen.
In het Latijn heette hij Carolus Magnus en zo werd hij ook wel eens genoemd. In het Frans en het Engels luidt zijn naam Charlemagne. Karel de Grote heette om verschillende redenen de Grote; omdat hij veel land in bezit had en heel goed zijn land bestuurde. Deskundigen denken ook dat hij 1.92 m was. Dat was met name in die tijd heel erg lang, omdat de mensen vroeger gemiddeld veel kleiner waren dan nu. Dus hij kwam niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk boven iedereen uit.
Hij vond dat iedereen in de God van de christenen moest geloven. Karel voerde oorlog met koningen die nog in de oude goden geloofden, zoals Radboud van de Friezen. Hij veranderde veel dingen en werd een beroemde persoon in de geschiedenis.
Karel de Grote zelf
Karel de Grote is mogelijk op 2 april van het jaar 742 (dit kan ook 747 of 748 zijn) ergens in de buurt van Aken (waar precies is onbekend) geboren. In de buurt van die stad is hij ook begraven. In de Dom van Aken staat een beeld van hem.
Hij was heerser van een heel groot rijk. Hij had kleine maar ook grote landen veroverd. Hij had veel volksgroepen bij zijn rijk veroverd zoals: Saksen, Lombardije, Beieren en Spaanse Mark. Hij was koning van de Franken vanaf 768 en vanaf 800 was hij een heilige Romeinse keizer. Hij volgde zijn vader op: Pepijn de Korte. Bij de Franken was het gewoonlijk dat de erfenissen gelijk verdeeld werden onder allen zonen. Karel de Grote heeft ook een broer: Karloman. Karel was vaak mee geweest op veldtochten met zijn vader. Hij trok van het ene plaatsje naar het andere plaatsje. Karel vocht vaak tegen de Saksen, de Beieren en de Alemannen, en in Hongarije tegen de Avaren. Hij onderwierp de Germaanse stammen.
Karel werd in 768 koning van de Franken en erfde een rijk dat zijn voorgangers langzaam aan hadden uitgebouwd. Op kerstdag van het jaar 800 werd hij door paus Leo III in Rome tot keizer gekroond. Het keizerrijk van Karel de Grote strekte zich uit over grote delen van het huidige West-Europa. Zijn hele leven lang zou Karel de Grote oorlog voeren om zijn rijk uit te breiden en te beschermen. Zo'n vijfenvijftig militaire expedities ondernam hij. Zijn legers vochten in Italië om te bezittingen van de paus te beschermen. Aan de grens met Spanje waar de moslims een constante bedreiging vormden en in de Duitse gebieden, tegen de opstandige Saksen.
(Heilwich) Humpusch en Anna Maria van Wachtendonck
Zie voor meer informatie: Link
Collectie 243 Mackay van Ophemert » Inventaris nr. 1171
Naar Collectie / Archiefinventarissen
Naam archiefblok:
Collectie 243 Mackay van Ophemert
- Citeerinstructie
- Alle scans (0)
- Bestanden
Reg. nrs. 16, 19, 21, 32, 39, 40, 42, 43, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 68, 72.
16 1446 april 17.
Engbert die Kock Aerntss. en Claes Spirinck Janss., schepenen te Zulichem, oorkonden, dat Jan die Kock Aerntsz. verkocht en in vrije eigendom overgedragen heeft aan Aernt die Cock van Delwijnen 4 morgen land onder Delwijnen in de Rampert, waarna Aernt die Kock voornoemd hem dit land weer overgegeven heeft tegen een erftijns van 3½ gouden overlandse rijnse gulden 's jaars.
Afschrift (16de eeuw) in inv. nr. 1171, gewaarmerkt door de notaris Alberti.
Door het origineel is gestoken geweest het origineel van de akte d.d. 1461 september 16 (reg. nr. 19).
19 1461 september 16
Boudewijn van Welderen en Arnt Geritssoen, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Arnt die Kock van Delwijnen en Arnt die Kock, zijn zoon, de erftijnsbrief d.d. 17 april 1446 (reg. nr. 16) hebben verkocht aan Gijsbert Morinck ten behoeve van de vicaris van het altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kerk van Kirckwyck.
