Deurwaarders

 

Inschrijven publiekrechtelijke rechtspersoon


12 september 2021
Bijgewerkt 14 februari 2023

Voor het inschrijven van een publiekrechtelijke rechtspersoon zoals een gemeente, zelfstandig bestuursorgaan of universiteit. Wanneer de publiekrechtelijke rechtspersoon commerciële activiteiten uitoefent, dan moet je ook de onderneming van de publiekrechtelijke rechtspersoon inschrijven.

 

1. Download het formulier
Formulier 25 : 'inschrijving publiekrechtelijke rechtspersoon'
Formulier 8: 'inschrijving onderneming van een rechtspersoon'

 

2. Vul het formulier in en stuur het naar KVK
Op het formulier staat wie het formulier mag ondertekenen en welke bewijsstukken je eventueel moet meesturen. Ook staat op het formulier aangegeven of je eventueel nog andere formulieren moet invullen.
Stuur het formulier, met een kopie van het geldige legitimatiebewijs van degene die het formulier heeft ondertekend, naar een van de postadressen van KVK.
Je hoeft hiervoor niet langs te komen bij de KVK.

 

Source:

 

 

Met dat dossier kan je een klacht neerleggen bij de kamer voor gdw. Die toetst aan of een gdw tuchtrechtelijk wel juist gehandeld heeft. Kost 50 euro griffie. Ik heb nu drie zaken lopen. Als je dat doet is het wel verstandig eerst de klacht aan de betreffende gdw te richten. Hebben zij hun kans gehad. Staat dacht ik wel een brief hier hoe je een en ander op papier kunt zetten en op welke gronden je dat doet.

 

 

Centrale Informatiebalie naar de rechtbank locatie Rotterdam 

een apostille of legalisatie

Legaliseren van buitenlandse documenten voor gebruik in Nederland. 

U kunt uw buitenlandse document in bijna alle gevallen echt laten verklaren door de Rijksoverheid of een consul of ambassade. 

Legaliseren van Nederlandse documenten.

 

 is een procedure om documenten geschikt te maken voor gebruik in het buitenland. Dit doet u door een  aan te vragen bij de  of het document via het Consulair Dienstencentrum (CDC) te legaliseren.

De apostille is een stempel (of sticker) van de rechtbank op een officieel document, die aantoont dat de handtekening op het document echt is. Met die stempel is het document geldig in het buitenland.

 

dagvaarding

kanton dagvaarding.rottedam@rechtspraak.nl

Kopie dagvaarding erbij doen

Gerechtsdeurwaarderswet

 

Paragraaf 2. Benoeming en beëdiging

    Artikel 4

    • 1. Een gerechtsdeurwaarder wordt benoemd bij koninklijk besluit. In het besluit wordt de plaats van vestiging aangegeven. Hij mag zijn werkzaamheden als gerechtsdeurwaarder eerst aanvangen nadat hij is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister.

    • 2. Tot het voeren van de titel van gerechtsdeurwaarder is uitsluitend bevoegd degene die als zodanig is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister en die niet geschorst of ontslagen is.

     

    Source:

    Nieuwe rechtspositie ambtenaren

     

    Sinds 1 januari 2020 hebben de meeste ambtenaren zoveel mogelijk dezelfde rechten als werknemers in het bedrijfsleven. Voor ambtenaren geldt dan het private arbeidsrecht. Net als voor werknemers in het bedrijfsleven altijd al het geval was. Dit staat in de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra).

     

    Speciale status ambtenaren blijft

    De ambtelijke status is niet verdwenen. Iedere medewerker in dienst van een overheidswerkgever is nog steeds ambtenaar. De overheid is er voor het algemene belang. Daarom blijven de speciale regels voor ambtenaren bestaan. Deze staan in de nieuwe Ambtenarenwet met daarin regels voor ambtenaren, bijvoorbeeld over:

    • geheimhoudingsplicht;
    • verbod om giften aan te nemen;
    • de plicht andere functies te melden.

    Arbeidsovereenkomst in plaats van aanstelling

    De aanstelling voor de meeste ambtenaren is verdwenen. Ambtenaren hebben sinds 1 januari 2020 een arbeidsovereenkomst, net als werknemers in het bedrijfsleven. Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) vervangen rechtspositieregelingen.

