Ik ben een prinses/prins

 

<><
Nu denkt u zeker, die is gek. Nou mooi dus niet.



Lucas 8:
21. Mijn moeder en mijn broeders zijn dezen, die het woord Gods horen en doen.

Openbaringen 19: 

16. En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren. 

Ik ben een zus van Jezus en hij is mijn Koning, dat maakt mij dus een Prinses.
Alle mensen die Jezus als Heer hebben aangenomen/erkennen en van hem de (doop van de) Heilige Geest ontvangen hebben en het woord Gods kennen en zijn stem horen en gedoopt zijn (onder water voor vergeving van zonden) die zijn allemaal Prinsen en Prinsessen en mijn broeders en zusters.

 

 

Statenvertaling (Jongbloed-editie)

NBG-vertaling 1951

Openbaring 20:

3. En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden.

De eerste opstanding

3. en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.

4. En ik zag tronen, en zij zaten op dezelve; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en deszelfs beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.

4. En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christusduizend jaren lang.

5. Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding.

5. De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren.

Dit is de eerste opstanding.

 

Uit: Statenvertaling (Jongbloed-editie)

Uit: NBG-vertaling 1951
© 1951 
Nederlands Bijbelgenootschap



Enkelen tips:  

  1. Vraag Hem om Zijn stem te verstaan, voor het ontvangen van de Heilige Geest, voor vergeving van je zonden, anders krijg je niets.
  2. Bid iedere dag het Onze Vader (tot God) (zie Mattheüs 6), want een veelheid aan woorden heb je niets en Hij weet wat je van node hebt. En dank hem ten alle tijden in Jezus Christus naam.
  3. Zing het lied:Dank U (Jezus) voor deze nieuwe morgen, dank U voor deze nieuwe dag, dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.
  4. Draag altijd je zwaard (bijbel) bij je, want je weet nooit wanneer je er een draak mee moet verslaan.
  5. Tijdens een oorlog moet je Hem om eten, drinken, kleding en een slaapplaats vragen.
  6. Wapenrusting van God (Efeziërs 6: 11-20).
  7. Eindig je gebed altijd met Amen (= het zij zo: "Hebreeuws, de taal van Israël").
  8. De Bijbel is voor de meeste mensen een gesloten boek. Tenzij je aan hem vraagt om het voor je te openen 

Lucas 24:45:Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.

     

    10 augustus 2012
    Mattheüs 6:
    5. En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden (huichelaars, neppers); want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
    6. Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden (krijgen).
    7. En als gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden.
    8. Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.
    9. Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd.
    10. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde.
    11. Geef ons heden ons dagelijks brood.
    12. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren.
    13. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen.
    14. Want indien gij den mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven.
    15. Maar indien gij den mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven.
    16. En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
    17. Maar gij, als gij vast, zalft uw hoofd, en wast uw aangezicht;
    18. Opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.
    19. Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;
    20. Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen;
    21. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
    22. De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen;
    23. Maar indien uw oog boos is, zo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, hoe groot zal de duisternis zelve zijn!
    24. Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.
    25. Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?
    26. Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?
    27. Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
    28. En wat zijt gij bezorgd voor de kleding? Aanmerkt de leliën des velds, hoe zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet;
    29. En Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest, gelijk een van deze.
    30. Indien nu God het gras des velds, dat heden is, en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen?
    31. Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
    32. Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft.
    33. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
    34. Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs (eigen) kwaad.

     

    Statenvertaling (Jongbloed-editie)

    NBG-vertaling 1951

    Efeziërs 6:

    Plichten van kinderen en ouders, dienstknechten en heren

    1. Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht.

    Gehoorzaamheid

    1. Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam [in de Here], want dat is recht.

    2. Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),

    2. Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte –

    3. Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde.

    3. opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.

    4. En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maarvoedt hen op in de lering en vermaning des Heeren.

    4. En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren.

    5. Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus;

    5. Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus,

    6. Niet naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte;

    6. niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar door als slaven van Christus de wil Gods van harte te doen,

    7. Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen;

    7. en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen.

    8. Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije.

    8. Gij weet immers, dat een ieder, hetzij slaaf, hetzij vrije, al het goede, dat hij gedaan heeft, van de Here zal terugontvangen.

    9. En gij heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat geen aanneming des persoons bij Hem is.

    9. En gij, heren, handelt evenzo jegens hen; laat het dreigen na. Gij weet immers, dat hun en uw Heer in de hemelen is, en bij Hem is geen aanzien des persoons.

    De geestelijke wapenrusting

    10. Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.

    De geestelijke wapenrusting

    10. Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht.

    11. Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.

    11. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels;

    12. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.