(op sente Lambertsavont bisscops).
Afschrift (16de eeuw) in inv. nr. 1171, gewaarmerkt door de notaris Alberti.
Het origineel is gestoken geweest door het origineel van de akte d.d. 1446 april 17 (reg. nr. 16).
21 1462 november 4
Arnt de Cock van Delwijnen heeft ten overstaan van de leenmannen Gherit van der Borch en Gielis Egbertss. van de heer van Ammerzoyen in leen ontvangen het hoge huis te Delwijnen met singel en grachten, en met twee morgen land en het leenheerschap over Jan de Cock van Kerckwick voor een tiend, die voordien van Cock(e) Steyn was, over Engbert de Cock voor een tiend in die Boesehoren, over Arnt van den Poll Hillenss. voor twee morgen land op die Vlyert te Driel, over Herberen Arntss. voor 1½ morgen land te Delwijnen en over Arnt Arnt Ghijbenss. voor 2 morgen land in het Ammerzoyensche Broeck.
(des woensdages na alre heiligen dach).
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3.
32 1484 maart 10.
Arnt de Cock van Delwijnen heeft ten overstaan van de leenmannen Jan van Balveren en Gielis Egbertss. ontvangen het hoge huis te Delwijnen met singels, grachten, boomgaard en 2 morgen land, alsmede het leenheerschap over Jan die Cock van Kerckwick voor een tiend, die voordien van Cocke Steyn was, over Engbert de Cock van de tiend in die Boeschoren, over Art van den Pol Hillenss. van 2 morgen land op die Vlyert, over Herberen Artss. van 1½ morgen te Delwijnen, over Art Art Ghijben soen van 2 morgen in het Ammerzoyensche Broeck, alsmede 14 hond land onder Delwijnen op de Ringmeer en een hofstad aldaar, afkomstig van Henrick Hol Lawrenss.
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaan de Cock van Delwijnen, inv. nr. 32, fol. 3.
Reg. nr. 39 zie inv.nr. 1648.
40 1510 december 5
Arien de Cock Arntssoen heeft ten overstaan van de leenmannen Scalck Arntss. en Wolter Gieliss. ontvangen van Herman van Wachtendonck, heer van Ammerzoyen, het hoge huis te Delwijnen met de goederen, vermeld in reg. nr. 32.
(op sente Nicolaes avont).
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fo1. 3 verso.
42 1513 november 9
Marcelis van Diest, stadhouder van de lenen van Ammerzoyen, beleent uit naam van Henrick, graaf van Nassau, heer van Vianden, van Ammerzoyen etc., Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock Ariens de Cox zoon, met het hoge huis te Delwijnen met de goederen, vermeld in reg. nr. 32.
(des woensdages na sente Wilbrordsdach).
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3 verso.
43 1513 november 9
Marcelis van Diest, stadhouder van de lenen van Ammerzoyen, beleent uit naam van Henrick, graaf van Nassau, heer van Vianden, Ammerzoyen etc., ten overstaan van Jan Ectoerss. en Goetscalck Arntss., Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock Ariens de Cox zoon, met 7 morgen land onder Wel, genaamd De Clebeemt.
(des woensdages na sente Wilbrordsdach).
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3 verso.
45 1517 juni 30.
Frederick van Herler, zoon van heer Arien van Herler, ridder, beleent, ten overstaan van Jan Ectoerss. en Theeus Bartoutss., op bevel van Reyner van den Beern, drost van Ammerzoyen, bij gebrek aan leenmannen, Jan Janss., ten behoeve van Jan de Cock Arienss., met de helft van een tiend op de Ryngmeer.
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 4
46 1518 maart 23
Jacop die Cock Janss. heeft in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls momber van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.), een tiend van 82 morgen land onder Delwijnen, genaamd Die Cockesteynsche thiende.
(des dynsdages na sente Ghertruden dach der heiligen maget).