    Private arbeids- en ontslagrecht voor ambtenaren

    Voor de meeste ambtenaren geldt het private arbeids- en ontslagrecht. Dit betekent dat een ambtenaar bij onenigheid met zijn werkgever of bij ontslag naar de kantonrechter gaat. Hij kan niet langer in bezwaar bij de eigen werkgever en in beroep bij de bestuursrechter. Voor ontslag moet het UWV of de kantonrechter toestemming geven. De procedure bij ontslag is dus veranderd. Maar de werkgever moet nog steeds een goede reden hebben voor ontslag. Net als onder het ambtenarenrecht.

    Collectieve arbeidsvoorwaarden (cao's)

    De arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in cao’s. Dit gebeurt in het overleg met werkgevers en vakbonden. Overheidswerkgevers zijn vrij om een cao te sluiten. Of juist niet. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor marktwerkgevers. Ook zijn ze vrij in de keuze van de vakbonden waarmee ze onderhandelen en waarmee ze een cao sluiten. Een zo groot mogelijke steun voor de cao onder het personeel blijft belangrijk.

    Geen gevolgen voor arbeidsvoorwaarden

    Arbeidsvoorwaarden zoals salaris en aantal vakantiedagen van ambtenaren zijn niet veranderd door de nieuwe wet. In nieuwe cao’s kunnen werkgevers en vakbonden wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden afspreken.

    Nieuwe wet geldt voor meeste ambtenaren

    De nieuwe wet geldt voor de meeste ambtenaren. Ook voor medewerkers van overheidswerkgevers die nu al een arbeidsovereenkomst hebben, geldt de wet. Dit zijn medewerkers van bijvoorbeeld:

    • De Nederlandsche Bank;
    • Sociale Verzekeringsbank;
    • UWV.

    Sommige ambtenaren vallen niet onder de wet

    Enkele groepen vallen juist niet onder de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Zij krijgen niet te maken met het arbeidsrecht, maar houden hun oude positie. Dit zijn onder andere:

    • medewerkers van politie en defensie;
    • rechters en officieren van justitie;
    • politieke ambtsdragers, zoals Kamerleden, burgemeesters en wethouders.

     

    Source:

     

     

    Wet kwaliteit incassodienstverlening

     

    Dit wetsvoorstel heeft als doel de kwaliteit van de private buitengerechtelijke incassodienstverlening door incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en incassoadvocaten te verbeteren. Aanleiding voor het voorstel zijn de problemen in de incassopraktijk, zoals onterechte vorderingen, hoge incassokosten en onheuse en agressieve bejegening van mensen met schulden. Het wetsvoorstel:
    - verplicht incassobureaus om zich in te schrijven in een speciaal register
    - maakt het mogelijk om bij lagere regelgeving kwaliteitseisen te stellen aan de buitengerechtelijke incassodienstverlening
    - stelt een systeem van toezicht en handhaving in
    - bevat maatregelen tegen de negatieve aspecten van de verkoop van vorderingen en maatregelen tegen het verdienmodel bij de cumulatie van termijnvorderingen.

     

    Source:

    https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?id=2021Z03391&dossier=35733

     

    Wet kwaliteit incassodienstverlening

     

    https://www.eerstekamer.nl/9370000/1/j9vvkfvj6b325az/vlt2fu8nxwzm/f=y.pdf

     

    Per 1 april regels voor incassodienstverlening

    Nieuwsbericht | 09-02-2024 | 14:30

     

    Incassodienstverleners moeten vanaf 1 april 2024 aan kwaliteitseisen voldoen en zich verplicht registreren. Met deze eisen en de registratieplicht uit de Wet Kwaliteit incassodienstverlening wordt het beroep voor het eerst gereguleerd in Nederland. Mensen met schulden worden hierdoor beter beschermd en schuldeisers weten beter wat incassodienstverleners voor hen kunnen doen. De wet moet ook leiden tot minder onprofessionele praktijken en beperkt het stapelen van incassokosten. De ministerraad heeft op voorstel van minister Weerwind voor Rechtsbescherming ingestemd met onderliggende regelgeving zodat de wet in werking kan treden.

