Nog te regelen

 

Wappie: Wakker, Alert, Pienter, Persoonlijkheid, Intelligent  en Evenwichtig

 

 

 

Mandaat:

 

(Hofstelsel: economisch systeem en Feodale stelsel: politiek systeem)

 

RDW mandaat: (Besluit mandaat, volmacht en machtiging tolhefferstaken RDW)

 

Youri Plate uitspraak:

 

Bank:
Stefaan Decreane

 

Belasting:
Heleen Bisschoff-Moonen

 

CJIB verkeersboete:
Parket CVOM

 

Deurwaarders:

Vraag 1: Namens wie komt u?

Vraag 2: Waar is het contract tussen jullie en de persoon die je daar op papier hebt staan?

 

Bosveld: 

Stedin

 

Peter Oskam:

Gemeente belasting

 

 

Artikel 16 - Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling

Omdat de vermeende overtreding waarop de beschikking is gestuurd niet een strafbaar feit is. Het staat niet in de strafwet. De beschikking is gebaseerd op wet-regelgeving. Zie Lex-superieur. 

 

Grondwetsbepaling

Artikel 16 is niet van toepassing ten aanzien van feiten, strafbaar gesteld krachtens het Besluit Buitengewoon Strafrecht.

 

M.a.w. ze dekken zich hiermee weer in. Hadden wij iets anders van ze verwacht?!

 

Source:

 

 

Schaardijk 150, 3063 NH Rotterdam

 

Evides Industriewater B.V.

KVK-nummer: 24388995

24388998 Uitgeschreven per 6 juli 2017

 

Evides N.V.

KVK-nummer: 24170650

Bestuurder: Ottolini, Anna Maria (datum registratie: 4-11-2014)

Alleen/zelfstandig bevoegd

 

wegens oplichten van de aandeelhouders op de beurs

Informatie over het inschrijven van publiekrechtelijke rechtspersonen en functionarissen die hier werkzaam zijn.

 

Vanaf medio april 2021 kunnen ook bepaalde zelfstandige onderdelen van de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden zich inschrijven in het Handelsregister. Het is een facultatieve inschrijving. Het is geen verplichting.

 

Ministeries en bepaalde uitvoerende diensten van ministeries kunnen zich al sinds 2008 inschrijven in het Handelsregister.

 

Daar komt nu een beperkt aantal onderdelen van de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden bij. Het betreft o.a. de rechtbanken, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de Hoge Raad voor de Rechtsspraak en de Hoge Colleges van Staat.

 

Een publiekrechtelijke rechtspersoon schrijf je in met formulieren die je kunt downloaden van onze website.

Inschrijving van een functionaris voor een publiekrechtelijke rechtspersoon kan alleen worden ingeschreven als de rechtspersoon een onderneming heeft.

 

In geval van een onderneming worden ook de namen van de bestuurders en leden van het toezichthoudend orgaan (commissarissen) ingeschreven, inclusief hun bevoegdheid.

Bij een publiekrechtelijke rechtspersoon zonder onderneming worden geen bestuurders of leden van het toezichthoudend orgaan (commissarissen) ingeschreven.

 

Volmachten:

Vrijwillige volmachten hoeven niet te worden ingeschreven.

Volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen moeten verplicht worden opgegeven. Van een gevolmachtigde kan de naam van de gevolmachtigde of de functie worden opgenomen en de inhoud van de volmacht. Als een naam wordt opgegeven kan ook de titel daarbij worden vermeld.

 

Deze privaatrechtelijke volmachten kunnen onderdeel uitmaken van een ruimere regeling waarbij ook bepaalde publiekrechtelijke bevoegdheden zijn gemandateerd.

 

Wat zijn publiekrechtelijke rechtspersonen?

 

Ministeries en dienstonderdelen

Provincies

gemeenten

waterschappen

lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend

lichamen met overheidstaak

rechtspersoon met wettelijke taak (RWT's) en zelfstandig bestuursorgaan (ZBO's)

adviescolleges (RWI en SER)

universiteiten en academische ziekenhuizen

openbare lichamen ingesteld op basis van een gemeenschappelijke regeling

 

 

In geval van een onderneming worden ook de namen van de bestuurders en leden van het toezichthoudend orgaan (commissarissen) ingeschreven, inclusief hun bevoegdheid.

Bij een publiekrechtelijke rechtspersoon zonder onderneming worden geen bestuurders of leden van het toezichthoudend orgaan (commissarissen) ingeschreven.

 

 

 

Volmachten

Vrijwillige volmachten hoeven niet te worden ingeschreven. Volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen moeten verplicht worden opgegeven. Van een gevolmachtigde kan de naam van de gevolmachtigde of de functie worden opgenomen en de inhoud van de volmacht. Als een naam wordt opgegeven kan ook de titel daarbij worden vermeld.

 

Lex superior derogat legi inferiori = hogere wetgeving voorgaat op lagere wetgeving.

Source:

 

Met bezwaar/verzet/beroep geeft je hun ‘formele rechtskracht’ / je erkent hun rechtshandelen

Dat is de reden dat we altijd ‘juridische verklaring’ als koptekst gebruiken…

Zo blijf je in je publiekrechtelijke mensenrechten staan. En dwang tot privaatrechtelijk handelen mag niet.

 

 

Je verwoord het verkeerd. Te hard rijden. Moet zijn, ik heb de adviessnelheid niet opgevolgd.

Meer km's per uur voortbewegen dan de adviessnelheid is niet strafbaar zo lang jij niet de rechten van anderen schendt en/of hen bewijsbaar in gevaar brengt.

Staat ook niet vermeld in het wetboek van strafrecht en dat is de enige wet die toepasbaar is, als je tenminste opzegging machtiging besturen/vertegenwoordiging gemeld hebt.

Zo niet dan val je onder de bestuurswet en heb je ermee ingestemd door o.a. te stemmen.

 

 

cusipnummer

gemeiuttility

 

betreft
afschrift uit centraal bevoegdheden register
rijksoverheid
mandaten krijgen
Heerlen belastingdienst
inspecteur
mandaat van de belastingdienst
geldig van-tot 2017 (computer)
volmacht krijgen
1400 gemeentelijke belastingen
organisatie onderzoeken
Wie heeft deze mandaat uit de (een) afschrift uit centraal bevoegdheden register

(CJIB namens Directeur pc mag dat niet ondertekenen)
voor 2020, zijn niet rechtsgeldig

aftreden van de kabinetten

 

Mandaat:

Source:

 

Schenking:

Source:

 

Het originele besluit tot een zakelijk voorstel (de beschikking). Dit besluit dient te zijn voorzien van een naam, functie en natte handtekening van de daartoe bevoegde medewerker in zaken art 3:33 BW, en/of te voldoen aan art 3:15a BW. Er is uitvoerig over de handtekening in het boek KEN UW RECHT een heel hoofdstuk aan gewijd.

 

Moet onder raadsbesluiten een handtekening of is de naam voldoende?


Recht Gemeentewet
In de Awb staat niet duidelijk dat een besluit moet zijn ondertekend, maar dit zou u wel uit artikel 10:11, eerste lid, van de Awb kunnen opmaken:

 

Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.
In dat geval moet uit het besluit blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.
Het gaat hier om ondertekeningsmandaat. Een bestuursorgaan hoeft niet altijd zelf te tekenen, maar kan op grond van artikel 10:11, eerste lid, van de Awb bepalen dat namens hem wordt ondertekend. Daaruit zou u kunnen opmaken dat besluiten moeten zijn ondertekend. Verder is het zo dat de burger erop moet kunnen vertrouwen dat de brief ook inderdaad namens het betreffende bestuursorgaan is verzonden. De gemeente kan daarom een digitale of elektronische handtekening gebruiken.

Soms kan de ondertekening om administratieve en/of organisatorische redenen niet worden gevergd. Deze situatie doet zich voor bij de Belastingdienst, maar ook bij WOZ-beschikkingen van gemeenten. Het ontbreken van handtekening en naam van de inspecteur is in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen en jurisprudentie. Omdat burgers moeten kunnen nagaan of het besluit bevoegdelijk is genomen, wordt geadviseerd om de gang van zaken te vermelden. Bijvoorbeeld dat de brief in een automatisch proces is vervaardigd en derhalve niet is ondertekend.

 

Source:

 

 

Deurwaarders:

Heb een uitnodiging voor de rechtbank van bosveld terwijl de zaak nog loopt en de termijn om te reageren op mijn juridische brief nog loopt
Ben benieuwd wat voor antwoord ik krijg

Heb je een art.21 Rechtsvordering gedaan die ze niet beantwoord hebben?

Zo ja….
Doe je als je gedagvaard wordt een eis in reconventie met je rechtsvorderingsvragen.
Kort en bondig gesteld…zodat er weinig ruimte is om af te leiden.

Dus je vragen stel je dan als tegeneis. Aan tegenpartij is de bewijslast art.150 RV
En je geeft in het slotwoord aan deze vragen ook al schriftelijk eerder gesteld te hebben doch geen beantwoording te hebben mogen ontvangen.

Doen ze dat niet (?) stel je de vragen in tegeneis mbt. de dagvaarding.
(Tip,…wel de verstuurde brieven benoemen (dat je schriftelijk om bewijs gevraagd hebt) maar in eerste instantie niet de brieven fysiek toevoegen aan je verweer,….stuur slechts de kopieën verzend bewijzen…..mee met je eis in reconventie

Zorg dat je screenshots maakt van de ontvangst bevestiging op post.nl voor in je dossier.

Wanneer je van de gdw een nat ondertekend geschrift hebt, dan die gdw. Krijg je van de gdw geen nat ondertekend geschrift en ook niet conform art.3:25a bw, dan de hoofdverantwoordelijke bestuurder omdat je dan niet weet wie die gdw is.

 

1. Belasting

  • inkomsten (persoon moet mens in huren)
  • wegenbelasting
  • BTW (verlegd)
  • Gemeente (Capelle aan den IJssel) "Gemeenschappelijke Regeling IJSSELgemeenten"

 

Peter Oskam (Burgemeester) mails gestuurd op:
ma 24 jan 2022 10:10
zo 6 feb 2022 16:17
wo 16 feb 2022 16:43
do 9 jun 2022 13:31

 

Op 31 januari 2022 afgegeven aan de gemeente Capelle aan den IJssel:

Opzegging machtiging besturen

Attestatie de vita 

Kiespas teruggegeven met van alles erop geschreven op de gesloten envelop

Bewijs met datum afgifte van de gemeente met stempel

 

2. Huis (koop of huur)

  • huur (ANBI Stichting Havensteder)
  • koop (banken)

3. Auto

  • Kenteken blokkade
  • Als het goed is, krijg je eerst de aankondiging van de beslaglegging, daarmee is er al een kentekenblokkade. En als je pech hebt, dan komen ze daarna daadwerkelijk je auto ophalen. Bij mij zo gegaan. Maar het varieert, bij anderen 'alleen' kentekenblokkade maar niet wegnemen van je voertuig.
  • Verkeersboete

4. Elektriciteit en Gas  

  • Greenchoice
  • Evides
  • Bosveld

5. Land

  • Kadaster

6. Deurwaarders/Incasso bureaus

7. Rechters / Rechtbanken

8. Politie

9. Verzekeringen

  • auto
  • scooter
  • werk (ZZP-er)

10. Ziekenfonds / Zorgverzekering

  • CJIB
  • CAK

Regeling zorgverzekering

11. Bedrijven

12. Banken

  • Zilver (geld)

 

  1. gold

    1. as precious metal

    2. as a measure of weight

    3. of brilliance, splendour (fig.)

 

  1. silver, money

    1. silver

      1. as metal

      2. as ornament

      3. as colour

    2. money, shekels, talents

 

Overzicht van gestelde termijnen:

Eerste brief; Vragen art.21 RV Termijn 14 dg.

 

-tweede brief; Ingebrekestelling art.6:82 BW (jij bent nu schuldeiser ,…ze zijn antwoorden verschuldigd) Termijn 7 dg met aankondiging tot verzuim art. 6:62 en 6:61 BW

 

Heb je aantoonbaar gewerkt….en gaan ze toch door (?) heb je grondslag tot aangifte en zijn ze in onrechtmatige daad art.6:162 BW

 

In 3 weken zijn ze met 2 brieven in verzuim gewerkt en zijn ze zonder executoire titel,…(wat ze uiteraard frustreert)

 

Ik pareer ze als ze doorgaan door de directeur vh kantoor op huisadres te attenderen/waarschuwen voor consequenties,.. in mijn plicht in art.135 SR met een exploot te sturen . Als ze dan nog doorgaan….zijn ze juridisch,….het haasje

 

Aansprakelijk stellen, hoe en waarom.

09 december 2019

 

 

Als een persoon of een bedrijf schade heeft geleden die door een ander is veroorzaakt, dan zal hij die ander aansprakelijk moeten stellen. Lees hier alles over het aansprakelijk stellen van personen of bedrijven.

Betekenis van de aansprakelijkstelling

Een persoon of bedrijf kan een fout maken waardoor een ander schade lijdt. Er kan dan aansprakelijkheid bestaan. Dat betekent dat de aansprakelijke partij verplicht is de schade te vergoeden. Die aansprakelijkheid en verplichting tot schadevergoeding kan zijn gebaseerd op (schending) van een contract (bijvoorbeeld als een contractpartij zijn verplichtingen niet nakomt) of op een wettelijke bepaling zoals de aansprakelijkheid van de veroorzaker van een verkeersongeval of die van de bezitter van een gebrekkige opstal.