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7
47 1519 februari 12.
Jan Willemss van Gameren heeft, ten overstaan van Arnt de Cock en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock van Delwijnen Arienss., 1½ morgen land onder Delwijnen, gelegen naast land van de H. Geest te Bomel.
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7.
48 1520 mei 5.
Egen Gijsbertss. heeft ten overstaan van Joost van Haeften van Reynoye en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.) 2 morgen land onder Driel "op die beemden".
Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7.
49 1522 juni 17
Jacop de Cock (Janss.) heeft, ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijns als leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Jan de Cock van Delwijnen (Arienss.), die mondig geworden is, de tiend, genoemd in reg. nr. 46.
Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7.
50 1522 juni 17.
Jan Willemss. van Gameren heeft het land, genoemd in reg. nr. 47 ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Jan de Cock van Delwijnen Arienss., die mondig geworden is.
Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7.
51 1522 juni 17.
Egen Gijsbertss. heeft, ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelria, in leen ontvangen van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.), die mondig geworden is, het land, genoemd in reg. nr. 48.
Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7.
Reg. nrs. 68 en 72 zie inv.nr. 1226.
Van Adam tot Noach
Genesis 5
1 Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.
2 Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.
3 En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.
6 En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.
9 En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.
12 En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el.
15 En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.
18 En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.
21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methúsalach.
24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg. (Hij stierf niet) (Hebreeën 11:5)
25 En Methúsalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.
29 En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft!
32 En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth. (Gomer)
Noach tot Abraham
Genesis 10
21 Voorts zijn Sem zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van Heber (Hebreeuwer), broeder van Jafeth, de grootste.
22 Sems zonen waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en Lud, en Aram.
24 En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber.
25 En Heber werden twee zonen geboren; des enen naam was Peleg; want in zijn dagen is de aarde verdeeld; en zijns broeders naam was Joktan.
Gen 11:18.
En Peleg leefde dertig jaren, en hij gewon Rehu.
Gen 11:20.
En Rehu leefde twee en dertig jaren, en hij gewon Serug.
Gen 11:22.
En Serug leefde dertig jaren, en gewon Nahor.
Gen 11:24.
En Nahor leefde negen en twintig jaren, en gewon Terah.
Gen 11:26.
En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.
Gen 11:29.
En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams huisvrouw was Sarai, en de naam van Nahors huisvrouw was Milka, een dochter van Haran, vader van Milka, en vader van Jiska.
Van Abraham tot Jezus.
Geslacht register van JEZUS. (moeder van Yeshua)
Mattheüs 1
1 Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.
2 Abraham (1) gewon Izak, en Izak (2) gewon Jakob, en Jakob (3) gewon Juda, en zijn broeders;
3 En Juda (4) gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares (5) gewon Esrom, en Esrom (6) gewon Aram;
4 En Aram (7) gewon Aminadab, en Aminadab (8) gewon Nahasson, en Nahasson (9) gewon Salmon;
5 En Salmon (10) gewon Booz (11) bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed (12) gewon Jessai;
6 En Jessai (13) gewon David, den koning; en David, den koning, (14) gewon Salomon bij degene, die Uria's vrouw was geweest;
7 En Salomon (1) gewon Roboam, en Roboam (2) gewon Abia, en Abia (3) gewon Asa;
8 En Asa (4) gewon Josafat, en Josafat (5) gewon Joram, en Joram (6) gewon Ozias;
9 En Ozias (7) gewon Joatham, en Joatham (8) gewon Achaz, en Achaz (9) gewon Ezekias;
10 En Ezekias (10) gewon Manasse, en Manasse (11) gewon Amon, en Amon (12) gewon Josias;
11 En Josias (13) gewon Jechonias (14) , en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.
12 En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiël, en Salathiël (1) gewon Zorobabel;
13 En Zorobabel (2) gewon Abiud, en Abiud (3) gewon Eljakim, en Eljakim (4) gewon Azor;
14 En Azor (5) gewon Sadok, en Sadok (6) gewon Achim, en Achim (7) gewon Elihud;
15 En Elihud (8) gewon Eleazar, en Eleazar (9) gewon Matthan, en Matthan (10) gewon Jakob;
16 En Jakob (11) gewon Jozef (12), den man (vader) van Maria (13) , uit welke geboren is Yeshua (14), gezegd HaMashiach.
17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.