     

    Minister Weerwind: “Incassodienstverlening noemen we niet voor niets dienstverlening: misstanden en onheuse bejegening horen er niet bij. Met deze eisen kan zowel een schuldeiser als een schuldenaar rekenen op kwaliteit en duidelijkheid bij het afhandelen van schulden en vorderingen. Zo kan iedereen op het werk van incassodienstverleners vertrouwen.”

    Kwaliteitseisen

    De kwaliteitseisen gelden voor alle partijen die zich bedrijfsmatig bezighouden met het innen van buitengerechtelijke incasso’s namens derden bij consumenten die in Nederland wonen. Ook als de vordering aan een ander is doorverkocht gelden deze kwaliteitseisen. De dienstverleners moeten zich verplicht registreren in een register dat voor iedereen in te zien is. Aan hun werk worden kwaliteitseisen gesteld op het gebied van vakbekwaamheid, omgang met schuldeisers en schuldenaren, informatievoorziening en klachtbehandeling. De wet bevat daarnaast een bepaling om de stapeling van incassokosten bij terugkerende vorderingen te beperken. De incassokosten mogen maximaal € 140 bedragen als de vordering lager is dan € 266,67. De beperking van de incassokosten zal vanaf 1 oktober 2024 van kracht zijn.

    Toezicht en registratie

    Bestaande incassodienstverleners moeten zich binnen een jaar na 1 april 2024 registreren. Incassodienstverleners die starten met hun dienstverlening na 1 april moeten zich direct inschrijven. Screeningsautoriteit Justis zal het register voor incassodienstverleners beheren en buitengerechtelijke incassobureaus screenen. De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat toezicht houden op de kwaliteitseisen en registratieplicht en kan handhaven als incassodienstverleners zich niet aan de regels houden.

     

    Source:

     

    Mensen met schulden beter beschermd tegen incassobureaus


    Schulden 
    Vanaf 1 april 2024 worden mensen met schulden beter beschermd. Incassodienstverleners moeten vanaf dat moment aan kwaliteitseisen voldoen en zich verplicht registreren. Met deze registratieplicht en kwaliteitseisen uit de 'Wet Kwaliteit incassodienstverlening' wordt het beroep voor het eerst gereguleerd in Nederland.

    De wet moet een einde maken aan de misstanden bij incassobureaus, waardoor mensen vaak dieper in de schulden komen. Er worden kwaliteitseisen gesteld aan de omgang met mensen die een schuld hebben en met schuldeisers. Schuldeisers weten door de nieuwe wet beter wat incassodienstverleners voor hen kunnen doen. Ook gelden er vanaf 1 april wettelijke eisen voor klachtbehandeling, vakbekwaamheid en informatievoorziening.

    Dienstverlening
    "Incassodienstverlening noemen we niet voor niets dienstverlening: misstanden en onheuse bejegening horen er niet bij", zegt demissionair minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming. "Met deze eisen kan zowel een schuldeiser als een schuldenaar rekenen op kwaliteit én duidelijkheid bij het afhandelen van schulden en vorderingen. Zo kan iedereen op het werk van incassodienstverleners vertrouwen."

    Handhaving
    Nieuwe incassodienstverleners moeten zich vanaf 1 april dit jaar direct registreren in een openbaar toegankelijk register. Bestaande incassodienstverleners moeten dat voor 1 april 2025 doen. De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt toezicht op de kwaliteitseisen en de registratieplicht. Als de dienstverleners zich niet aan de regels houden, kan de Inspectie handhaven.

    Via de wet wordt ook stapeling van incassokosten bij terugkerende vorderingen beperkt. Die beperking gaat op 1 oktober in. ANP/Rijksoverheid

     

    Source:

     

    Wet van 11 mei 2022 Incasso kosten

    Source:

     

     

    Deurwaarders:

    Vraag 1: Namens wie komt u?

    Vraag 2: Waar is het contract tussen jullie en de persoon die je daar op papier hebt staan?

     

    Om een boete uit te vaardigen is dus volgens hun eigen zeggen een besluit. Dus die boete behoord ondertekend te zijn met naam en functie.