    12. want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.

    13. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.

    13. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.

    14. Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;

    14. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheidbekleed met het pantser der gerechtigheid,

    15. En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;

    15. de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes;

    16. Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.

    16. neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven;

    17. En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.

    17. en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.

    18. Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;

    18. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;

    19. En voor mij, opdat mij het Woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te maken;

    19. ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken,

    20. Waarover ik een gezant ben in een keten, opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk moge spreken, gelijk mij betaamt te spreken.

    20. waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.

    Zending van den brief door Tychikus. Zegengroet

    21. En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat; enwat ik doe, dat alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken;

    Mededeling – Groet

    21. Opdat ook gij van mij moogt weten, hoe het mij gaat, zal Tychikus, mijn geliefde broeder en getrouwe dienaar in de Here, u alles bekendmaken.

    22. Denwelken ik tot datzelfde einde tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, en hij uw harten zou vertroosten.

    22. Met dit doel heb ik hem tot u gezonden, dat gij onze omstandigheden zoudt weten en hij uw harten zou vertroosten.

    23. Vrede zij den broederen, en liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus.

    23. Vrede zij de broeders en liefde met geloof, van God, de Vader, en van de Here Jezus Christus.

    24. De genade zij met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid. Amen.

    24. De genade zij met allen, die onze Here Jezus Christus onvergankelijk liefhebben.

     

    Uit: Statenvertaling (Jongbloed-editie)

    Uit: NBG-vertaling 1951
    © 1951 
    Nederlands Bijbelgenootschap



    Wij zijn leden van de vrije ridderschap

    onder leiding van onze Heer Jezus Christus onze Koning.

    En wij zijn allen zijn ridders (strijders) in de Heilige Geest.

    Mijn voorouders waren vrij en ik ook. Amen.

     

    Opgelet:

    Op mijn site loopt niets in tijdlijn m.a.w. ik knip en plak continue ook van andere websites en zelf gevonden informatie.

     

    Corrupte Bijbelvertalingen

    Laat niemand je misleiden, op welke wijze ook!

    2 Thess. 2:
    Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 
    2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. 

    Als eerste wordt in het eerste vers twee belangrijke dingen uiteen gezet.

    1. de komst van [onze] Here Jezus Christus
    2. en onze vereniging met Hem (de Opname van de Gemeente)


    En ten tweede in vers twee: niet denken dat de dag des Here (al) aanbrak.

    Want de Wederkomst van de Here Jezus, vindt plaats op de dag des Heren. En bij die gelegenheid willen wij niet op aarde zijn, maar bij de Here Zijn! 

    Amos 5:
    18. De dag des HEREN Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN! 

    Wat verlangen wij dan wel? 

    2 Kor 2:
    7. Wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen. De Opname van de Gemeente! Dat is namelijk onze vereniging met Hem in de Hemel!!! 

    Maar kennelijk, zijn er mensen die denken dat het niet zo is en anders is. Daarom gaat het vers op een heel harde toon verder. 

    3. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 
    4. de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. 
    5. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? 

    Laat je niks wijsmaken! Laat je de waarheid niet afgenomen worden, op welke wijze dan ook. Want de Wederkomst van de Here Jezus op de dag des Herenkomt pas als de afval is gekomen en de antichrist is geopenbaard. Dat is de enige waarheid. En deze moet je vasthouden.

    Terugkomst
     van Jezus in de Wolken.

    2 Tessalonicenzen 2:
    De wederkomst des Heren

    1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 
    2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. 
    Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 
    4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.
    5 Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? 
    6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. 
    7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. 
    8 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.
    9 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 
    10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. 
    11 En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, 
    12 opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.
    13 Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. 
    14 Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus.
    15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn.
    16 En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, 
    17 trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord. 

    Wat moet ik doen met deze kennis?

    Wat kunnen we doen met deze kennis? Heel dicht bij de Here Jezus blijven. Jezus heeft gezegd:

    Johannes 14: 
    30. Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser (Satan) van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over mij, 
    31. maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen.

    De Here Jezus zei al voor de kruisiging, dat de heerser van deze wereld geen macht heeft over Hem. En dat hij er nog niet was. De geest van de antichrist was al wel onderweg. 
    Satan en zijn aanhangers strijden geestelijk tegen de christenen die Jezus Christus als fundament hebben. Wij staan er niet alleen voor want, “u bent allen één in Christus Jezus”. 

    Galaten 3:
    28. Omdat Jezus in ons is, zijn wij sterker dan die uit de wereld is.