18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
19 Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.
20 En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest;
21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
22 En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende:
23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.
24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen;
25 En hij had geen gemeenschap met haar, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS.
Genesis 3
15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
Raiders of the Lost Book - Ep 2 - By Michael Rood (uitleg stamboom van Jezus).
Jozef de stiefvader van Jezus zijn geslachtsregister is:
Lukas 3
Geslachtsregister van Jezus
23 En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den zoon van Heli,
24 Den zoon van Matthat, den zoon van Levi, den zoon van Melchi, den zoon van Janna, den zoon van Jozef,
25 Den zoon van Mattathías, den zoon van Amos, den zoon van Naüm, den zoon van Esli, den zoon van Naggai,
26 Den zoon van Maáth, den zoon van Mattathías, den zoon van Semeï, den zoon van Jozef, den zoon van Juda,
27 Den zoon van Johannes, den zoon van Rhesa, den zoon van Zorobábel, den zoon van Saláthiël, den zoon van Neri,
28 Den zoon van Melchi, den zoon van Addi, den zoon van Kosam, den zoon van Elmódam, den zoon van Er,
29 Den zoon van Joses, den zoon van Eliëzer, den zoon van Jorim, den zoon van Matthat, den zoon van Levi,
30 Den zoon van Simeon, den zoon van Juda, den zoon van Jozef, den zoon van Jonan, den zoon van Eljakim,
31 Den zoon van Meleas, den zoon van Maïnan, den zoon van Mattatha, den zoon van Nathan, den zoon van David,
32 Den zoon van Jesse, den zoon van Obed, den zoon van Boöz, den zoon van Salmon, den zoon van Nahasson,
33 Den zoon van Aminádab, den zoon van Aram, den zoon van Esrom, den zoon van Fares, den zoon van Juda,
34 Den zoon van Jakob, den zoon van Izak, den zoon van Abraham, den zoon van Thara, den zoon van Nachor,
35 Den zoon van Saruch, den zoon van Ragau, den zoon van Falek, den zoon van Heber, den zoon van Sala,
36 Den zoon van Kaïnan, den zoon van Arfaxad, den zoon van Sem, den zoon van Noë, den zoon van Lamech,
37 Den zoon van Mathusala, den zoon van Enoch, den zoon van Jared, den zoon van Maláleël, den zoon van Kaïnan,
38 Den zoon van Enos, den zoon van Seth, den zoon van Adam, den zoon van God.
Jozef de man van Maria moeder van Jezus zijn geslachtsregister is:
https://publicrecordmrgpdegier.jouwweb.nl/ancestors-1/yahushua-jesus
'
Jezus: Koning der Koningen.
Zijn titels zullen Zijn:
Wonderbare Raadgever, Machtige God, Vader der eeuwen, Vorst van Vrede.
1 Koningen 8
39 Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen;
2 Kronieken 6
Gebed van Sálomo
12 En hij stond voor het altaar des HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israël; en hij breidde zijn handen uit;
13 (Want Sálomo had een koperen gestoelte gemaakt, en had het gesteld in het midden des voorhofs; zijnde vijf ellen in zijn lengte en vijf ellen in zijn breedte, en drie ellen in zijn hoogte; en hij stond daarop, en knielde op zijn knieën voor de ganse gemeente van Israël, en breidde zijn handen uit naar den hemel.)
14 En hij zeide: HEERE, God van Israël, er is geen God gelijk Gij, in den hemel noch op de aarde, houdende het verbond en de weldadigheid aan Uw knechten, die voor Uw aangezicht met hun ganse hart wandelen;
15 Die Uw knecht, mijn vader David, gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, gelijk het te dezen dage is.
16 En nu, HEERE, God van Israël, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die zitte op den troon van Israël; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen in Mijn wet, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.