Het krijgen van een schadevergoeding gaat meestal niet vanzelf. De tegenpartij zal eerst aansprakelijk gesteld moeten worden door de partij die schade heeft geleden. Die  aansprakelijkstelling  zet alles in gang. Door de  aansprakelijkstelling  wordt de tegenpartij bekend met de gevolgen van zijn handelen en met zijn eigen (gestelde) aansprakelijkheid daarvoor.

Erkenning van aansprakelijkheid

De aansprakelijkstelling geeft de tegenpartij de gelegenheid om die aansprakelijkheid te erkennen en om de schade te vergoeden of om de   aansprakelijkstelling  te melden bij de aansprakelijkheidsverzekeraar.   Uw doel is dat de tegenpartij schriftelijk naar u bevestigt dat deze de aansprakelijkheid erkent. Maar de tegenpartij is het niet altijd eens met de  aansprakelijkstelling.  Met alleen een aansprakelijkstelling  is er meestal nog geen aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid is er pas als die wordt erkend door de tegenpartij (of diens verzekeraar) of als dat is beslist door een rechter.

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

Verantwoordelijkheid is niet hetzelfde als aansprakelijkheid.  Als iemand ergens verantwoordelijk voor is, dan hoeft er nog niet meteen ook een verplichting te bestaan tot schadevergoeding. In het spraakgebruik kan met verantwoordelijkheid soms best aansprakelijkheid worden bedoeld, maar het is geen juridische of wettelijke term.

Is een  aansprakelijkstelling  verplicht?

De  aansprakelijkstelling  is niet verplicht, maar zonder aansprakelijkstelling zal de tegenpartij meestal niet uit zichzelf schade vergoeden of de zaak melden bij de verzekeraar. Het is in feite het startschot van het traject naar een schadevergoeding en het is belangrijk voor de vraag of de zaak is verjaard bijvoorbeeld.   Bij contractuele aansprakelijkheid kan de aansprakelijkstelling wél verplicht zijn.

Hoe moet ik aansprakelijk stellen?

Een  aansprakelijkstelling  is niets meer dan de vermelding daarvan aan de tegenpartij. U vermeldt wat er is gebeurd, dat er schade is geleden, dat u de tegenpartij daarvoor aansprakelijk stelt, op grond waarvan en dat u wil dat alle geleden en nog te lijden (materiële en immateriële) schade wordt vergoed. U hoeft nog niet meteen toe te lichten hoe hoog de schade is en waaruit die schade allemaal bestaat. De vermelding dat er schade is geleden en waaruit die schade ongeveer bestaat is voldoende.

Informatie verzamelen

Hoewel het voor de  aansprakelijkstelling  zelf nog niet nodig is alles gedetailleerd te beschrijven en te bewijzen, is het wel verstandig dat u in een vroeg stadium zo veel mogelijk informatie verzamelt en ook vastlegt. Dank daarbij aan het volgende:

  • foto’s of video van de schade en van de situatie van vóór en ná de gebeurtenis,
  • heeft u geen foto’s, maak dan een situatieschets,
  • contactgegevens van getuigen,
  • contactgegevens van daders,
  • schriftelijke of met video vastgelegde verklaringen van getuigen,
  • een proces-verbaal van politie,
  • voorwerpen of onderdelen die een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de schade,
  • kentekens van betrokken voertuigen,
  • bonnen en betaalbewijzen van gemaakte kosten,
  • medische informatie (bij letsel).

Zorg er ook voor dat als u naar het ziekenhuis of huisartsenpost moet, er een volledig en uitgebreid medisch dossier wordt gemaakt. Indien mogelijk laat u de politie een politierapport opstellen. Hoe meer bewijzen er verzameld worden hoe beter. Dit kan u in een mogelijke gang naar de rechter goed van pas komen. U moet immers bewijzen dat de tegenpartij schuldig is aan het ongeluk of ongeval. U zult moeten bewijzen dat de tegenpartij veroorzaker is van de gebeurtenis en dat u door de tegenpartij zijn schuld schade hebt geleden.

Grondslagen aansprakelijkheid

Het verschilt per geval op grond waarvan de tegenpartij aansprakelijk kan worden gesteld. Hieronder ziet u enkele hoofdcategorieën, waarover u meer kunt lezen.

  • Onrechtmatige daad, artikel 6:162 BW (verkeersongevallen, gevaarzetting, geweld, vernieling, beschadiging),
  • Werkgeversaansprakelijkheid, artikel 7:658 BW (aansprakelijkheid van de werkgever voor schade van de werknemer opgelopen tijdens het werk),
  • Risicoaansprakelijkheid (gebrekkige opstal artikel 6:174 BW of zaak artikel 6:173 BW, schade door dieren artikel 6:179 BW, schade door werknemers artikel 6:170 BW of opdrachtnemers artikel 6:171 BW, schade door kinderen artikel 6:169 BW),

Voorbeeld brief met aansprakelijkstelling

De volgende tekst kunt u gebruiken bij uw aansprakelijkstelling.

Hierbij stel ik u aansprakelijk voor de gevolgen van (gebeurtenis) op (datum). Ik stel u aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade. 

Deze brief heeft te gelden als een stuiting van de verjaring zoals bedoeld in artikel 3:310 BW.”

Per geval zal de grondslag voor aansprakelijk uiteraard kunnen verschillen. Iedere zaak ik toch weer net anders. Soms is er meer dan één partij aansprakelijk, soms is het een buitenlandse partij, soms spelen ook contractuele zaken mee en er kunnen andere verjaringstermijnen gelden. Om die reden is er niet één standaard model mogelijk die iedereen voor elk soort aansprakelijk stelling kan gebruiken.

Verjaring vordering tot schadevergoeding

Vorderingen tot schadevergoeding verjaren. Dat betekent dat u na verloop van tijd niet meer  een schadevergoeding kan afdwingen. De vordering tot schadevergoeding verjaart 5 jaren nadat u met zowel de schade als met de aansprakelijke persoon bekend bent geworden (artikel 3:310 BW).  Dit heet de ‘korte verjaringstermijn’. Er is ook een ‘lange verjaringstermijn’. Dat betekent dat iedere vordering tot schadevergoeding verjaart na 20 jaar nadat de schade is ingetreden (uitzonderingen daargelaten).

Bij verkeersongevallen kan het slachtoffer direct de schade vorderen bij de aansprakelijkheidsverzekeraar van de tegenpartij (de wa-verzekering of wam-verzekering). Dit heet de ‘directe actie’. Die vordering verjaart 3 jaren na het ongeval (artikel 10 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen).

Stuiting van de verjaring

Het doorlopen van verjaringstermijnen kan worden geschorst. Dat heet het ‘stuiten van de verjaring’. Dat gebeurt met een schriftelijke mededeling daarover aan de tegenpartij.  Daarmee gaat de verjaringstermijn opnieuw lopen.

Termijn voor  aansprakelijkstelling

U zult de aansprakelijke partij binnen de verjaringstermijn aansprakelijk moeten stellen.   In die aansprakelijkstelling zult u de verjaring moeten stuiten zodat de termijn opnieuw gaat lopen.

Aangetekend versturen?

Het is verstandig om de  aansprakelijkstelling  aangetekend te versturen omdat u dan later kan bewijzen dat u die brief toen ook werkelijk heeft verstuurd. Soms is het later nodig om dat te kunnen bewijzen, bijvoorbeeld in verband met verjaringstermijnen. U kan dan aantonen dat u iemand op tijd aansprakelijk hebt gesteld of dat u de verjaring op tijd hebt gestuit.

Aansprakelijk stellen voor materiële en immateriële schade

Het kan belangrijk zijn om expliciet te vermelden dat u iemand niet alleen voor de materiële schade (vermogensschade), maar ook voor immateriële schade aansprakelijk stelt (zoals smartengeld). Als u dat niet doet en u overlijdt bijvoorbeeld nog voordat de schade wordt vergoed, dan kan het zijn dat uw recht op immateriële schade niet overgaat op uw nabestaanden. Zie hierover bijvoorbeeld deze uitspraak.

Vragen?

Heeft u vragen of hulp nodig bij het aansprakelijk stellen van een partij? Neem vrijblijvend contact op om te overleggen met een advocaat.

Salva Schaderecht is een advocatenkantoor gespecialiseerd in aansprakelijkheid, letselschade en verzekeringsrecht. U heeft direct persoonlijk contact met een advocaat.

Salva Schaderecht | info@salvaschaderecht.nl |  085 800 8080 | Jansbuitensingel 7, 6811 AA Arnhem

 

1. Belasting

 

Belastingdienst is een bedrijfsproces

 

A. Dit ziet eruit als een bedrijfsproces. Bij A wordt de doelstelling beschreven om geld
te genereren.
B. Een bedrijfsproces heeft altijd een rollen en verantwoordelijkheden beschreven.
C. Een proces moet altijd gecontroleerd worden op compliance d.m.v. een audit.

Dit vertelt mij dus dat er een bedrijfsproces gemaakt is

om geld binnen te harken en te borgen.

 

Heleen Bisschoff-Moonen directeur Particulieren bij de Belastingdienst bij Financiën

Nieuwsbericht | 27-05-2022 | 09:00

 

Op 1 juni 2022 start Heleen Bisschoff-Moonen als directeur Particulieren bij de directie Particulieren van de Belastingdienst bij het ministerie van Financiën.

 

Source:

3. Auto

 

Kenteken 1) Aanwijzing 2) Attribuut 3) Attribuut van een auto 4) Autonummer 5) Blijk 6) Certificaat 7) Deel van een auto 8) Dienstkleding 9) Eigenschap 10) Etiket 11) Getuigenis 12) Herkenningsteken 13) Indenficatie middel voor voertuigen 14) Indicie 15) Insigne 16) Karakter 17) Kenmerk 18) Lakeien 19) Livrei

Handelaarskenteken | evofenedex

 

Een handelaarskenteken is een kenteken waarmee een voertuig uit een bedrijfsvoorraad of een voertuig dat je herstelt of bewerkt, gebruik mag maken van de openbare weg. Zowel bedrijven met een RDW-erkenning Bedrijfsvoorraad als bedrijven die in opdracht van derden voertuigen bewerken en herstellen kunnen deelnemen aan de handelaarskentekenregeling.

 

CO2: U stelt dat een voortuig CO2 uitstoot. Indien u meent dat ik voor CO2 uitstoot zou moet betalen dan verwerp ik dat, berisp ik u, en dient u deze fout te herstellen. BETEKENIS & DEFINITIE Koolstofdioxide, kooldioxide, ook koolzuurgas, in de 19e eeuw ook koolstofzuurgas genoemd, is een anorganische verbinding van koolstof en zuurstof, met als brutoformule CO₂. In zuivere toestand is het een kleurloos en geurloos gas dat van nature in de aardatmosfeer voorkomt. Koolstofdioxide ontstaat bij verbranding in cellen van organismen (verbrandingsproduct) en wordt opgenomen door planten voor de fotosynthese. Koolzuurgas Kleurloos en reukloos gas dat van nature in de lucht zit en dat je longen uitademen. Wanneer je inademt, vul je je longblaasjes in je longen met lucht. In die blaasjes wordt zuurstof in de lucht door het lichaam opgenomen. Daar wordt koolzuurgas uit je bloed afgestaan en door je uitgeademd. Wanneer je voedsel eet, worden de suikers erin verbrand in je spieren, hersenen enzovoort. Je lichaam verbruikt bij die verbranding zuurstof, die je daarvoor door de longen hebt ingeademd. Het maakt daarbij koolzuurgas, dat je uitademt. Dit is trouwens hetzelfde gas waarover je hoort bij het broeikaseffect, waardoor de aarde warmer wordt. Koolzuurgas komt namelijk ook vrij bij verbranding van biobrandstoffen: aardgas op het fornuis, benzine in scooters en auto’s, kerosine in vliegtuigmotoren enzovoort. Ook kooldioxide, CO2. Kijk ook bij ademhaling.

 

Wet van Mulder

Infopolitie

Uitleg wet Mulder

 

6. Deurwaarders/Incasso bureaus

  • Syncasso
  • Flanderijn
  • Bosveld
  • Intrum
  • Channock Chase
  • GGN

 

 

Ambtenaren:

 

Niet eens met een vonnis?

Verzetdagvaarding:

 

Er zit geen certificaat bij volgens art 3:15 a BW


Artikel 15a 
Evenals een elektronische gekwalificeerde handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronisch transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) hebben een geavanceerde elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 11, en een andere elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 10, van artikel 3 van deze verordening dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening, indien voor deze beide elektronische handtekeningen de methode voor ondertekening die gebruikt is voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.

 

Al die handtekeningen kloppen niet. Helaas heb ik net een uitspraak binnen waarin de rechter er niets mee doet.

 

 

 

Voor na onrechtmatig bankbeslag.

 

Bank opvragen machtiging schuldeiser Conceptje exploot Aangetekend Art.13 GW Persoonlijk, vertrouwelijk.

 

Geachte bij naam benoemde dir. Nav. Onaangekondigd beslag door anonieme schuldeiser. Conform art.21 RV (naar waarheid te beantwoorden) en attenderend op art.150 RV (bewijslast aan claimer) aan u te beantwoorden / stukken aan te leveren. - de rechtsgeldige machtiging van de opdrachtgever conform art.156 RV in kleurenkopie aan te leveren (in geval digitale handtekening conform art.3:15 a BW ).