    Effeziërs 6:
    10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. 
    11 Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. 
    12 Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. 
    13 Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaadom goed voorbereid stand te kunnen houden
    14 Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupende gerechtigheid als harnas om uw borst
    15 de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten
    16 en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. 
    17 Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geestdat wil zeggen Gods woorden.

    Dus houdt moed! Laat je niet door hen misleiden. Blijf in Jezus Christus, wees vervuld door de Heilige Geest en vertrouw op God onze Vader. Amen.

    Geld is niet alles. Een persoon kan niet tot God komen door het geloven in andere goden, ethiek, discipline of door middel van goede werken. Alleen maar een persoonlijke relatie met Jezus Christus maakt het mogelijk om rechtvaardig te staan voor een heilig God op het einde van de menselijke geschiedenis. Het was om deze reden dat Jezus Christus op het kruis geleden heeft, zijn bloed vergoten heeft, stierf en opgestaan is uit de dood. Dit werd gedaan om God’s bereidheid, bekwaamheid en de heerlijkheid van God te tonen om ons van zonde en dood te redden.

    Johannes 14:
     6 Jezus zei: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

    Romeinen 10:
    9. “ Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; 
    10. want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.

    Je moet in Jezus geloven dat Hij jouw persoonlijke Redder wilt zijn en dat Hij voor je zonden gestorven is. Jezus houdt van jou.
    alles siddert en beeft voor uw macht. Manasse 1,4
    Bij het zien hiervan werden de mensen van ontzag vervuld en ze loofden God, om de macht die hij aan mensen heeft verleendMatteüs 9,8
    Daarop riep hij zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen. Matteüs 10,1
    Jezus riep hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Matteüs 20,25
    Jezus gaf hun ten antwoord: ‘U dwaalt, blijkbaar kent u de Schriften niet, en de macht van God evenminMatteüs 22,29
    Dan zullen ze mij daar in hun ballingsoord gaan vereren en mijn naam eerbiedigen. Baruch 2,32
    En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op. Matteüs 18,5
    Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’ Matteüs 18,20
    Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, Matteüs 28,19
    ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die mij gezonden heeft.’ Marcus 9,37
    Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Marcus 9,39
    Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, Marcus 16,17
    Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ Lucas 9,48
    Maar eerst zullen jullie worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam. Lucas 21,12
    Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Johannes 16:33
    Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten in Mijn troon, zoals Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon. Opbaringen 3:21
    Die overwint, zal alles beërven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Opbaringen 21:7
    16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Joh. 3 :16.

    Realiseer dat jij een zondaar bent en dat je moet bidden in geloof. Je moet Jezus als je persoonlijke Redder ontvangen. Het is zeker dat er een hemel en een hel is. Jezus Christus is de enige weg naar de hemel.

    En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Johannes 14:13.
    Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen. Johannes 14:14.
    Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Johannes 15:16.
    Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – hij zal het je geven. Johannes 16:23.
    Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn. Johannes 16:24.
    Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, Johannes 16:26.

    Naar de overkant van het meer (bestraffen en bevelen)
    Lukas 8.
    22 Op een van die dagen stapte hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en zei tegen hen: ‘Laten we naar de overkant van het meer gaan,’ en ze voeren het meer op. 
    23 Onderweg viel hij in slaap. Er kwam een wervelstorm opzetten, zodat de boot water maakte en dreigde te zinken. 
    24 Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Meester, meester, we vergaan!’ Hij stond op en sprak de wind en de golven bestraffend toe. Daarop ging de wind liggen en kwam het water tot rust. 
    25 Hij vroeg hun: ‘Waar is jullie geloof?’ De leerlingen waren geschrokken en zeiden vol verbazing tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen?’
    26 Ze voeren verder naar het gebied van de Gerasenen, dat tegenover Galilea ligt. 
    27 Toen hij aan land stapte, kwam hem vanuit de stad een man tegemoet die door demonen bezeten was. Deze man droeg al geruime tijd geen kleren meer en woonde niet in een huis, maar in de rotsgraven. 
    28 Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en riep luidkeels: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me geen pijn!’ 
    29 Jezus stond namelijk op het punt de onreine geest te bevelen uit de man weg te gaan. Want die had hem al heel lang in zijn macht, en gewoonlijk werd de man voor de veiligheid aan handen en voeten geboeid, maar telkens trok hij de boeien kapot en werd hij door de demon naar eenzame plaatsen gedreven. 
    30 Jezus vroeg hem: ‘Hoe heet je?’ Hij antwoordde: ‘Legioen’ – er woonden namelijk veel demonen in hem
    31 Ze smeekten hem hun niet te bevelen naar de onderwereld te gaan. 
    32 Op de berghelling liep op dat ogenblik een grote kudde varkens te grazen, en de demonen smeekten Jezus om hun toe te staan hun intrek in de varkens te nemen. Hij stond hun dat toe. 
    33 Toen ze uit de man waren weggegaan, trokken ze in de varkens, waarop de kudde de steile helling afstormde, het meer in, en verdronk. 
    34 Toen de varkenshoeders dat zagen, sloegen ze op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat er was gebeurd. 
    35 Vele mensen gingen op weg om met eigen ogen te zien wat er was voorgevallen. Toen ze bij Jezus kwamen, troffen ze daar de man aan uit wie de demonen waren weggegaan. Hij zat aan Jezus’ voeten, gekleed en bij zijn volle verstand, en toen ze dat zagen, werden ze door schrik bevangen. 
    36 Degenen die alles gezien hadden, vertelden hun hoe de bezetene was gered. 
    37 En de hele mensenmenigte uit het gebied van de Gerasenen verzocht hem hen te verlaten, want angst en ontzetting hadden hen aangegrepen. Jezus stapte in de boot om terug te gaan. 
    38 De man bij wie de demonen waren weggegaan, vroeg hem met aandrang bij hem te mogen blijven. Maar hij stuurde hem weg met de woorden: 
    39 ‘Ga terug naar huis en vertel alles wat God voor u heeft gedaan.’ Hij ging weg en maakte overal in de stad bekend wat Jezus voor hem had gedaan.