     

    Contracts signed with: V.C. = need proof / with prejudice = no case

     

    Only ask questions
    Do not answer them
    Do not give statements

     

    Stel alleen vragen
    Geef geen antwoord
    Geef geen verklaringen af

     

    Copie collationee

    U heeft een gewaarmerkte kopie nodig. Dit heet een Copie Collationée. Dit kunnen wij voor u verzorgen. Hieronder leggen wij de procedure uit.

    Copie collationée betekent "een vergeleken afschrift". De notaris verklaart bij een copie collationée dat de kopie een exacte weergave is van het origineel. Hierbij dient de notaris de inhoud te kunnen lezen en in grote lijnen begrijpen. Als het originele document niet in het Nederlands is opgesteld, maar in een taal, waarvan de notaris de inhoud niet kan checken, kan eerst een beëdigde vertaling nodig zijn. Betreft het een niet in het Nederlands opgesteld document, overlegt u dan eerst met één van onze medewerkers, voordat u een afspraak maakt of naar kantoor komt.

    Hoe verloopt de procedure?

    Om wachttijd te voorkomen, kunt u het beste telefonisch een afspraak maken. Op werkdagen zijn wij tussen 8.30 uur en 17.15 uur bereikbaar op 0318-685 685.

    U neemt het originele document dat gekopieerd moet worden mee naar de afspraak. Eén van onze medewerkers zal het originele document kopiëren, voorzien van een 'copie collationée' stempel en het stempel van de notaris. De notaris zal vervolgens de kopie legaliseren door het kopie te ondertekenen. Op verzoek verstrekken wij voor uw eigen administratie een kopie van het door de notaris ondertekende stuk.

    De kosten voor 1 document bedragen € 35,- inclusief btw.
    Voor iedere extra copie collationée wordt € 10,- inclusief btw extra berekend.

    Wij verzoeken u dit bedrag bij voorkeur te pinnen.

     

    Source:

     

    Aanvragen apostille rechtbank

    Apostille en legalisatie

     

    • Hoe kan ik documenten laten legaliseren of van een apostille laten voorzien?Bijbehorende inhoud is zichtbaar, klik om over te slaan

      Wilt u een Nederlands document in het buitenland gebruiken? In veel gevallen moet u laten bevestigen dat het document officieel is. Dit kan via een  of . Welke u nodig heeft, hangt af van het land waarvoor het document bedoeld is.

      Als u een document wilt laten legaliseren kunt u dat aanvragen bij de Centrale Informatiebalie:

      Persoonlijk

      Breng het originele document. U krijgt het gelegaliseerde document gelijk mee. U hoeft geen afspraak te maken. U kunt ook iemand anders sturen met het originele document, een machtiging is niet nodig. De kosten kunt u contant betalen of pinnen. U kunt tot 16.30 uur zonder afspraak terecht bij de Centrale Informatiebalie.

      Schriftelijk

      Zet in een brief:

      • of het gaat om een apostille of legalisatie
      • voor welk land de stukken zijn
      • in welke taal u dit wilt (Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans of Italiaans)

      Stuur de brief met het originele document t.a.v. de Centrale Informatiebalie naar de rechtbank locatie Rotterdam of locatie Dordrecht.


      Zodra de rechtbank Rotterdam het originele document binnen heeft, ontvangt u eerst een nota voor de betaling. Wanneer de rechtbank de betaling heeft ontvangen, wordt het document met de apostille of legalisatie meteen naar u teruggestuurd.

       

    Source: 

     

    Criminele organisaties ga ik niet aan doneren

    joint house resolution JHR 192 en 1 mei 1933

    De staat is een onderneming geworden

    Economisch eigendom, Anbi ministerie van Financiën Economische zaken

    juridisch eigendom

     

    Pro-resto = hoofdsom is de schuldrest, het gedeelte van de oorspronkelijke lening dat nog openstaat na aftrek van alle gedane aflossingen op de hypotheek.

     

     

    Heb een uitnodiging voor de rechtbank van bosveld terwijl de zaak nog loopt en de termijn om te reageren op mijn juridische brief nog loopt
    Ben benieuwd wat voor antwoord ik krijg

    Heb je een art.21 Rechtsvordering gedaan die ze niet beantwoord hebben?