U attenderende op art.3:71 BW, zoals beschreven ‘terstond’ alstublieft!

U tevens attenderend op bevestiging in art.6:37 BW ‘wie’ is schuldeiser /heeft juridische verantwoordelijkheid genomen?

Nb. Niet ‘wat’= Rechtspersoon, maar ‘wie’= ID.-indien reactie van ander dan aangeschrevene geschiedt (?), ‘uw’ machtiging conform art.156 RV toe te voegen in kleurenkopie zodat geen juridische misverstanden volgen.

 

Mocht u gestelde termijn overschrijden ben ik genoodzaakt verdere juridische stappen te nemen bij verplichting onder art.135 SR Ik wijs u er tevens op dat in een civiele zaak ook een rechter bij constatering,… aangifte plicht heeft bij art.162 SV. Aanleveringstermijn onder art.227 a&b SR 7 dagen.

 

Hoofdverantwoordelijke bestuurder van Uwv vragen wie schuldeiser is, machtiging laten zien anders is diefstal.

Weer vragen met art 21 en 150 rv op grond van art.227a en b Sr.

 

Vragen stellen, machtiging, wie is de schuldeiser onder art. 21 en 150 rv op grond van art. 227a en b Sr. Dat is de truuk jou van kastje naar de muur sturen.

 

In art 231b sr wordt uitgelegd dat niemand je identificerende persoonsgegevens niet mag misbruiken.. maar ga jij akkoord, stilzwijgend of niet dan komen ze met alles wat ze hebben op je dak timmeren.. Hoewel, je een privilege geniet nl uitkering v uwv.. kun je uwv ook daarop aanklagen dat zij jouw gegeven namen misbruiken. Bovendien is art 301 sr hier van sprake want uwv steelt een deel v je geld.

Wat de status quo betreft, je moet denk ik nu procederen en civiel rechtelijk. Lavg maakt inbreuk op oorspronkelijke contract art 3:44 lid 5 bw. Ze hebben mij geprobeerd aan de kruis te hangen middels drie brieven..die heb ik netjes met het rechtsvermoeden dat ik dood was, fictie of soldaat afwijzing teruggezonden..toen probeerden ze me via email aan de kruis te hangen. Nu is het stil..maar ben niet gek. Laat ze komen voor mijn deur.. Niemand kan je spullen zonder jouw toestemming afpakken..maar je moet wel de nodige wetskennis hebben..

 

1. Ik bén een mens en ik héb een natuurlijk persoon
2. Ik handel als mens ten behoeve van mijn natuurlijk persoon.

 

Kunt u (Bosveld) mij de overdracht akte sturen van het energie bedrijf (Stedin) per direct anders doe ik aangifte van chanteren via strafrecht art 285 speciaal lid b

 

Source:

Syncasso KVK uittreksel

Bankrekening nummer van Syncasso NL72 RABO 0111 6977 51

Syncasso Holding B.V.

KvK nr. 64144933

Utrecht

Enig aandeelhouder en Bestuurder, algemeen directeur

Alleen/ zelfstandig bevoegd

Uitrekstel Albatros Management_Joop Tromp_kvk nr 09220567_Syncasso

 

Het oprichten, verkrijgen en vervreemden van vennootschappen en ondernemingen, het verkrijgen en vervreemden van belangen daarin en het beheren of doen beheren, en het voeren of doen voeren van bestuur over vennootschappen en ondernemingen en het financieren of doen financieren daarvan.

 

6420 - Financiële holdings

Albatros Management B.V.
Het oprichten, verkrijgen en vervreemden van vennootschappen en ondernemingen, het verkrijgen en vervreemden van belangen daarin en het beheren of doen beheren, en het voeren of doen voeren van bestuur over vennootschappen en ondernemingen en het financieren of doen financieren daarvan.


KVK-nummer: 09220567
Besloten Vennootschap
Hoofdvestiging
Vestigingsnummer: 000006358608
Moses en Aäronlaan 18, 6564 BH Heilig Landstichting
Bestaande handelsnamen: Albatros Management B.V.

 

 

 

Machtiging eisen art.3:71 BW
Bij de derde die beslag honoreerde

Das de privaatrechtelijk bestuurder…..
De gdw moet je hebben die verkrijgt bevoegdheid uit ambts-eed (publiekrechtelijk)

 

Maar is dat de gerechtsdeurwaarder die je exploot ondertekende?

Je moet de betekenende gdw hebben,…die zette zijn/haar handtekening eronder en nam de juridische verantwoordelijkheid op ambts-eed.

CAK is een publiekrechtelijk rechtspersoon ….das een ‚wat‘ geen ‚wie‘.

Art.6:37 BW ‚wie‘ = ID

Zie onzetaal site:
Wie= is zinsonderwerp = ‚betrekkelijk VOORNAAMwoord‘
Wie is schuldeiser.


Art.3:71 BW wie is volmachtgever?

1 Verklaringen, door een gevolmachtigde afgelegd, kunnen door de wederpartij als ongeldig van de hand worden gewezen, indien zij de gevolmachtigde terstond om bewijs van de volmacht heeft gevraagd en haar niet onverwijld hetzij een geschrift waaruit de volmacht volgt is overgelegd, hetzij de volmacht door de volmachtgever is bevestigd.

2 Bewijs van volmacht kan niet worden verlangd, indien de volmacht door de volmachtgever ter kennis van de wederpartij was gebracht, indien zij op een door wet of gebruik bepaalde wijze was bekendgemaakt, of indien zij voortvloeit uit een aanstelling waarmede de wederpartij bekend is.

  

Art.6:37 BW

De schuldenaar is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten, indien hij op redelijke gronden twijfelt aan wie de betaling moet geschieden.

 

 

 

Foto: Emiel Harbers, CTO Harbers ICT en Ben van Zanten, Algemeen Directeur Bosveld

https://www.harbersict.nl/cases/bosveld.aspx

 

Your silence is consent

 

Foto: Emiel Harbers, CTO Harbers ICT en Ben van Zanten, Algemeen Directeur Bosveld

Source:

Foto: Emiel Harbers, CTO Harbers ICT en Ben van Zanten, Algemeen Directeur Bosveld

  Larix Exploitatie B.V.

KvK nr 3209022

Bosveld

Ben van Zanten

 

« Titel 2 - Rechtshandelingen

 

Foto: Emiel Harbers, CTO Harbers ICT en Ben van Zanten, Algemeen Directeur Bosveld

https://www.harbersict.nl/cases/bosveld.aspx

Boek 3 Artikel 35 (3:35 BW)

 Gerechtvaardigd vertrouwen

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.

 Toelichting

Voor een geldige rechtshandeling is een wil en een verklaring vereist. Soms kan iemand onder een rechtshandeling uit, indien hij een beroep kan doen op het ontbreken van de wil. Bijvoorbeeld iemand die lijdt aan een geestelijke stoornis. Voor de wederpartij kan dit erg nadelig zijn, omdat ook voor hem de rechtsgevolgen niet meer in het leven worden geroepen.

Dit artikel biedt zo’n wederpartij bescherming. De wederpartij moet gerechtvaardigd vertrouwen hebben op de gewekte schijn van de ander. Als iemand toerekenbaar een schijn van zijn wil heeft gewekt, dan wordt de wederpartij beschermd. Het kan ook zo zijn dat de wil en de verklaring niet overeenstemmen. Ook in dat geval kan een wederpartij een beroep doen op dit artikel, indien het gaat om een gerechtvaardigd vertrouwen.

Belangrijk hierbij is dat schuld geen vereiste is. Het is niet vereist dat de handelende partij een verwijt kan worden gemaakt van de gewekte schijn. Het feit dat de wederpartij gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op de wil en de verklaring is voldoende.

 Jurisprudentie

Hoge Raad 27 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1228 (Meplax/De Rooij).

De Hoge Raad besloot hier dat het voor gerechtvaardigd vertrouwen niet altijd een mededeling of gedraging van de wederpartij vereist is. Soms kan het uitblijven van een mededeling of gedraging voldoende zijn.

 

« Titel 3 - Volmacht

Boek 3 Artikel 60 (3:60 BW)

 Volmacht

 

  1. Volmacht is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.
  2. Waar in deze titel van rechtshandeling wordt gesproken, is daaronder het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.

 

 Toelichting

Iemand die een rechtshandeling verricht, bindt daarmee meestal zichzelf. Daarnaast kan je ook rechtshandelingen namens een ander verrichten. Dit kan door middel van een volmacht. Iemand geeft jou de bevoegdheid om namens hem een rechtshandeling te verrichten, de volmachtgever. De gevolmachtigde is degene die de rechtshandeling verricht.

Een volmacht betekent een bevoegdheid. Dat betekent dat je op basis van een volmacht niet verplicht kan worden bepaalde rechtshandelingen namens de volmachtgever te verrichten. Je hebt alleen de bevoegdheid deze in naam van een ander te doen. Die verplichting kan wel bestaan, maar dan niet uit hoofde van een volmacht. Bijvoorbeeld op basis van een overeenkomst van opdracht.

Bij de volmacht gaat het om onmiddellijke vertegenwoordiging. Ook wel directe vertegenwoordiging genoemd. Dat betekent dat de gevolmachtigde niet gebonden wordt aan de rechtshandeling, maar de volmachtgever. De rechtshandeling wordt verricht ‘in de naam van’ iemand anders.

 

 Jurisprudentie

Geen jurisprudentie beschikbaar. 

 

 

« Titel 3 - Volmacht

Boek 3 Artikel 61 (3:61 BW)

 Volmacht verlening en schijn van volmacht

  1. Een volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend.
  2. Is een rechtshandeling in naam van een ander verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.
  3. Indien een volgens wet of gebruik openbaar gemaakte volmacht beperkingen bevat, die zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij ze daarin niet behoefde te verwachten, kunnen deze haar niet worden tegengeworpen, tenzij zij ze kende.


 Toelichting

Een volmacht wordt door de volmachtgever verleend aan de gevolmachtigde. Hier zijn geen vormvereiste aan verbonden. Er dient alleen sprake te zijn van een wil en een verklaring, de wilsvertrouwensleer. De volmacht kan dus zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend worden verleend.

Schijn van volmachtverlening

De gevolmachtigde verricht rechtshandelingen in de naam van de volmachtgever met een derde, de wederpartij. Die wederpartij vertrouwt erop dat er sprake is van een volmachtverlening, maar soms is daar geen sprake van. De pseudo-volmachtgever wil dan helemaal niet gebonden zijn aan de rechtshandelingen die in zijn naam zijn verricht. Het feit dat er geen volmacht is verleend, kan echter niet aan de wederpartij worden tegengeworpen indien de schijn van volmachtverlening door de pseudo-volmachtgever is gewekt. Dit kan door een actieve handeling, maar ook door een nalaten. Bijvoorbeeld door een bepaalde situatie te laten voort bestaan en/of niet in te grijpen. Hierbij is niet van belang of sprake is van enige vorm van verwijtbaarheid.

 Jurisprudentie

Geen jurisprudentie beschikbaar. 

 

Albatros Management

KvK nr. 09220567

Joop Tromp

Syncasso bankbeslag over de maand april 2022

Op 20 februari 2023 is er een bankbeslag gelegd op mijn bankrekening

Er is geen toestemming nodig omdat het een dwangbevel is in naam van de Koning (van het CAK)

Dossnr 522206550 Afwikkeling bankbeslag 25 januari 2023

zorgverzekeringswet

 

Op 08-08-2022 is de betekening en bevel met het dwangbevel aan u betekend. Dat is gewoon in de brievenbus gestopt door Syncasso. Ik heb geen deurwaarder gezien of voor open gedaan

 

CAK
Uitvoeren van administratieve werkzaamheden verbonden aan de awbz als landelijk kantoor voor de betalingen en andere dienstverlening op het gebied van zorgverzekering
KVK-nummer: 56806787
Publiekrechtelijke Rechtspersoon
Hoofdvestiging
Vestigingsnummer: 000026319926
Prinses Beatrixlaan 7, 2595 AK 's-Gravenhage

 

 

 

 

 

Eksterenberg 50, 1790 Affligem België

 

 

 

EUROVLAS, AFGEKORT : B.T.C. NV

1790 AFFLIGEM

laatste publ. 2023-01-05BE0406560751

 

CONTINENTAL IEPER BVBA

9830 SINT-MARTENS-LATEM

laatste publ. 2022-05-02BE0433329484

ALBATROS MANAGEMENT COMPANY BVBA

1790 ESSENElaatste publ. 2016-08-01BE0866543560

 

Source:

 

 

T.P. Nieuwpoort

Geboortedatum: 09-12-1966

Koninginneweg 82

3262 JD Oud-Beijerland

FLANDERIJN KVK uittreksel

 

KvK nr 24259712

 

 

Bestuurder 1:

Flanderijn Beheer B.V. (6420, Financiële holdings)

KvK nr 24235624

bestuurder A
Bevoegdheid: Alleen/zelfstandig bevoegd

Flanderijn, Johannes Marco

bestuurder A

 

Levava B.V. (Financiële Holding)

KvK nr. 77479629

bestuurder B
Bevoegdheid:  Alleen/zelfstandig bevoegd

 

Green Mountain B.V. (Financiële Holding)

KvK nr. 77485661

bestuurder C
Bevoegdheid Alleen/zelfstandig bevoegd

 

Laura Mooi B.V.
Ingeschreven onder KvK nr. 77789784

bestuurder D
Bevoegdheid: Alleen/zelfstandig bevoegd

 

Dreverhaven Holding B.V.