17 Nu dan, o HEERE, God van Israël! Laat Uw woord waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, tot David.
18 Maar waarlijk, zou God bij de mensen op de aarde wonen? Ziet de hemelen, ja, de hemel der hemelen, zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb?
19 Wend U dan nog tot het gebed Uws knechts, en tot zijn smeking, o HEERE (יְהוָה), mijn God (אֱלֹהֵי), om te horen naar het geroep en naar het gebed, dat Uw knecht voor Uw aangezicht bidt.
20 Dat Uw ogen open zijn, dag en nacht, over dit huis, over de plaats, van dewelke Gij gezegd hebt, Uw Naam daar te zullen zetten; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats.
21 Hoor dan naar de smekingen van Uw knecht, en van Uw volk Israël, die in deze plaats zullen bidden; en hoor Gij uit de plaats Uwer woning, uit den hemel, ja, hoor, en vergeef.
22 Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en die hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken, en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal;
23 Hoor Gij dan uit den hemel, en doe, en richt Uw knechten, vergeldende den goddeloze, gevende zijn weg op zijn hoofd, en rechtvaardigende den rechtvaardige, gevende hem naar zijn gerechtigheid.
24 Wanneer ook Uw volk Israël voor het aangezicht des vijands zal geslagen worden, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich bekeren, en Uw Naam belijden, en voor Uw aangezicht in dit huis bidden en smeken zullen,
25 Hoor Gij dan uit den hemel, en vergeef de zonden van Uw volk Israël, en breng hen weder in het land, dat Gij hun en hun vaderen gegeven hebt.
26 Als de hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en van hun zonde zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben;
27 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonden Uwer knechten en van Uw volk Israël, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg, in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.
28 Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren of honigdauw, sprinkhanen en kevers wezen zullen, als iemand van zijn vijanden in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal;
29 Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, of van al Uw volk Israël geschieden zal, als zij erkennen, een ieder zijn plage en zijn smarte, en een ieder zijn handen in dit huis uitbreiden zal;
30 Hoor Gij dan uit den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van de kinderen der mensen.
31 Opdat zij U vrezen, om te wandelen in Uw wegen, al de dagen, die zij leven zullen op het land, dat Gij onzen vaderen gegeven hebt.
32 Zelfs ook aangaande den vreemde, die van Uw volk Israël niet zijn zal, maar uit verren lande, om Uws groten Naams, en Uwer sterke hand, en Uws uitgestrekten arms wil, komen zal; als zij komen, en bidden zullen in dit huis;
33 Hoor Gij dan uit den hemel, uit de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, zo om U te vrezen, gelijk Uw volk Israël, als om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb.
34 Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijanden uittrekken zal door den weg, dien Gij hen heenzenden zult, en zullen tot U bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;
35 Hoor dan uit den hemel hun gebed en hun smeking, en voer hun recht uit.
36 Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in een land, dat verre of nabij is;
37 En zij in het land, waar zij gevankelijk weggevoerd zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het land hunner gevangenis, zeggende: Wij hebben gezondigd, verkeerdelijk gedaan, en goddelooslijk gehandeld;
38 En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart en met hun ganse ziel, in het land hunner gevangenis, waar zij hen gevankelijk weggevoerd hebben, en bidden zullen naar den weg huns lands, dat Gij hun vaderen gegeven hebt, en naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb;
39 Hoor dan uit den hemel, uit de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smekingen, en voer hun recht uit, en vergeef Uw volk, wat zij tegen U gezondigd zullen hebben.
40 Nu, mijn God, laat toch Uw ogen open en Uw oren opmerkende zijn tot het gebed dezer plaats.
41 En nu, HEERE God, maak U op tot Uw rust, Gij en de ark Uwer kracht; laat Uw priesters, HEERE God, met heil bekleed worden, en laat Uw gunstgenoten over het goede blijde zijn.