    Zo ja….
    Doe je als je gedagvaard wordt een eis in reconventie met je rechtsvorderingsvragen.
    Kort en bondig gesteld…zodat er weinig ruimte is om af te leiden.

    Dus je vragen stel je dan als tegeneis. Aan tegenpartij is de bewijslast art.150 RV
    En je geeft in het slotwoord aan deze vragen ook al schriftelijk eerder gesteld te hebben doch geen beantwoording te hebben mogen ontvangen.

    Doen ze dat niet (?) stel je de vragen in tegeneis mbt. de dagvaarding.
    (Tip,…wel de verstuurde brieven benoemen (dat je schriftelijk om bewijs gevraagd hebt) maar in eerste instantie niet de brieven fysiek toevoegen aan je verweer,….stuur slechts de kopieën verzend bewijzen…..mee met je eis in reconventie

    Zorg dat je screenshots maakt van de ontvangst bevestiging op post.nl voor in je dossier.

    Wanneer je van de gdw een nat ondertekend geschrift hebt, dan die gdw. Krijg je van de gdw geen nat ondertekend geschrift en ook niet conform art.3:25a bw, dan de hoofdverantwoordelijke bestuurder omdat je dan niet weet wie die gdw is.

     

    Wanneer je van de gdw een nat ondertekend geschrift hebt, dan die gdw. Krijg je van de gdw geen nat ondertekend geschrift en ook niet conform art.3:15a bw, dan de hoofdverantwoordelijke bestuurder omdat je dan niet weet wie die gdw is.

    Dit betekent dus ook aan de hoofdverantwoordelijk bestuurder als je een naam hebt met een gescande handtekening.

     

    1. Je schrijt diegene met de natte handtekening aan. Dat is dus geen gescande handtekening. Art. 3:15a BW kan ook, is een betrouwbare electronische handtekening. Hier heb ik nog nooit een praktijk voorbeeld van gezien overigens, of gelezen.
    2. Als die natte handtekening er niet is, schrijf je de hoofdelijk verantwoordelijke bestuurder aan.
    Wie dat is is soms even uitzoeken. Soms staat het bij de inschrijving KvK en soms in de statuten ook bij de KvK. Dat met de statuten heb ik nog niet aan de hand gehad.
    Misschien iemand anders die hier wat over kan zeggen.


    Met naam, functie en gescande/digitale handtekening is ook valselijk van opmaak. Tenzij bij die digitale handtekening een certificaat ter verificatie is bijgevoegd.

     

    Algemene wet bestuursrecht

    Het bezwaar- of beroepschrift:

     

    GDW vallen toch ook onder bestuursrecht?

    Nee, zuiver Publiekrechtelijk

    Bestuursrecht noemt men publiekrechtelijk, maar komt tot stand via een privaatrechtelijke volmacht….(die volmacht heb jij ingetrokken met OMB)

     

    Publiekrechtelijke beroepsorganisaties

    Beroeps uitoefenaars daarvan zijn veelal in privaatrechtelijke dienstbetrekking
    Het is dus ook onzin dat ze mbt. hun bevoegdheid bij het bedr. onder kvk nr. ingeschreven behoren te staan.
    WEL horen ze bij hun publiekrechtelijke beroepsorganisatie geregistreerd te staan.

     

    Een B.V is een rechtspersoon en wel te verstaan een privaatrechtelijk rechtspersoon ,…

    welke gerechtsdeurwaarders (gerechtelijk beëdigden met ambtelijke beroepscode die ingeschreven staan bij de beroepsbond KBvG) in dienstbetrekking hebben.
    Pas,….als de gdw zijn/haar (publiekrechtelijke) executoire titel kwijt is (bijv. verzuim art.6:62 BW) komt de hoofdelijk bestuurder vh privaatrechtelijke bedr. in de picture mbt hoofdelijk verantwoordelijkheid in privaatrecht bij inschr. Kvk.