KvK nr. 52157768

bestuurder E
Bevoegdheid: Alleen/zelfstandig bevoegd

 

Pignus B.V.
KvK nr. 62206664

bestuurder F
Bevoegdheid: Alleen/zelfstandig bevoegd

 

Marlonisa B.V.

KvK nr. 59678100

bestuurder G
Bevoegdheid: Alleen/zelfstandig bevoegd (Financiële Holding)

 

Gevolmachtigde: 

de Ridder, Diana Theodora Wilhelmina

Beperkte volmacht tot EUR 750.000,00.

 

Er kunnen functionarissen zijn die een uitsluitend tot vestigingen beperkte bevoegdheid hebben; deze worden alsdan vermeld op het uittreksel van de betreffende vestiging(en).

 

bOSVELD KVK uittreksel

Brief met fouten weigeren!

Voorbeeld

afschrift reactie syncasso voorbeeld

ingebrekenstelling voorbeeld

factuur Deurwaarder voorbeeld

 

Beslaglegging op roerende zaken (440/443 Rv)

 

Volgens art. 440 lid 1 Rv wordt een beslag op roerende zaken gelegd door middel van een beslagexploot dat aan de beslagene wordt betekend. De deurwaarder moet de roerende zaken zelf zien. Het beslag op roerende zaken is dus geen bureaubeslag.

Gegevens beslagexploot (art. 440 lid 1 Rv)

Het beslagexploot moet volgens art. 440 lid 1 Rv, naast de gewone formaliteiten, de volgende gegevens bevatten:

  1. De voornaam, naam en woonplaats van de executant en de naam en woonplaats van de geëxecuteerde (art. 440 lid 1 Rv, letter a);
  2. De executoriale titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd (art. 440 lid 1 Rv, letter b).
  3. Als het beslag niet wordt gelegd door een deurwaarder waarbij woonplaats is gekozen bij de betekening van eexecutoriale titel of het bevel tot betaling, een woonplaatskeuze voor het kantoor van de beslag leggende deurwaarder (art. 440 lid 1 Rv, letter c).

Als één van de gegevens ontbreekt, is het beslag nietig (art. 440 lid 1 Rv).

Proces-verbaal van bijzondere aanduiding (art. 443 lid 1 Rv)

Uit art. 443 lid 1 Rv volgt dat de deurwaarder de zaken globaal in het exploot mag omschrijven. Volgens hetzelfde artikellid zal de deurwaarder dadelijk, of uiterlijk op de volgende dag overgaan tot de meer bijzondere aanduiding van de zaken die hij in beslag neemt, en zal deze op het door hem daarvan onverwijld op te maken 'proces-verbaal van bijzondere aanduiding' nauwkeurig beschrijven.

Wel getuigen, geen beslaglegger bij beslag (art. 440 lid 2 Rv en 443 lid 2 Rv)

Bij het leggen van een beslag op een roerende zaak kan de deurwaarder zich laten bijstaan door één of twee getuigen. De deurwaarder vermeldt in dat geval de naam en woonplaats van de getuigen in het in art. 440 lid 1 Rv bedoelde proces-verbaal van beslag. De getuigen ondertekenen het proces-verbaal ook (art. 440 lid 2 Rv). De beslaglegger mag bij de inbeslagneming niet aanwezig zijn, tenzij de deurwaarder de aanwezigheid voor het aanwijzen van de in beslag te nemen zaken noodzakelijk vindt (art. 443 lid 2 Rv).

Conservatoir beslag (art. 702 lid 1 Rv)

Op grond van art. 702 lid 1 Rv wordt een conservatoir beslag op dezelfde wijze als een executoriaal verhaalsbeslag gelegd.

 

Source:

 

 

12. Banken

 

Voortijdse kennisgeving/waarschuwing a/d bank. Art.13 GW ,aangetekend.

 

Aan de directeur vd bank (bij naam)

 

 

Hoofdkantoor Rabobank:

 

Bezoekadres:

Croeselaan 18 

[3521 CB] Utrecht,

 

Postadres:

Postbus 17100
[3500 HG] Utrecht

 

 

Geachte Stefaan Decraene

 

Ik stel u bij deze in kennis. Ik hoor van verscheidene kanten dat organisaties als het CJIB met niet rechtsgeldige machtigingen invordert (waaruit niet op te maken is ‘wie’ de rechtshandelingen met rechtsgevolg uitvoert /AMvB mbt. buitengerechtelijke invordering) Art.3:71 BW& art.6:37 BW scheppen daar duidelijkheid over. Tevens hebben deze publiekrechtelijke organisatie gelijke rechten als u en ik , art.2:1 BW verwijzend naar art.2:5 BW verwijzend naar vermogensrecht art.3:33 BW (dus art.6:37 BW > ‘Wie’ ,= betrekkelijk VOORNAAMwoord, verklaarde zijn/haar wil tot rechtsgevolge ?).

Mocht dergelijks geschieden stel ik uw organisatie schriftelijk in gelegenheid dit te herstellen. Verzuimt uw organisatie hierin volgt zonder twijfel strafrechtelijk aangifte via art.51 Strafrecht en/of dagvaard ik U als hoofdelijk bestuurder.

 

Ik heb uw organisatie de beoogde rechtsbronnen aangedragen, verdere keuze wat hiermee te kunnen, doen of laten is uw verantwoordelijkheid. Art.2 SR : Strafrecht geldt voor een ieder. Art.3:11 BW citaat: Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen. 

 

Source:

 

 

Voor na onrechtmatig bankbeslag.

 

Bank opvragen machtiging schuldeiser

Conceptje exploot

Aangetekend Art.13 GW Persoonlijk, vertrouwelijk.

 

Geachte bij naam benoemde dir.

 

N.a.v. Onaangekondigd beslag door anonieme schuldeiser.

 

Conform art.21 RV (naar waarheid te beantwoorden) en attenderend op art.150 RV (bewijslast aan claimer) aan u te beantwoorden / stukken aan te leveren.

 

- de rechtsgeldige machtiging van de opdrachtgever conform art.156 RV in kleurenkopie aan te leveren (in geval digitale handtekening conform art.3:15 a BW ). U attenderende op art.3:71 BW, zoals beschreven ‘terstond’ alstublieft! U tevens attenderend op bevestiging in art.6;37 BW ‘wie’ is schuldeiser / heeft juridische verantwoordelijkheid genomen? Nb. Niet ‘wat’= Rechtspersoon maar ‘wie’= ID.

- indien reactie van ander dan aangeschrevene geschiedt (?), ‘uw’ machtiging conform art.156 RV toe te voegen in kleurenkopie zodat geen juridische misverstanden volgen.

 

Mocht u gestelde termijn overschrijden ben ik genoodzaakt verdere juridische stappen te nemen bij verplichting onder art.135 SR

 

Ik wijs u er tevens op dat in een civiele zaak ook een rechter bij constatering ,… aangifte plicht heeft bij art.162 SV. Aanleveringstermijn onder art.227 a&b SR 7 dagen.

 

Source:

Over Kifid

Kifid, het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, is het deskundige en toegankelijke financiële klachteninstituut voor consumenten en kleinzakelijke ondernemers en zzp’ers.

U kunt bij ons terecht met uw klacht over een financieel product of financiële dienst, bijvoorbeeld een verzekering, hypotheek, betaaldienst of zakelijk krediet. Kifid behandelt ook klachten over uw kredietregistratie bij BKR.

Kifid helpt problemen op te lossen tussen consumenten en hun bank, verzekeraar, tussenpersoon of andere financiële dienstverlener. Kifid kan ook helpen met het oplossen van problemen tussen ondernemers of zzp’ers en hun bank of financier als het gaat over een kleinzakelijke of alternatieve financiering of over een erkend financieringsadvies MKB.

Dat gebeurt door bemiddeling of door een (meestal) juridisch bindende uitspraak van onze Geschillencommissie. Zo helpt Kifid consumenten en ondernemers om tot een oplossing te komen, als alternatief voor de rechter.

 

Source:

 

 

Stefaan Decraene

 

Stel de Rabo in gebreke voor het wederrechtelijk overmaken van geld.
Leg ze tevens een boete op, met de onderbouwing dat ze niet voldoen aan de zorgplicht, genoemd in hun eigen contractvoorwaarden.
Let wel dat zij het jou moeilijker kunnen maken dan jij hun. Maak dus een goede afweging hoever je gaat.
Stefaan.decraene@rabobank.nl
stef.decraene@skynet.be
Via Gmail met streak zie je hoe vaak en waar de mail gelezen wordt
Format Rabobank is dus het bovenstaande als het mens geen van of de ertussen heeft staan

10. Ziekenfonds

  • CJIB
  • CAK

 

Cjib incasseert alleen.
Ze gaan niet reageren .

Als je ze in gebreke wilt stellen ,…

Maak het iets overzichtelijker voor jezelf .
Je hoeft ook niets te stellen of uit te leggen,….alleen te vragen, dit is een beetje een brieftemplate …de kunst blijft de juiste vragen te stellen ,….dat is aan jou

 

Bijv.
Juridische verklaring met vragen conform art.21 RV


Ik stel u in gebreke art.6:82 BW

In mijn brief dd…..heb ik vragen gesteld nogmaals.
Conform art.21 RV in acht nemende art.150 RV graag aanlevering van:

Je vragen
-
-
-

-Indien reactie door een ander dan aangeschrevene, machtiging aangeschrevene toevoegen conform art.156 RV in kleurenkopie.

Ik zie uw aanlevering tegemoet binnen termijn tot aanlevering of verzuim (art.6:62 & 6:61 BW) 7 dg. onder art.227 a&b SR

Bij termijn overschrijding is uw vordering vernietigd art.3:44, 3:49, 3:50 BW


Afsluiting brief/ autograph

 

Ps.: Uw claimt, aan u ‘de bewijslast’. Deze juridische verklaring /mededeling, met vragen conform art.21 RV ‘sluit uit’ aangemerkt te worden als bezwaar/verzetschrift en geeft uitdrukkelijk ‘geen toestemming’ als zodanig behandeld te worden en/of doorgestuurd te worden naar een rechtbank.


Dit schrijven is reactie op uw claim conform art.150 RV aan u de bewijslast aan te leveren binnen gestelde termijn conform art.227 a&b SR

 

Bij een in gebreke stelling hoort een herkansingstermijn van 7 dg
Termijn tot aanlevering of verzuim (art.6:61&6:62 BW), 7 dg. onder art.227 a&b SR

 

 

Burgerlijk Wetboek Boek 7

Artikel 925    

  • 1. Verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekeringnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de overeengekomen premiebetaling zal duren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering.

  • 2. Persoonsverzekering is de verzekering welke het leven of de gezondheid van een mens betreft.

 

Persoonsverzekering. Dit is een in art. 7:925 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek gedefinieerd begrip: de verzekering welke het leven of de gezondheid van een mens betreft. Voorbeelden van persoonsverzekering zijn de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de levensverzekering en de ongevallenverzekering.

 

Persoonsverzekering is de verzekering welke het leven of de gezondheid van een mens betreft. Een ziektekostenverzekering is een persoonsverzekering. Omdat het concrete schade in de vorm van ziektekosten vergoedt, is er sprake van een schadeverzekering.

 

Source:

 

Johannes Hendrik Ouwehand - Netherlands

 

Director reports about Johannes Hendrik Ouwehand in 13 companies and no less than 1 appointment in Netherlands (Amstelveen and Provincie Utrecht) Johannes Hendrik Ouwehand - Netherlands Dato Capital

 

Source:

 

 

Hans Ouwehand voorzitter Raad van Bestuur van het CAK

1 februari 2021

 

Hans Ouwehand is per 1 februari 2021 benoemd tot bestuursvoorzitter van het CAK. De afgelopen vijf maanden was hij op interim-basis al voorzitter van de Raad van Bestuur van het CAK.

Naast zijn interim-functie bij het CAK was Ouwehand tevens voorzitter van de Raad van Bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Daarvoor was hij vicevoorzitter Raad van Bestuur CIZ bij dezelfde organisatie. Eerder vervulde hij meerdere functies op directieniveau bij diverse organisaties.

Hans Ouwehand studeerde Nederlands Recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

Source:

 

Uittreksel CAK

Uittreksel CJIB

Uitspraak

 

Gedaagde betwist totstandkoming van de zorgverzekeringsovereenkomst;
verzekeraar kan totstandkoming niet bewijzen;
vordering tot premiebetaling en/of gemaakte zorgkosten afgewezen

 

ECLI_NL_RBDHA_2018_4819

Ziektekoste-zaak-geen-contract-geen-recht

 

*Ja met een verzetdagvaarding. Waarin gevraagd is naar het getekende contract.

 

 

 

Verzetdagvaarding

 

Ben je veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag, maar wist je van niets?

Dus ben je het niet eens met de gerechtelijke uitspraak en vind je dat je onterecht bent veroordeeld? Het is mogelijk om gebruik te maken van een verzetdagvaarding.

 

Verzetdagvaarding

Zo ga je in verzet tegen het vonnis, iets dat je zowel particulier als met een bedrijf kunt doen. Het is belangrijk om dit volgens de officiële weg te doen, waarmee je voorkomt dat je veroordeeld wordt tot bijvoorbeeld een bedrag dat je niet zou moeten betalen.