    Psalm 37:
    19. Zij worden niet teleurgesteld in kwade dagen, in tijden van hongersnood hebben zij te eten.

    Hebreeën: 11:
    17. Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. 

    Psalmen 7:
    12. God is een rechtvaardige rechter, hij bestraft het kwaad, elke dag.

    Handelingen 10:
    42. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden.

    Job 31:
    28. Ook dat is een misdaad bij de rechter, want dan zou ik God van boven verloochend hebben.

    Psalm 50:
    6. De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid; want God Zelf is Rechter. Sela

    Psalm 68:
    6. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning;

    Psalm 75:
    8. maar God is Rechter: Hij vernedert de een en verhoogt de ander.

    Jesaja 29:

    11-12. “Zo werd het gezicht van dit alles voor u als de woorden van een verzegeld boek, dat men aan iemand geeft, die lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld. Of het boek wordt gegeven aan iemand die niet lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet lezen.”

     

    Jesaja 29:13:En de Here zeide: Omdat dit volk Mij slechts met woorden nadert en met zijn lippen eert, terwijl het zijn hart verre van Mij houdt, en hun ontzag voor Mij een aangeleerd gebod van mensen is.

    Hosea 4:6: Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u…”

     

    Jesaja 1:

    3.“Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar (Nederlands)-Israel heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht.

     

    Johannes 8:

    32. En gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

    44.“Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.”

     

    2 Korinthiërs 4:

    4. “Ongelovigen, wier overleggingen de god eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.”

     

    Mattheüs 13:

    13-15.”Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen. En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen.

     

    2 Korinthiërs 3:

    17.“De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid”

     

    De Here Jezus heeft gezegd: 

    Mattheüs 13:

    16. “Maar uw ogen zijn zalig, omdat zij zien en uw oren, omdat zij horen”

     

    Johannes 17:

    17.“Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.”

     

    1 Korinthiërs 2:

    10. ”Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods

     

    Lucas 24:

    45.”Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.

    8-10-2012

    De eindtijd - HD

    Jezus: Koning der Koningen.
    Zijn titels zullen Zijn:
    Wonderbare Raadgever, Machtige God, Vader der eeuwen, Vorst van Vrede.

    Op die glorieuze dag van vrede zal het oorlogstuig niet meer worden gebruikt;
    de met bloed doordenkte mantels en de dreunende laars zullen worden verbrand. (Onderdrukking en verzet, oorlog en bloed en vuur. Dreunende laarzen en dreunend geschut). 
    Want een Kind is ons geboren, een Zoon werd ons gegeven en de heerschappij zal op Zijn schouders rusten. Dit zullen Zijn koninklijke titels zijn: Wonderbare Raadgever, Machtige God, Vader der eeuwen, Vorst van Vrede.
    Aan Zijn groeiende en vredevolle bewind zal nooit een einde komen. Vanaf de troon van Zijn vader David zal Hij met volmaakte eerlijkheid en rechtvaardigheid regeren. Hij zal alle volken van de wereld echte rechtvaardigheid en vrede brengen. En dit alles zal gebeuren , omdat de brandende liefde van de Here van de hemelse legers zich heeft voorgenomen dit te doen!