     

    Source:

     

    Beslagrecht:

     

    Artikel 15

    Het exploot van de gerechtsdeurwaarder dient duidelijk, in onafgebroken samenhang, zonder afkortingen en in overeenstemming met de terzake geldende wettelijke voorschriften te zijn opgesteld.
    2
    Een exploot is gedateerd en ondertekend door de gerechtsdeurwaarder. De dagtekening geschiedt in letters.
    3
    Aan de voet van het exploot worden de kosten, bedoeld in de artikelen 240 en 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, vermeld.
    4
    Een gerechtsdeurwaarder verstrekt desgevraagd het origineel van het exploot aan degene op wiens verzoek hij de ambtshandeling heeft verricht. Van ieder exploot bewaart hij een afschrift ten behoeve van zijn administratie.

    https://wetten.overheid.nl/BWBR0001827/2023-05-01

     

     

    Artikel 45

    • Exploten worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan op de wijze in deze afdeling bepaald.

    • Een daartoe bevoegde deurwaarder kan, indien de wet dit bepaalt, ook elektronisch exploot doen.

    • Het exploot vermeldt ten minste:

      • a.de datum van de betekening;

      • b.de naam, en in het geval van een natuurlijke persoon tevens de voornamen, en de woonplaats van degene op wiens verzoek de betekening geschiedt;

      • c.de voornamen, de naam en het kantooradres van de deurwaarder;

      • d.de naam en de woonplaats van degene voor wie het exploot is bestemd;

      • e.degene aan wie afschrift van het exploot is gelaten, onder vermelding van diens hoedanigheid of, indien het exploot elektronisch is gedaan als bedoeld in het tweede lid, het elektronisch adres waaraan afschrift van het exploot is gelaten.

    • Indien het exploot een vordering tot ontruiming betreft van een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan door anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht, van wie naam en woonplaats in redelijkheid niet kunnen worden achterhaald, behoeft het deze naam en deze woonplaats niet te vermelden, noch de persoon aan wie afschrift van het exploot is gelaten.

    • Het exploot en de afschriften daarvan worden door de deurwaarder ondertekend.

     

    Source:

     

    Door gebruik te maken van een kalender leggen deurwaarders door het verstrijken van een bepaalde tijd, na een waarschuwing vooraf, beslag op roerende en onroerende goederen van mensen van vlees en bloed.

    Dit zijn illegale praktijken van deurwaarders!

     

    Als het illegale praktijken zijn dan kan jij ze daar eenvoudig op wijzen.

    Ook kan je nota's sturen die je, als ze weigeren te betalen, via een exploot door een andere deurwaarder laat afleveren.

     

    Speel het spel op je eigen manier, onder je eigen voorwaarden en deel jouw voorwaarden met die criminelen, kunnen ze niet zeggen dat ze het niet wisten.

    Stop met je als mens te laten identificeren als jouw natuurlijk persoon.

    Je bent geen natuurlijk persoon, die heb je, het is een fictie!

    Je bent man/vrouw (meer smaken zijn er niet) van vlees en bloed. Blijf weg van het juridische speelveld, dat leg je af.

    Beroep je altijd op je menszijn en het UVRM.

     

    Source:

     

     

    Een gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar die is belast met het verrichten van zogenaamde ambtshandelingen. Qua betekenis bestaat er geen verschil tussen een deurwaarder en gerechtsdeurwaarder. De benaming gerechtsdeurwaarder is iets formeler en wordt gebruikt in de wet. De benaming deurwaarder wordt in de praktijk meer gebruikt.

     

    Wet- en regelgeving voor gerechtsdeurwaarders

    Gerechtsdeurwaarders zijn onderworpen aan wet- en regelgeving. Behalve algemene wetgeving zoals het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek voor Burgerlijke Rechtsvordering - waarin het beslag- en executierecht is geregeld - bestaat er veel specifieke regelgeving voor gerechtsdeurwaarders op grond van wetten, besluiten, verordeningen en bestuursregels, zoals:

    - de Gerechtsdeurwaarderswet (zie hierboven)

    - de Algemene termijnenwet

    - het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders

     

    Verzetdagvaarding:


    Voor een overzicht van alle wet- en regelgeving voor gerechtsdeurwaarders zie het overzicht wet- en regelgeving van de KBvG

    Verder zijn gerechtsdeurwaarders, net als advocaten en notarissen, onderworpen aan klacht- en tuchtrecht

    De instantie die belast is met de uitoefening van het tuchtrecht is de kamer voor gerechtsdeurwaarders van de Rechtbank Amsterdam.