Verzet of hoger beroep

Houd er rekening mee dat het ‘in verzet gaan’ niet hetzelfde is als een hoger beroep. Ben je bijvoorbeeld bij verstek veroordeeld, omdat je niet bij de zitting aanwezig was? Je kunt gebruik maken van een verzetdagvaarding, bijvoorbeeld als het gaat om een relatief klein bedrag.

Wil je liever in hoger beroep gaan, omdat je het niet eens bent met de veroordeling? Dat kan vanaf bedragen van €1.750. Het maakt daarbij niet uit of je wel of niet hebt gereageerd.

Uitvoerbaar bij voorraad

Kom je in het vonnis de term ‘uitvoerbaar bij voorraad’ tegen? Het betekent dat de rechter heeft bepaald dat de eisende partij het vonnis mag uitvoeren, zelfs als je besluit om in hoger beroep of in verzet te gaan. Een gerechtsdeurwaarder kan er op die manier mee aan de slag, om bij jou het openstaande bedrag te innen.

Normaal gesproken zorg je er met een verzetdagvaarding voor  dat je de uitvoering van het vonnis kunt schorsen. Dit wordt dan nog niet uitgevoerd, zolang er sprake is van een procedure. Als de recht heeft aangegeven ‘uitvoerbaar bij voorraad’ lukt het niet om de procedure te schorsen.

Let op: wordt het vonnis alvast uitgevoerd, en blijkt daarna dat je het bedrag toch niet had hoeven betalen? Je hebt dan automatisch een vordering op de tegenpartij, omdat je het geld natuurlijk terug moet krijgen.

Namen en termijn

Wil je gebruik maken van een verzetdagvaarding? Het is belangrijk dat de namen daarin op de juiste manier worden opgenomen. Het eis namelijk de oorspronkelijke eiser die je hiermee dagvaardt. Dat betekent dat dus niet de gedaagde (jij) genoemd zal worden, maar dat het moet gaan om de ander. Op die manier is het voor de rechter goed duidelijk om wie het gaat en wat je wilt bereiken met de verzetdagvaarding.

Het is belangrijk om binnen 4 weken gebruik te maken van de verzetdagvaarding. Alleen op die manier voorkom je dat je on-ontvankelijk verklaard kunt worden en het verzet automatisch zal falen.

En gaat het om beslag op banktegoeden? Ook in dat geval heb je de mogelijkheid om in verzet te gaan, waarvoor dezelfde termijn van 4 weken geldt. Na die termijn is dit helaas niet meer mogelijk, dus zorg ervoor dat je daar op tijd mee aan de slag gaat. Alleen op die manier heb je de mogelijkheid om in verzet te gaan en op te treden tegen het vonnis waarvan je vindt dat dit niet terecht is.

Hulp bij verzetdagvaarding

Zoek je hulp bij een verzetdagvaarding of ben je benieuwd op welke manier je daar gebruik van kunt maken? We leggen je graag uit als incassobureau en hoe we dat doen, in welke situaties dat succes oplevert en wat we van je nodig hebben. Zo zorgen we ervoor dat je in verzet kunt gaan, als je het niet eens bent met het vonnis dat door de rechter is uitgesproken.

 

Source:

 

VERSTEK, VERSTEKVONNIS EN VERZET

Hidde Reitsma

PARTIJ ONTVANGT DAGVAARDING
Een partij die een dagvaarding ontvangt, wordt daarbij opgeroepen om op een bepaalde dag -al dan niet bij advocaat, afhankelijk van de procedure- te verschijnen voor de betreffende rechterlijke instantie. Indien de gedaagde op de dag waartegen hij is opgeroepen niet verschijnt, dan toetst de rechter of aan de formele vereisten voor oproeping en verschijning is voldaan.

 

VERSTEK BIJ NIET VERSCHIJNEN GEDAAGDE
Als de rechter van oordeel is dat de gedaagde op de juiste manier is opgeroepen maar niet (of niet op de juiste wijze, bijvoorbeeld niet bij advocaat) in het geding is verschenen, dan verleent de rechter verstek. Ook indien de gedaagde het griffierecht niet tijdig voldoet, hoewel dat bij dagvaarding was aangezegd, zal de rechter verstek verlenen. Tegen de gedaagde tegen wie verstek is verleend wordt de vordering toegewezen, tenzij deze vordering de rechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt.

 

WAT HOUDT EEN VERSTEKVONNIS IN?
In de praktijk toetst de rechter slechts zeer marginaal of de vordering hem “onrechtmatig of ongegrond” voorkomt. In de praktijk worden ook verstrekkende vorderingen bij verstek (vrijwel) integraal toegewezen. Een gedaagde kan er in elk geval niet op rekenen dat de rechter de rechtmatigheid en gegrondheid van de vordering diepgaand gaat beoordelen. Het (verstek)vonnis wordt, als dat is gevorderd, in principe ook uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat het instellen van verzet (of hoger beroep, wat soms nodig is) de tenuitvoerlegging van het vonnis niet schorst. Tegen een verstekvonnis moet (in de meeste gevallen) geen hoger beroep worden ingesteld, maar verzet. Juist ingesteld verzet brengt mee dat de zaak alsnog, op tegenspraak bij de zelfde instantie wordt behandeld als die het verstekvonnis afgaf. Dit in tegenstelling tot hoger beroep, dat bij een andere, hogere instantie – het gerechtshof – wordt behandeld.

 

WAT IS EEN VERZETPROCEDURE?
Een verzetprocedure wordt dus gevoerd bij de rechter die het verstekvonnis wees. De verzetprocedure vangt aan door middel van een dagvaarding. Daarbij dagvaardt de bij verstek veroordeelde gedaagde de oorspronkelijke eiser. De verzetdagvaarding geldt als conclusie van antwoord (dat wil zeggen: verweer tegen de eis) en kan een eventuele tegeneis (reconventionele vordering) bevatten. Het verzet heropent de procedure dus in feite, die dan alsnog inhoudelijk wordt behandeld.

 

ADVOCAAT EN VERZETDAGVAARDING
In zaken waarin de gedaagde niet in persoon kan procederen, moet het verzet worden ingesteld door een advocaat, die bij de verzetdagvaarding zich als advocaat stelt voor de eiser in verzet (oftewel opposant).

 

VERZETTERMIJN: KORT EN FATAAL
De termijnen voor het instellen van verzet zijn kort. In principe is de termijn voor het uitbrengen van een verzetdagvaarding vier weken na betekening van het vonnis in persoon, of na de datum waarop de bij verstek veroordeelde persoon een daad heeft verricht waaruit blijkt dat hij bekend is met de inhoud van het vonnis. Deze korte termijnen brengen mee dat de advocaat van de bij verstek veroordeelde gedaagde binnen vier weken niet alleen de formele verzetdagvaarding moet opstellen, maar ook in die verzetdagvaarding de formele verzetdagvaarding moet opstellen en het volledig verweer tegen die ingestelde vordering moet formuleren. Daarom is het raadzaam om, als u (per ongeluk) bij verstek bent veroordeeld, zo spoedig mogelijk een advocaat te raadplegen.

 

DRIE VERSCHILLENDE STARTMOMENTEN VERZETTERMIJN
De korte termijn is keihard: als de verzetdagvaarding een dag te laat is uitgebracht, is de eiser in verzet niet ontvankelijk, en is het verstekvonnis onherroepelijk geworden. De verzettermijn kan op drie verschillende momenten beginnen te lopen. De termijnen kunnen bovendien verschillen al naar gelang van de woonplaats van de gedaagde:

De verzettermijn begint zoals hiervoor genoemd te lopen vanaf het moment dat het vonnis aan de veroordeelde partij in persoon is betekend. Betekening aan een rechtspersoon geschiedt door betekening aan de bestuurder van die rechtspersoon in eigen persoon.
De termijn start ook vanaf het moment dat de veroordeelde partij een daad van bekendheid heeft verricht waaruit blijkt dat hij bekend is met de inhoud van het vonnis. Het moet gaan om een gedraging naar buiten toe, waaruit blijkt dat de gedaagde kennis heeft van de inhoud van het vonnis.
Tot slot -en dit wordt weleens vergeten- begint de verzettermijn te lopen op de dag na voltooien van de tenuitvoerlegging (executie) van het vonnis. Dit hoeft geen volledige executie te zijn. Indien de schuldeiser bijvoorbeeld een gering banksaldo onder de bank trof, waarop beslag is gelegd, en de executie van dat saldo wordt voltooid doordat de bank het saldo uitkeert aan de deurwaarder is die executie voltooid. De verzettermijn is alsdan aangevangen.


VERZETTERMIJN BIJ GEDAAGDE ZONDER NEDERLANDSE WOONPLAATS
De termijn van verzet is acht weken indien de gedaagde ten tijde van de betekening of daad van bekendheid geen woonplaats had in Nederland, maar zijn woonplaats of werkelijk verblijf buiten Nederland wel bekend is. Indien de woonplaats van gedaagde in of buiten Nederland onbekend is, vangt de verzettermijn slechts aan op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd.

 

VERSTEK EN VERZET BIJ DAGVAARDINGSPROCEDURES
Het verstekvonnis en het rechtsmiddel van verzet geldt alleen bij dagvaardingsprocedures. Bij verzoekschriftprocedures -die soms ook kunnen leiden tot serieuze betalingsveroordelingen, zoals alimentatieverplichtingen, etc.- is het rechtsmiddel van verzet onbekend. Weliswaar bepaalt de wet niet dat de rechtbank in een verzoekschriftprocedure het verzoek zal toewijzen tenzij het onrechtmatig of ongegrond voorkomt, maar in de praktijk gebeurt dat veelal wel. Bij verzoekschriftprocedures staat alleen het rechtsmiddel van hoger beroep (en daarna eventueel cassatie) open.

 

Source:

 

Bedrog onthuld CJIB

 

Vernietig altijd verkeersboetes van het CJIB met art. 3:44, 3:49, 3:50 en 3:53 BW en plaats ze met art. 6:62 BW in schuldeisersverzuim.

Als je een verkeersboete hebt vernietigd mag het CJIB geen maatregelen ter invordering nemen zoals het "boetebedrag" verhogen, je rijbewijs innemen, je voertuig buiten gebruik stellen of je zelfs gijzelen.

 

 

art. 3:44 BW

Boek 3 Artikel 44 (3:44 BW) Bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden Een rechtshandeling is vernietigbaar, wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen.

 

Boek 3 Artikel 49 (3:49 BW)

 Wijze van vernietiging

Een vernietigbare rechtshandeling wordt vernietigd hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak.

 Toelichting

Een rechtshandeling kan om verschillende redenen vernietigd worden. Uit dit artikel blijkt op welke manier een rechtshandeling vernietigd kan worden. Dit kan door een buitengerechtelijke verklaring. De wederpartij doet dan mededeling van het feit dat zij de rechtshandeling vernietigt. Dit zonder tussenkomst van een rechter. Daarnaast kan dit door middel van een rechterlijke uitspraak. Hierbij spreekt de rechter een vernietigingsvonnis uit, waarbij de rechtshandeling vernietigd wordt.

Vernietiging heeft terugwerkende kracht. Dat betekent dat de rechtshandeling geacht wordt nooit te hebben bestaan. De vernietiging werkt terug tot het moment van de rechtshandeling en de situatie voorafgaand aan die rechtshandeling ‘herleefd’ als het ware.

 

 

Boek 3 Artikel 44 (3:44 BW)

 Bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden

 

  1. Een rechtshandeling is vernietigbaar, wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen.
  2. Bedreiging is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging moet zodanig zijn, dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed.
  3. Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep. Aanprijzingen in algemene bewoordingen, ook al zijn ze onwaar, leveren op zichzelf geen bedrog op.
  4. Misbruik van omstandigheden is aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.
  5. Indien een verklaring is tot stand gekomen door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden van de zijde van iemand die geen partij bij de rechtshandeling is, kan op dit gebrek geen beroep worden gedaan jegens een wederpartij die geen reden had het bestaan ervan te veronderstellen.

 Toelichting

Een rechtshandeling die tot stand is gekomen door bedrog, kan worden vernietigd. Er is sprake van bedrog als iemand probeert een ander een rechtshandeling te laten verrichten, door opzettelijk een onjuiste mededeling te doen, iets te verzwijgen waarvan hij het wel moest mededelen of door een andere kunstgreep.

Het belangrijkste vereiste voor bedrog is dat er sprake is van opzet. Iemand moet als doel hebben gehad de ander te misleiden, zodat de rechtshandeling wordt verricht.

Drie middelen van bedrog

De wet geeft drie manieren om te kunnen spreken van bedrog:

  • Een onjuiste mededeling; of
  • Het verzwijgen van bepaalde feiten waarvan diegene verplicht was deze mede te delen; of
  • Een andere kunstgreep.

Dit betekent niet dat alles wat niet waar blijkt te zijn kan vallen onder de categorie bedrog. Als iets maatschappelijk gezien onbehoorlijk is en zo ernstig is dat de ander volgens de verkeersopvattingen hierop mocht vertrouwen, kan worden gesproken van bedrog als later blijkt dat de mededeling bijvoorbeeld onjuist is.

Als iemand opzettelijk iets verzwijgt, kan er alleen van bedrog worden gesproken als er wel de verplichting bestond om dit te vertellen. De zogenaamde spreekplicht. Je moet verplicht zijn om deze feiten mede te delen, maar je hebt dat niet gedaan. Je hebt het opzettelijk verzwegen.