42 O HEERE God! wend het aangezicht Uws gezalfden niet af; gedenk der weldadigheden van David, Uw knecht.
Psalmen 94
11 De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
Psalmen 139
23 Doorgrond mij, o God! (YHWH) en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten.
1 Kronieken 28
9 En gij, mijn zoon Sálomo, ken den God uws vaders, en dien Hem met een volkomen hart en met een willige ziel; want de HEERE (YHWH) doorzoekt alle harten, en Hij verstaat al het gedichtsel der gedachten; indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden; maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstoten.
Jeremía 30
24 De hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult gij daarop letten.
Hebreeën 4
1 Johannes 3
Romeinen 12
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.
Exodus 40
15 En gij zult hen zalven, gelijk als gij hun vader zult gezalfd hebben, dat zij Mij het priesterambt bedienen. En het zal geschieden, dat hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij hun geslachten.
Exodus 29
7 En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult gij hem zalven.
Exodus 30
22 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
23 Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd sikkels, en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig sikkels;
24 Ook kassie, vijfhonderd, naar den sikkel des heiligdoms, en olie van olijfbomen een hin;
25 En maak daarvan een olie der heilige zalving, een zalf, heel kunstiglijk gemaakt, naar apothekerswerk; het zal een olie der heilige zalving zijn.
26 En met dezelve zult gij zalven de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis.
27 En de tafel met al haar gereedschap, en den kandelaar met zijn gereedschap, en het reukaltaar;
28 En het altaar des brandoffers, met al zijn gereedschap, en het wasvat met zijn voet.
29 Gij zult ze alzo heiligen, dat zij heiligheid der heiligheden zijn; al wat ze aanroert, zal heilig zijn.
30 Gij zult ook Aäron en zijn zonen zalven, en gij zult hen heiligen, om Mij het priesterambt te bedienen.
31 En gij zult tot de kinderen Israëls spreken, zeggende: Dit zal Mij een olie der heilige zalving zijn bij uw geslachten.
32 Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn.
33 De man, die zulk een zalf maken zal als deze, of die daarvan op wat vreemds doet, die zal uitgeroeid worden uit zijn volken.
34 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u welriekende specerijen, mirresap, en oniche, en galban, deze welriekende specerijen, en zuiveren wierook; dat elk bijzonder zij.
35 En gij zult een reukwerk ener zalf daaruit maken, naar het werk des apothekers, gemengd, rein, heilig.
36 En gij zult van hetzelve heel klein pulver stoten, en gij zult daarvan leggen voor de getuigenis in de tent der samenkomst, waarheen Ik tot u komen zal; het zal ulieden heiligheid der heiligheden zijn.
37 Doch naar het maaksel dezes reukwerks, hetwelk gij gemaakt zult hebben, zult gijlieden voor uzelven geen maken; het zal u heiligheid zijn voor den HEERE.
38 De man, die dergelijke maken zal, om daaraan te rieken, die zal uitgeroeid worden uit zijn volken.
Leviticus 7
35 Dit is de zalving van Aäron en de zalving van zijn zonen, van de vuurofferen des HEEREN; ten dage als Hij hen deed naderen, om het priesterdom den HEERE te bedienen;
36 Hetwelk de HEERE (YHWH) hun van de kinderen Israëls te geven geboden heeft, ten dage als Hij hen zalfde; het zij een eeuwige inzetting voor hun geslachten.
Numeri 18
8 Voorts sprak de HEERE tot Aäron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israëls heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan uw zonen, tot een eeuwige inzetting.
Jesaja 61
1 De Geest des Heeren HEEREN (YHWH) is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;
Lukas 4
17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was:
18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.
21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.
Lukas 7
46 Met olie hebt gij Mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft Mijn voeten met zalf gezalfd.
Handelingen 4
26 De koningen der aarde zijn te zamen opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde.
27 Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israëls;
Handelingen 10
38 Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
2 Korinthe 1
21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God;
22 Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven.
Jezus Sirach 46
21 En eer hij ontsliep betuigde hij voor de Here, en zijn gezalfden,
Daniel 9
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
Create Your Own Website With JouwWeb