    Het volk is brandstof voor de vlammen. (Jesaja 10:19)

    Eindtijd in beeld.
    De wereld is een vrouw (Rom. 8:22) die in barensnood verkeerd.
    Zij lijdt pijn. Haar lichaam zucht. (Rom. 8:22)
    Haar lichaam rilt. (Matt. 24:7) (aardbevingen)
    Zij vloeit bloed. (vulkanen) (Ps. 11: 6, Jes. 34:9)
    Haar temperatuur is ontregeld. (Jes. 50:2)
    Haar vliezen breken. (tsunami's)(Luk. 21:25)
    Haar lichaam is in strijd (Matt. 24:6) (oorlog na oorlog)
    Hormonen gieren door haar lichaam. (Joël 2:30) Blinksem inslag en tornado's)
    De wereld komt in persweeën. (Jes. 26:17) (Alle ellende en onrust verzamelt zich en komt tot uiting).
    Haar lichaam wordt geregeerd door wereldleiders. (Ef. 6:12).
    Zie het teken van de Satan die de werled leiders geven onder elkaar vandaag de dag.
    When our founders (?) declared a new order of the ages. New World Orde: Satan´s rulers of the world.
    They say/ze zeggen:
    To meet the demands of the new age. They say there is a need for a new world order (Jezus) but Satan comes first to steal his place.
    En de mensheid te verzamelen onder één man. (Hab. 2:5)
    En dan in een oogwenk... De wegneming van Christenen.
    De bestuurders zijn weg! Dit is de grootste gebeurtenis in de menselijke geschiedenis.
    De vrouw is bevallen. Haar zoon is weggerukt. (7 jaren 2 X 3,5 jaar zit Satan op de troon van Jezus in Israël)
    De duivel is op aarde geworpen. Hij zal die "New Age"inleiden en de New World Order Leiden.
    (de mensheid onder leiding van satan te brengen).(naar Openbaring 12).
    Zeven jaren zal die strijd en ellende duren.
    Hierna zal de vrouw haar Zoon, Jezus Christus met de Gemeente zien. (Gemeente: de echte Christenen die Jezus "echt" dienen)
    Maak geen deel uit van de wereld, maar van het Nieuwe Leven!

    Tekenen eindtijd

    De komst van de Mensenzoon.
    Op de Olijfberg ging hij zitten met Zijn leerlingen om zich heen, en nu ze onder elkaar waren vroegen ze: "Vertel ons wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we Uw komst en de voltooing van deze wereld herkennen? Jezus antoordde hun:
    "Pas op dat niemand jullie misleidt. Want er zullen velen komen die Mijn Naam gebruiken en zeggen: "Ik ben de Messias,"

    Beware of false prophets (Matthew 7:5)
    en ze zullen veel mensen misleiden. Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreigingen. Laat het je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren al is daarmee het einde nog niet gekomen. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken.

    "Geen volk is vrij dat een ander volk onderdrukt!

    en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er hongersnoden uitbreken. 

    (30 miljoen mensen per jaar waarvan 75% kinderen sterven aan hongersnood)

    en zal de aarde beven.
    dat alles is het begin van de weeën.
    en doordat de wetteloosheid toeneemt zal bij velen de liefde bekoelen.
    Pas als het goede nieuws over het koninrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.
    Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren.

    Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar Mijn woorden zullen nooit verdwijnen.

    De laatste dagen. Eindtijd

    Derde tempel in Jeruzalem staat klaar voor bouw

    This tempel is Jesus Himself. Build my house...... That means within your own body. Ask the Lord for the Holy Spirit to come into your heart and then build His temple from within.

    Jezus is de temple die je moet bouwen in je binnenste. Vraag aan God in Jezus naam om de Heilige Geest van Hem te ontvangen en bouw dan de tempel van Jezus Christus. Zolang de Joden blind blijven kan Jezus niet wederkeren, want Jezus is de hoeksteen die zij verwerpen. En zonder Jezus kan je niet tot God komen.

    De vorst en de priesters
    Ezechiël 44:
    28. Dit zal hun tot erfdeel zijn: Ik ben hun erfdeel; een bezitting in Israël moogt gij hun niet geven: Ik ben hun bezitting.

     

    HET MERKTEKEN AAN RECHTERHAND EN VOORHOOFD.

    Openbaring 14:

    9. zowel als in Openbaring 13:16 is er sprake van twee klassen die het merkteken dragen. 


    De ene klasse heeft het merkteken aan de rechterhand. 

    De rechterhand is het symbool van menselijke kracht,

    terwijl het voorhoofd heenduidt op geestelijke en verstandelijke vermogens.

    Create Your Own Website With JouwWeb