Met een andere kunstgreep kan het bijvoorbeeld gaan om een valse hoedanigheid. Bijvoorbeeld als je zegt dat je als elektriciën tegen betaling de meterstanden moet komen opmeten. Maar dat helemaal niet zo is.

 

12. Banken

  • Zilver (geld)

 

  1. gold

    1. as precious metal

    2. as a measure of weight

    3. of brilliance, splendour (fig.)

 

  1. silver, money

    1. silver

      1. as metal

      2. as ornament

      3. as colour

    2. money, shekels, talents

 

Source:

Stefaan Decreane Rabobank CEO

Brief:

 

Voortijdse kennisgeving/waarschuwing a/d bank.


Art.13 GW ,aangetekend.

Aan de directeur vd bank (bij naam)

Geachte ………

Ik stel u bij deze in kennis.
Ik hoor van verscheidene kanten dat organisaties als het CJIB met niet rechtsgeldige machtigingen invordert (waaruit niet op te maken is ‘wie’ de rechtshandelingen met rechtsgevolg uitvoert /AMvB mbt. buitengerechtelijke invordering)
Art.3:71 BW& art.6:37 BW scheppen daar duidelijkheid over. Tevens hebben deze publiekrechtelijke organisatie gelijke rechten als u en ik , art.2:1 BW verwijzend naar art.2:5 BW verwijzend naar vermogensrecht art.3:33 BW (dus art.6:37 BW > ‘Wie’ ,= betrekkelijk VOORNAAMwoord, verklaarde zijn/haar wil tot rechtsgevolge ?).
Mocht dergelijks geschieden stel ik uw organisatie schriftelijk in gelegenheid dit te herstellen.
Verzuimt uw organisatie hierin volgt zonder twijfel strafrechtelijk aangifte via art.51 Strafrecht en/of dagvaard ik U als hoofdelijk bestuurder.

Ik heb uw organisatie de beoogde rechtsbronnen aangedragen, verdere keuze wat hiermee te kunnen, doen of laten is uw verantwoordelijkheid.
Art.2 SR : Strafrecht geldt voor een ieder.
Art.3:11 BW citaat: Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

 

Met welgemeende groet.

 

 

Burgerlijk wetboek - boek 7 - bijzondere overeenkomsten

Klik hier voor de inhoudsopgave


Artikel 928 Plicht meedelen alle feiten die hij kent of behoort te kennen

1.De verzekeringnemer is verplicht vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen.

2.Indien de belangen van een bij het aangaan van de verzekering bekende derde worden gedekt, omvat de in lid 1 bedoelde verplichting mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen, en waarvan naar deze weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen. De vorige zin mist toepassing bij persoonsverzekering.

3.Betreft een persoonsverzekering het risico van een bekende derde die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, dan omvat de mededelingsplicht mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen.

4.De mededelingsplicht betreft niet feiten die de verzekeraar reeds kent of behoort te kennen, en evenmin feiten, die niet tot een voor de verzekeringnemer ongunstiger beslissing zouden hebben geleid. De verzekeringnemer of de derde, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan zich er echter niet op beroepen dat de verzekeraar bepaalde feiten reeds kent of behoort te kennen indien op een daarop gerichte vraag een onjuist of onvolledig antwoord is gegeven. De mededelingsplicht betreft voorts geen feiten waarnaar ingevolge de artikelen 4 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen in de daar bedoelde gevallen geen medisch onderzoek mag worden verricht en geen vragen mogen worden gesteld.

5.De verzekeringnemer is slechts verplicht feiten mede te delen omtrent zijn strafrechtelijk verleden of omtrent dat van derden, voor zover zij zijn voorgevallen binnen de acht jaren die aan het sluiten van de verzekering vooraf zijn gegaan en voor zover de verzekeraar omtrent dat verleden uitdrukkelijk een vraag heeft gesteld in niet voor misverstand vatbare termen.

6.Indien de verzekering is gesloten op de grondslag van een door de verzekeraar opgestelde vragenlijst, kan deze zich er niet op beroepen dat vragen niet zijn beantwoord, of feiten waarnaar niet was gevraagd, niet zijn medegedeeld, en evenmin dat een in algemene termen vervatte vraag onvolledig is beantwoord, tenzij is gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden.



Artikel 929 Niet voldaan aan mededelingsplicht

1.De verzekeraar die ontdekt dat aan de in artikel 928 omschreven mededelingsplicht niet is voldaan, kan de gevolgen daarvan slechts inroepen indien hij de verzekeringnemer binnen twee maanden na de ontdekking op de niet-nakoming wijst onder vermelding van de mogelijke gevolgen.

2.De verzekeraar die ontdekt dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet hem te misleiden of die bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten, kan de overeenkomst binnen twee maanden na ontdekking met dadelijke ingang opzeggen.

3.De verzekeringnemer kan de overeenkomst met dadelijke ingang opzeggen binnen twee maanden nadat de verzekeraar overeenkomstig lid 1 heeft gehandeld of zich bij de verwezenlijking van het risico op de niet-nakoming van de mededelingsplicht beroept. Bij persoonsverzekering kan de verzekeringnemer de beëindiging beperken tot de persoon, wiens risico het beroep op de niet-nakoming betreft.



Artikel 930 Niet voldaan aan mededelingsplicht en uitkering

1.Indien aan de in artikel 928 omschreven mededelingsplicht niet is voldaan, bestaat alleen recht op uitkering overeenkomstig de leden 2 en 3.

2.De bedongen uitkering geschiedt onverkort, indien de niet of onjuist meegedeelde feiten van geen belang zijn voor de beoordeling van het risico, zoals dit zich heeft verwezenlijkt.

3.Indien aan lid 2 niet is voldaan, maar de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken een hogere premie zou hebben bedongen, of de verzekering tot een lager bedrag zou hebben gesloten, wordt de uitkering verminderd naar evenredigheid van hetgeen de premie meer of de verzekerde som minder zou hebben bedragen. Zou de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken andere voorwaarden hebben gesteld, dan is slechts een uitkering verschuldigd als waren deze voorwaarden in de overeenkomst opgenomen.

4.In afwijking van de leden 2 en 3 is geen uitkering verschuldigd indien de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten.

5.In afwijking van de leden 2 en 3 is geen uitkering verschuldigd aan de verzekeringnemer of de derde, bedoeld in artikel 928 lid 2 of lid 3, die heeft gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden. Evenmin is een uitkering verschuldigd aan de derde indien de verzekeringnemer, met het opzet de verzekeraar te misleiden, niet heeft voldaan aan de mededelingsplicht betreffende de derde.



Artikel 931 Geen beroep op vernietigingsgronden

De verzekeraar kan zich niet beroepen op de vernietigingsgronden als bedoeld in de artikelen 44 lid 3 van Boek 3 en 228 van Boek 6.



Artikel 932 De verzekeraar geeft een akte af

1. De verzekeraar geeft zo spoedig mogelijk een akte, polis genaamd, af, waarin de overeenkomst is vastgelegd. Een polis die is opgemaakt op een wijze als bedoeld in artikel 156a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet zijn voorzien van een elektronische handtekening die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 15a lid 2 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. De verzekeraar is niet verplicht een polis af te geven indien de aard van de overeenkomst afwijkend gebruik rechtvaardigt en de verzekeringnemer bij afgifte van de polis geen belang heeft.

2. Op wijzigingen in de overeenkomst is lid 1 van overeenkomstige toepassing.

3. Indien een door een verzekeraar afgegeven bewijsstuk verloren is gegaan, geeft hij desverlangd tegen vergoeding van de kosten een nieuw bewijsstuk af. Indien het bewijsstuk aan toonder of order is gesteld en bij een verzekering van zaken die door middel van documenten plegen te worden verhandeld, kan de verzekeraar als voorwaarde voor het doen van een uitkering aan de houder van een nieuw bewijsstuk verlangen, dat hem door de houder gedurende de tijd dat de verzekeraar tot betaling kan worden gedwongen, zekerheid wordt gesteld. Een instemming als bedoeld in artikel 156a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens op een nieuw bewijsstuk als bedoeld in de eerste zin.



Artikel 933 Mededelingen geschieden schriftelijk

1. Alle mededelingen waartoe de bepalingen van deze titel of de overeenkomst de verzekeraar aanleiding geven, geschieden schriftelijk. De verzekeraar kan zich daarbij houden aan de laatste hem bekende woonplaats van de geadresseerde.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen van lid 1 afwijkende regels worden gesteld ten aanzien van de verzending van mededelingen langs elektronische weg. Daarbij kunnen ook regels worden gesteld ten aanzien van de verzending aan de verzekeraar langs elektronische weg van mededelingen waartoe de bepalingen van deze titel of de overeenkomst aanleiding geven.

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.



Artikel 934 Gevolgen niet nakomen plicht tot betaling vervolgpremie

Het niet nakomen van de verplichting tot betaling van de vervolgpremie kan eerst leiden tot beëindiging of schorsing van de verzekeringsovereenkomst of de dekking, nadat de schuldenaar na de vervaldag onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van 14 dagen, aanvangende de dag na aanmaning. De eerste zin geldt niet voor het geval bedoeld in artikel 83, onder c, van Boek 6.



Artikel 935 Verrekenen

1.De verzekeraar kan hetgeen hij schuldig is aan de tot uitkering gerechtigde die geen schuldenaar van de premie is, verrekenen met opeisbare premie voor dezelfde verzekering, de schade wegens vertraging in de voldoening daarvan en de kosten, bedoeld in artikel 96 lid 2, onder c, van Boek 6. De eerste zin geldt niet bij verzekeringen die aan toonder of order zijn gesteld.

2.Bij een verzekering tegen aansprakelijkheid kan de verzekeraar in afwijking van artikel 127 lid 2 van Boek 6 geen andere premie, schade en kosten als bedoeld in lid 1 verrekenen met hetgeen hij aan de tot uitkering gerechtigde schuldig is, dan die ter zake van dezelfde verzekering.



Artikel 936 Tussenpersoon gebonden

1.Heeft een tussenpersoon zich bij de verzekeringsovereenkomst tegenover de verzekeraar tot betaling van premie en kosten als eigen schuld verbonden, dan is de verzekeringnemer jegens de verzekeraar gekweten voor zover de premie en kosten voor rekening van de tussenpersoon zijn gekomen of aan deze zijn voldaan. De verzekeringnemer is tot vergoeding van die premie en kosten aan de tussenpersoon gehouden.

2.Is een uitkering verschuldigd geworden, dan is de verzekeraar desverlangd, ongeacht rechten van derden, gehouden daarvan aan de tussenpersoon zoveel af te dragen als deze ingevolge het in lid 1 bepaalde van de verzekeringnemer heeft te vorderen. Is de verzekeringnemer krachtens de verzekeringsovereenkomst tot de uitkering gerechtigd, dan heeft de verzekeraar eenzelfde verplichting ten aanzien van andere verzekeringen waarbij dezelfde nemer en dezelfde tussenpersoon zijn betrokken.

3.De verzekeraar die voornemens is een uitkering te doen aan een ander dan de tussenpersoon, verzoekt deze laatste om binnen tien dagen het bedrag op te geven, dat deze ingevolge lid 1 van de verzekeringnemer heeft te vorderen. Indien de tussenpersoon daaraan gevolg geeft, draagt de verzekeraar voor zoveel mogelijk het opgegeven bedrag aan hem af. Heeft de verzekeraar hieraan voldaan of heeft de tussenpersoon binnen de gestelde termijn niets opgegeven, dan staat het de verzekeraar vrij aan de ander de nog verschuldigde uitkering te doen.

4.De leden 2 en 3 missen toepassing:
a. bij verzekeringen die aan toonder of order zijn gesteld, tenzij de verzekeringnemer tot de uitkering is gerechtigd;
b. bij verplichte aansprakelijkheidsverzekering.

5.Het in lid 2, tweede zin, bepaalde mist bovendien toepassing:
a. indien op het recht op uitkering een pandrecht rust als bedoeld in artikel 229 van Boek 3, of een voorrecht als bedoeld in artikel 283 van Boek 3;
b. bij onverplichte verzekering tegen aansprakelijkheid.

6.Wanneer de tussenpersoon de uitkering namens de tot uitkering gerechtigde in ontvangst neemt, is hij bevoegd om de vergoeding als bedoeld in lid 1, tweede zin, te verrekenen met hetgeen hij aan de tot uitkering gerechtigde schuldig is tot het bedrag van zijn uit de leden 2, 4 en 5 voortvloeiende aanspraken.



Artikel 937 Verzekeraar doet uitkering aan tussenpersoon

De verzekeraar die een uitkering doet aan de tussenpersoon, is jegens de tot uitkering gerechtigde gekweten voorzover hetgeen hij aan de tot uitkering gerechtigde verschuldigd is aan deze laatste is voldaan, doch in ieder geval voorzover de tot uitkering gerechtigde door de betaling aan de tussenpersoon is gebaat.



Artikel 938 Geen premie verschuldigd

1.Behoudens het geval van opzet van de verzekeringnemer of de derde, bedoeld in artikel 928 lid 2 of lid 3 om de verzekeraar te misleiden is geen premie verschuldigd indien in het geheel geen risico is gelopen. Indien over een vol verzekeringsjaar geen risico is gelopen, is over dat jaar geen premie verschuldigd. De verzekeraar heeft recht op een billijke vergoeding van de te zijnen laste gekomen kosten.

2.Gedurende één maand na afloop van een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mag elke partij de overeenkomst met ingang van het nieuwe verzekeringsjaar opzeggen. Deze opzegging heeft geen rechtskracht, indien risico is gelopen tussen de aanvang van het nieuwe verzekeringsjaar en de opzegging.

3.Is slechts risico gelopen over een kleiner aantal zaken of een kleinere hoeveelheid dan was verzekerd, dan zijn de leden 1 en 2 van toepassing voor zover geen risico is gelopen.



Artikel 939 Tussentijdse opzegging

Behalve bij opzegging wegens opzet de verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd.



Artikel 940 Opzegging en inachtneming termijn van twee maanden

1. Bij opzegging tegen het einde van een verzekeringsperiode teneinde verlenging van de overeenkomst te verhinderen, wordt een termijn van twee maanden in acht genomen.

2. De verzekeringnemer en, tenzij het een persoonsverzekering betreft, de verzekeraar kunnen een overeenkomst die is aangegaan voor een periode van meer dan vijf jaar, of die voor zulk een periode is verlengd, opzeggen tegen het einde van elk vijfde jaar binnen die periode. Daarbij geldt de in lid 1 genoemde termijn.

3. Indien de verzekeraar de bevoegdheid heeft bedongen de overeenkomst tussentijds op te zeggen, komt de verzekeringnemer een gelijke bevoegdheid toe. Tenzij jegens hem is gehandeld met het opzet tot misleiding neemt de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer daarbij een termijn van twee maanden in acht. Indien een verzekering dekking biedt tegen schade veroorzaakt door risico’s als bedoeld in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht, kan, bij de verwezenlijking van een dergelijk risico of bij een dreiging van het ophanden zijn daarvan, de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer in afwijking van deze termijn van twee maanden, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van zeven dagen opzeggen. De verzekeraar kan slechts tussentijds opzeggen op in de overeenkomst vermelde gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de verzekeraar kan worden gevergd.

4. Indien de verzekeraar de voorwaarden van de overeenkomst ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde wijzigt, is de verzekeringnemer gerechtigd de overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en in ieder geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is meegedeeld.

5. De verzekeraar kan een persoonsverzekering niet beëindigen of wijzigen op grond van verzwaring van het gezondheidsrisico, voor zover dat is gelegen in de persoon van degeen, die de verzekering betreft.

6. De verzekeringnemer kan de overeenkomst steeds langs elektronische weg opzeggen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de verzending van opzeggingen langs elektronische weg.

7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.



Artikel 941 Op de hoogte van verwezenlijking risico

1.Zodra de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde van de verwezenlijking van het risico op de hoogte is, of behoort te zijn, is hij verplicht aan de verzekeraar de verwezenlijking te melden. Dit geschiedt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is.

2.De verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.

3.Indien door de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 of 2 niet is nagekomen, kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.

4.De verzekeraar kan het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad.

5.Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.



Artikel 942 Verjaring rechtsvordering

1. Een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.

2. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraar hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen.

3. Bij verzekering tegen aansprakelijkheid wordt de verjaring in afwijking van lid 2, eerste zin, gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de tot uitkering gerechtigde of de benadeelde. In dat geval begint een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraar hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig aan degene met wie hij onderhandelt en, indien deze een ander is, aan de tot uitkering gerechtigde heeft medegedeeld dat hij de onderhandelingen afbreekt.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.

 

 

ECLI:NL:RBNHO:2022:5023

 
 
Instantie Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak 04-05-2022
Datum publicatie 20-06-2022
Zaaknummer 9801123 \ CV EXPL 22-2129
Rechtsgebieden Verbintenissenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudigVerstek
Inhoudsindicatie

Ambtshalve toetsing, Op de bestelknop staan de woorden 'Plaats je bestelling'. Afgewezen op grond van 6:230v lid 3 BW, zie ook Fuhrmann-arrest - Hof van Justitie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269).  

 
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 9801123 \ CV EXPL 22-2129

Uitspraakdatum: 4 mei 2022

 

Verstekvonnis in de zaak van:

de besloten vennootschap

Billink Financial Solutions B.V.

gevestigd te Rotterdam

de eisende partij

gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.

tegen

[gedaagde]

wonende in de gemeente [gemeente] (geheim adres)

de gedaagde partij

niet verschenen

 

Het procesverloop

1.1.

De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend. 

De beoordeling

2.1.

De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).

2.2.

Artikel 6:230v lid 3 BW is toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten, zoals de onderhavige overeenkomst. In dit artikellid is als bijzondere verplichting bepaald dat de handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt.

2.3.

Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces.

2.4.

Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop die de eisende partij hanteert, de woorden ‘Plaats je bestelling’ staan. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.

2.5.

De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Hij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie. Aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten komt de kantonrechter niet toe.

2.6.

De vordering wordt afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moet nakomen.

2.7.

De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

 

De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

wijst de vordering af;

3.2.

veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

 

Source:

 

 

Boek 6 Artikel 162 (6:162 BW)

 Onrechtmatige daad

 

  1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
  2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
  3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

 

Wat is een onrechtmatige daad?

Uit artikel 6:162 BW zijn verschillende vereisten af te leiden waaraan voldaan moet zijn wil iemand een geslaagd beroep doen op een onrechtmatige daad. Er moet sprake zijn van een onrechtmatige daad, toerekenbaarheid, schade, een causaal verband en er geldt een relativiteitsvereiste.

Wanneer is er sprake van een onrechtmatige daad?

Dit is geregeld in artikel 6:162 lid 2 BW. Het moet gaat om een inbreuk op een recht van een ander, handelen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit wordt ook wel gezien als onzorgvuldig handelen of nalaten. Je kan inbreuk maken op het recht van een ander. Denk dan vooral aan persoonlijkheidsrechten of (absolute) vermogensrechten. Niet elke inbreuk op een recht levert namelijk een onrechtmatige daad op. Er moet sprake zijn van een opzettelijke inbreuk. Iemand moet opzettelijk een inbreuk maken op jouw recht met een onrechtmatige daad.

Als we het hebben over handelen of nalaten wat kan worden aangemerkt als onbetamelijk handelen, bestaan er verschillende categorieën waaruit dit kan bestaan. Het kan gaan om gevaarzetting, huis, tuin en keuken ongelukjes, sport en spel, een nalaten of hinder, dus iemand hinderen in zijn of haar vermogensbelangen.

Gevaarzetting

In 1965 heeft de Hoge Raad besloten waaruit een gevaarsituatie bestaat (Hoge Raad 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, Kelderluik). In het bekende kelderluik-arrest ging het om een horeca-leverancier die dranken kwam afleveren bij een café. Om bij de kelder te kunnen en daar de dranken neer te zetten had hij het luik van de kelder opengezet. De leverancier had dit luik gewoon open laten staan, waardoor er uiteindelijk een gast van het café in was gevallen. De cafégast liep daarbij letsel op. Deze situatie had makkelijk door de leverancier voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door een stoel voor het luik te zetten. Volgens de Hoge Raad moet er met verschillende dingen rekening worden gehouden, wil er sprake zijn van gevaarzetting. Men moet rekening houden met de mate van waarschijnlijkheid dat onvoorzichtigheid van een ander kan worden verwacht. Dus, hoe groot is de kans dat iemand zelf onvoorzichtig handelt? Daarnaast moet je rekening houden met hoe groot de kans is dat daar ongevallen uit ontstaan. Als je bijvoorbeeld een bezem tegen de muur laat staan, is de kans minder groot dat iemand ernstig letsel oploopt dan als je een kelderluik open laat staan. Tevens is de ernst van de gevolgen van een eventueel ongeval van belang. Als je alleen maar struikelt maar de kans niet bestaat dat je je been breekt, zal er minder snel sprake zijn van gevaarzetting. Daarnaast moet men denken aan de te nemen veiligheidsmaatregelen en hoe bezwaarlijk die zijn. Zoals net al genoemd, een stoel voor het kelderluik zetten had deze situatie kunnen voorkomen. Dit is geen veiligheidsmaatregel die bezwaarlijk is voor de horeca-leverancier. Als de horeca-leverancier eerst een muurtje had moeten bouwen, dan was dat natuurlijk anders geweest.

Huis, tuin en keuken ongelukjes

Deze ongelukken zitten een klein hoekje. Wanneer is hier nou echt sprake van een onrechtmatige daad? De Hoge Raad heeft hier besloten dat het moet gaan om de vraag naar welke mate van waarschijnlijkheid de situatie tot schade zou leiden (Hoge Raad 12 mei 2000, ECLI:NL:HR:AA5784Verhuizende zusjes).  Als de kans op schade namelijk heel klein is, het is niet waarschijnlijk dat er schade zal ontstaan door deze situatie, dan is er geen sprake van een onrechtmatige daad maar gewoon van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Sport en spel

Hier is duidelijk dat er terughoudender moet worden geoordeeld dat er sprake is van een onrechtmatige daad dan bij andere situaties. Je loopt bij sport- en spelsituaties meer risico om schade op te lopen, maar dat betekent nog niet dat er meteen sprake kan zijn van een onrechtmatige daad van de ander. Als iemand alleen de spelregels overtreedt, is dat nog niet voldoende om te zeggen dat er sprake is van een onrechtmatige daad. Als iemand een grove overtreding begaat, zoals bijvoorbeeld bij voetbal nog een natrap geven terwijl iemand al op de grond ligt, dan is er wel sprake van een onrechtmatige gedraging.

Nalaten

Iemand kan er ook voor kiezen om niets te doen. Kan er dan sprake zijn van een onrechtmatige daad? In beginsel wel. Als je weet dat er zich een gevaarlijke situatie voor gaat doen of voordoet, waardoor er een dreiging bestaat van ernstig letsel en er bestaat een noodzaak om iets te doen en je hebt ook de mogelijkheid om dat te doen maar je doet dit niet, dan is er sprake van een onrechtmatige daad. Je bent dus verplicht om in te grijpen op het moment dat er zich zo’n situatie voordoet. Hierbij moet er wel een reële verhouding bestaan tussen de moeite die iemand moet doen, de kosten die daarbij gepaard gaan en het gevaar dat zich voordoet. Als deze drie heel erg uiteenlopen, dan kan het nog zijn dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad.

Hinder

Hier valt hetgeen onder wat wij in het maatschappelijk verkeer onbetamelijk achten. Wat verstaan we dan echter onder hinder? Men moet kijken naar de aard, ernst en duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade. Hierbij moet je rekening houden met de verdere omstandigheden van het geval.

Het relativiteitsvereiste

Dit vereiste wordt geregeld in artikel 6:163 BW en zal dus altijd in samenhang met artikel 6:162 BW moeten worden gelezen. Het gaat erom dat de norm die overschreden wel moet bestaan of in het leven moet zijn geroepen ter bescherming van de schade die nu is ontstaan. Daarbij moet je kijken voor wie de norm geschreven is en tegen welke schade deze norm beoogt te beschermen.

Als het gaat om een handeling in strijd met de wet, kan alleen degene voor wie die wet geschreven is daar een beroep op doen. Als de overtreden wet namelijk geschreven is om een patiënt te beschermen, dan kan een arts daar geen beroep op doen. Bij een inbreuk op een recht geldt hetzelfde idee. Alleen degene op wiens recht een inbreuk is gemaakt, kan een beroep doen op de onrechtmatige daad. Als jouw buurman tegen de auto van je andere buurman rijdt, kan jij niet een beroep doen op een eigendomsrecht. De auto die beschadigd is valt namelijk niet onder jouw eigendomsrecht.

Toerekening

Zoals reeds genoemd moet de onrechtmatige daad ook toerekenbaar zijn aan diegene die hem pleegt. Dit wordt geregeld in artikel 6:162 lid 3 BW. Hieruit blijkt dat de onrechtmatige gedraging aan drie dingen te wijten kan zijn, namelijk: schuld, een specifieke wettelijke bepaling of de in het verkeer geldende opvattingen. Als we het hebben over schuld, dan hebben we het over verwijtbaar handelen. Iemand heeft bepaalde handelingen verricht en daardoor is er nu schade ontstaan. Bij een specifieke wettelijke bepaling moet je denken aan het feit dat de toerekening gegeven wordt. Dus dat de wet al stelt dat iets toerekenbaar is. In artikel 6:165 BW wordt bijvoorbeeld duidelijk dat het feit dat iemand een geestelijke of lichamelijke tekortkoming heeft, niet afdoet aan het feit dat de onrechtmatige gedraging aan hem kan worden toegerekend.

Schade

Wanneer is er nou precies sprake van schade? Je zou kunnen zeggen dat de een iets anders ervaart als schade dan de ander. Echter heeft de wet hier een kader voor gegeven. In beginsel bestaat schade uit vermogensschade en ander nadeel. Dit is geregeld in artikel 6:95 BW in samenhang met artikel 6:96 BW en artikel 6:106 BW. Als er sprake is van zulks soort schade, dan is er sprake van schade in de zin van artikel 6:162 BW en kan er een beroep worden gedaan op de onrechtmatige daad.

Causaal verband

Tussen de geleden schade en de onrechtmatige gedraging moet een causaal verband bestaan. Er moet sprake zijn van condicio sine qua non. Dit betekent dat zonder de gedraging, de schade niet was ontstaan. Met andere woorden, het feit dat er schade is geleden is het gevolg van de onrechtmatige daad.

Als voldaan is aan al deze vereisten, dan kan je een geslaagd beroep doen op de onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW en kan je je schade vergoed zien.

 Jurisprudentie

Hoge Raad 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4224, Jetblast
Een waarschuwingsbordje is enkel afdoende wanneer te verwachten valt dat deze waarschuwing zal leiden tot een handelen of nalaten waardoor dit gevaar wordt vermeden. In dat geval is geen sprake van een onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 BW.

Hoge Raad 27 mei 1988, ECLI:NL:HR:1988:AD0344, Veenbroei
Wie de zorg voor een voor het publiek toegankelijk terrein heeft, heeft een waarschuwingsplicht tegenover het publiek, indien zich op het terrein een niet waarneembaar en voor het publiek onbekend gevaar voordoet dat de zorgdrager kent.

Hoge Raad 23 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6219, Zeilongeval
Ongeval op een boot tijdens een, door de studentenvereniging, georganiseerd zeilweekend. Er is geen sprake van een onrechtmatige daad van de vereniging. De Hoge Raad wijst op de eigen verantwoordelijkheid van leden die aan verenigingsactiviteit deelnemen.

 

Zekerheidsovereenkomst

  1. Financiële zekerheidsovereenkomst
    1. financiëlezekerheidsovereenkomst tot overdracht: een overeenkomst op grond waarvan de onder d, e of f bedoelde goederen worden overgedragen als waarborg voor een verplichting;
    2. financiëlezekerheidsovereenkomst tot vestiging van een pandrecht: een overeenkomst op grond waarvan een pandrecht wordt verschaft op de onder d, e of f bedoelde goederen;
    3. geld: op een rekening of deposito gecrediteerd tegoed in geld;
    4. effecten: aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen effecten, obligaties en andere schuldinstrumenten indien deze op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, en alle andere gewoonlijk verhandelde effecten waarmee die aandelen, obligaties of andere effecten via inschrijving, koop of omruiling kunnen worden verkregen of die aanleiding kunnen geven tot afwikkeling in geld met uitsluiting van waardepapieren die een betalingsopdracht belichamen, inclusief rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, geldmarktinstrumenten en vorderingen op of rechten ten aanzien van een van de voornoemde instrumenten;
    5. kredietvordering: een geldvordering voortvloeiend uit een overeenkomst waarbij een bank als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht krediet verschaft in de vorm van een lening met uitzondering van geldvorderingen waarbij de debiteur een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf, tenzij de zekerheidsnemer of zekerheidsverschaffer van een dergelijke kredietvordering een van de instellingen is als genoemd in artikel 52 lid 1 onder b;
    6. gelijkwaardige goederen:
      1. wanneer het betreft geld: hetzelfde bedrag in dezelfde valuta;
      2. wanneer het betreft effecten: effecten van dezelfde uitgevende instelling of debiteur, behorende tot dezelfde emissie of categorie, ter waarde van hetzelfde nominale bedrag, luidende in dezelfde valuta en van dezelfde soort, onderscheidenlijk andere goederen indien de financiëlezekerheidsoverkomst voorziet in de overdracht daarvan na het plaatsvinden van een gebeurtenis die betrekking heeft op of gevolgen heeft voor de effecten waarop de schuldenaar een pandrecht heeft gevestigd;
    7. executiegrond: verzuim of een andere omstandigheid op grond waarvan de zekerheidsnemer krachtens een financiëlezekerheidsovereenkomst of de wet gerechtigd is verpande goederen te verkopen of zich toe te eigenen dan wel gebruik te maken van een verrekenbeding;
    8. verrekenbeding: een beding in een financiëlezekerheidsovereenkomst of een overeenkomst waarvan een financiëlezekerheidsovereenkomst deel uitmaakt, of een wettelijk voorschrift, op grond waarvan bij het voldoen aan de voorwaarden van een executiegrond:
      1. de verplichtingen van partijen onmiddellijk opeisbaar worden, alsmede omgezet in een verplichting tot het betalen van een bedrag dat hun geschatte actuele waarde vertegenwoordigt, dan wel de verplichtingen vervallen en worden vervangen door een verplichting tot het betalen van het voornoemde bedrag, of
      2. de verplichtingen van partijen worden verrekend en alleen het saldo verschuldigd is.

 

Titel 2 - Financiëlezekerheidsovereenkomsten

Boek 7 Artikel 51 (7:51 BW)

 Financiële zekerheidsovereenkomst

 

Source:

 

Wat is een holding en welke voordelen biedt ze?

 

Soms hoor je in de bedrijfswereld wel eens spreken over een ‘holding’.  Maar wat is een holding precies? Voor buitenstaanders zegt de term weinig. Het is interessant om wat meer te weten over dit soort vennootschappen. Wat is hun betekenis en nut? ‘Holding’ betekent simpelweg ‘houdend’. Zo’n bedrijf doet dus niets meer of minder dan het aanhouden van aandelen en deelnemingen van andere ondernemingen. Maar hoe werkt het precies en wat zijn de voordelen?

 

Wat is een holding?

Activiteit

Een holding, ook wel een controlemaatschappij genoemd, is een vennootschap die in principe geen commerciële activiteit heeft en zelf niets produceert. Je zal bijvoorbeeld geen holdings vinden die kledij of schoenen maken. De belangrijkste activiteit van een holding en hun enige reden van bestaan is louter het aanhouden van deelnemingen (participaties) in andere bedrijven.

Omzet

Een holding heeft dus ook niet echt een omzet. De enige inkomsten van een holding komen uit dividenden die ze ontvangen uit hun deelnemingen, of uit opbrengsten wanneer ze die deelnemingen verkopen.

Vaak zal je dan ook zien dat het balansactief van een holding haast uitsluitend uit financiële vaste activa bestaat.

Moeder en dochter

In welke bedrijven hebben ze dan participaties? Meestal gewoon in de onderliggende werkvennootschap. Stel: een zaakvoerder heeft een paar vennootschappen. De ene verkoopt kledij, de andere juwelen en nog een andere beddengoed. Hij zou de aandelen van al die vennootschappen kunnen onderbrengen in zijn holding. De holding haalt dan winst uit de uitgekeerde dividenden op die aandelen. De ondernemer zelf heeft meestal persoonlijk de aandelen van de holding in handen. De holding bezit dan op haar beurt de aandelen van de werkvennootschappen.

Een holding oprichten is bijvoorbeeld nuttig wanneer er verschillende met elkaar gelinkte vennootschappen zijn. De holding wordt dan de ‘moedermaatschappij’ of het ‘moederbedrijf’ voor alle onderliggende werkvennootschappen. Ze staat met andere woorden het hoogst in de hiërarchie binnen de groep.

Soms hangt er onder een holding echter maar één vennootschap. De holding controleert dan als moedermaatschappij de dochter. Men spreekt in dat geval van een ‘monoholding’. Dit zijn holdings met alleen aandelen van één bedrijf.

Voorbeelden

Holdings komen in de bedrijfswereld heel vaak voor. Niet zo vaak bij kleine bedrijfjes en KMO’s, omdat de meerwaarde van een holding daar beperkt is. Maar bij heel grote ondernemingen en groepen is er haast altijd een holding.

Een paar voorbeelden:

  • De holding ‘Air France-KLM’ is eigenaar van Air France, KLM en mede-eigenaar van de Italiaanse luchtvaartmaatschappij Alitalia.
  • De Nederlandse holding ‘Ahold Delhaize’ is de moedermaatschappij van onder meer Albert Heijn en bol.com
  • Solvac is de holding die de aandelen van het Belgische chemiebedrijf Solvay bezit. Verder bezit ze geen participaties in andere vennootschappen.

Hoe werkt een holding?

De ‘dochtermaatschappijen’ en vennootschappen onder de holding maken als alles goed gaat winst. Op die winst betalen de ‘dochters’ uiteraard belastingen. De resterende nettowinst (dus na betaling van de belastingen) sluist men daarna door naar de holding, onder vorm van een dividend. Je winsten komen met andere woorden in de holding terecht.

Vorm

Een holding kan eender welke rechtsvorm aannemen. Het kan dus om een BV of CV maar net zo goed om een NV of zelfs een VOF gaan.

De jaarrekening van een holding ziet er soms wel wat anders uit dan de jaarrekening van een ‘gewone’ onderneming.

Zo mag een holding in België gebruik maken van het ‘holdingschema’. Daarbij ziet de balans er net hetzelfde uit als bij een klassieke vennootschap, maar de resultatenrekening volgt een andere structuur dan gewoonlijk.

Voordelen van een holding

Waarom zou je nu een holding oprichten? Kan je niet gewoon met je werkvennootschap verder?

Fiscale voordelen

Een holding biedt een aantal voordelen, vooral dan op fiscaal vlak. We moeten er dan ook niet omheen draaien: de fiscale voordelen zijn de belangrijkste reden waarom mensen een holding opzetten.

In Nederland zijn de dividenden die de holding ontvangt in principe vrijgesteld van belasting. In België kan de holding genieten van een vrijstelling van 95% op de ontvangen dividenden door het systeem van de DBI-aftrek. ‘DBI’ staat voor ‘definitief belaste inkomsten’. Omdat deze winsten al belast werden in de onderliggende vennootschap hoef je er immers geen tweede keer belasting op te betalen. Hoewel een holding dus onderworpen is aan hetzelfde tarief vennootschapsbelasting dan eender welke ‘gewone’  vennootschap is er toch een fiscaal voordeel mogelijk.

Wie een klok heeft horen luiden maar niet weet waar de klepel hangt durft al eens rare dingen beweren. Zoals ‘een holding betaalt minder belastingen dan een andere vennootschap’. Dit is nonsens. Het belastingtarief ligt voor een holding even hoog dan voor eender welke vennootschap. Alleen zorgen andere fiscale mechanismen zoals de DBI-aftrek ervoor dat de holding nog maar een beperkt bedrag moet betalen.

Ook is een holding nuttig bij het plannen van erfopvolging en successie op een fiscaal gunstige manier. Maar daarin schuilt nu juist het gevaar. De fiscus kan de holding verwerpen indien ze alleen is opgericht om fiscaal voordeel te behalen. Dit noemt men ook wel de anti-rechtsmisbruik bepaling. Best kan je je dan ook laten adviseren door een fiscaal specialist wanneer je wil kiezen voor een holding.

Andere voordelen van een holding

Naast het fiscale luik biedt een holding nog andere voordelen. Het maakt het bestuur binnen een groep vennootschappen duidelijker. Het bestuur van de holding treedt immers op als leiding voor de hele groep vennootschappen.

Je kan het risico van beleggingen spreiden. Bijvoorbeeld door een deel van het geld, vermogen of andere waardevolle zaken zoals patenten in de holding onder te brengen. Op die manier voorkom je dat je alles kwijt raakt als de werkvennootschap failliet zou gaan. Een holding zorgt dus voor extra veiligheid. Het maakt ook interne leningen binnen de groep vennootschappen mogelijk.

Voor beursgenoteerde ondernemingen kan aandelen in een holding onderbrengen ook een manier zijn om het bedrijf tegen een vijandige overname te beschermen.

 

Source:

 

Protocol Strafaangifte Artikel 119 GW

Termijn tot aanleveren gevraagde bewijsstukken (art.21 RV) mbt tot schuld/vordering
14 dg. onder art.227 a&b SR
Indien termijn overschreden wordt vernietiging uitspreken art.3:44, 3:49, 3:50 bw


2de brief na termijn

Zelfde met ingebreke erboven art.6:82 BW

Wederom termijn maar nu 7 dg. Tot verzuim art.6:62 & 6:61 BW


Gaat de gdw zonder exectoire titel door is dat wederrechtelijk.

Heb je meerdere opties
-klacht KBvG
-aangifte (doet OM doorgaans niets mee,…is puur dossier opbouw)
-civiel dagen


Ja, je kunt onrechtmatige daad aankondigen in 2de brief art.6:162 BW en je kunt facturatie sturen maar….incasseren lukt alleen na gerechtelijke uitspraak nadat je gedaagd hebt.

Als je dat wilt doen moet je zorgen dat je onberispelijk correct aantoonbaar administratief procedeerd.
Doe je dat niet (?) loop je risico de investering mbt. dagen kwijt te raken….

 

 

Artikel 6:3 BW

Artikel 6:5 BW

 

publiekelijke gerechtsdeurwaarders:

Ze tonen geen machtiging van hun opdrachtgever,…waaruit blijkt ‘wie’ jouw schuldeiser is. Art.3:71 BW, art.6:37 BW Art.150 RV Art.156 Rv

 

Die schuldeisers hebben vaak ook geen overeenkomst met ons.

Dat is een bewijs wat die schuldeiser te leveren heeft, maar daarvoor moet je weten ‘wie’ dat is

 

 

Daarvoor dien je dat in correcte administratieve procedure te doen zodat je ze via kortgeding de rechtsvordering kunt doen …de rechter bekrachtigd jouw art.21 RV vragen dan en als tegenpartij niet leverd ondanks dat jij onberisoelijk correct adminstratief geprocedeerd hebt is dat : -schending van jouw recht art.227 a&b SR & inbreuk op persoonlijke levenssfeer /stalking art.285 b SR - aantoonbare onrechtmatige daad (vordering blijkt ondanks he vragen onrechtmatig ) art.6:162 BW en dus oneerbaar gedrag /het in geding brengen van de maatschappelijke betamelijkheid. Art.6:162 BW benoemd recht op schadevergoeding/schadeloosstelling materieel&immaterieel.