     

    Wanneer is beslag door de deurwaarder onrechtmatig?

    Voor beslag is toestemming nodig van de rechter of overheid. Maar ook met toestemming mag een deurwaarder niet overal beslag op leggen. Zo mag hij alleen beslag leggen op spullen van de persoon die de schuld moet betalen.

     

    Deurwaarder heeft geen toestemming

     

    Een deurwaarder mag alleen beslag leggen met toestemming van de rechter. Vraag de deurwaarder daarom altijd of hij toestemming heeft en vraag bewijs hiervan. Dit is een officieel document zoals een vonnis.

    Heeft u een schuld bij een overheidsorganisatie zoals de gemeente of de Belastingdienst? Dan is toestemming van de rechter niet nodig. U krijgt dan een dwangbevel. Hiermee geeft de overheid toestemming voor het beslag.

    Toestemming via akte

    Legt de deurwaarder beslag namens uw hypotheekverstrekker of pandhouder, bijvoorbeeld de bank? Dan is toestemming van een rechter of overheid niet altijd nodig. Meestal gaf u zelf al toestemming toen u de hypotheekakte of pandakte tekende.

    Weet u niet of het beslag namens uw hypotheekverstrekker terecht is? Neem dan contact met op met een van onze juristen.

    Geen toestemming

    Heeft de deurwaarder geen toestemming? Dan is het beslag onrechtmatig. De deurwaarder mag uw spullen of geld niet in beslag nemen.

     

    Source:

     

    Incasso Zilveren Kruis via Syncasso en uitknijpen oude mensen

     

    Incasso Zilveren Kruis via Syncasso en uitknijpen oude mensen

    Bericht door Albertvanstraatten » 06 aug 2023 01:25

    Een kleine 2 jaar geleden begon het.... Mijn vrouw werd ongevraagd lastig gevallen door syncasso via dreigende sms'jes via haar werk telefoon. Ze heeft uit angst bijna 800 euro betaald en later bleek dat de sms'jes geen betrekking tot haar hadden maar tot haar schoonouders. Deze hadden een schuld bij Zilveren Kruis en zijn hiermee naar een maatschappelijk werkster geweest, die volgens hun e.e.a. recht heeft gezet? en een betalingsregeling heeft getroffen via een machtiging door syncasso. Deze zou vorige maand aflopen. Twee weken overleed mijn schoonvader 77 jaar en gaf mijn schoonmoeder 75 de administratie huilend uit handen aan mij, omdat ze het niet meer aankon.... Wat ik toen aantrof!
    De afgelopen 2 jaar is er al sowieso ruim 5000 euro bijna 6000 betaald aan syncasso, wordt logischerwijs zorgpremie ingehouden bij het SVB via Cak en blijkt er vorige maand loonbeslag gelegd te zijn door syncasso op hun AOW. Op een inkomen van ongeveer 1700 euro gaat er omgerekend nu zo'n 600 euro per maand naar Syncasso via machtiging/loonbeslag en naar Zilveren Kruis. Net toen mijn schoonmoeder dacht alles afgelost te hebben, kreeg ze de volgende email van Syncasso (dus na loonbeslag).....Dat ze voor 27 juli ruim 2800 honderd euro moesten betalen voor een zaak met een hoofdsom 3200 euro, 1100 euro rente en 700 euro rente, waarin reeds 2000 euro was betaald. In de eerste alinea begint syncasso dat er reeds uitspraak is gedaan door de rechter en in de tweede dreigen ze dat de kosten fors hoger worden als er niet wordt betaald omdat er tot dagvaarding kan worden overgegaan. Dus als ik het goed begrijp wordt er opnieuw gedagvaard op een uitgesproken vonnis. Oh ja onder aan de mail stond dat het zaken uit 2008 2009 en 2010 betrof. Aangezien ik namens mijn schoonmoeder uitgezocht wil hebben hoeveel zaken er lopen van Zilveren Kruis en wat ze daar in godsnaam aan het doen zijn, zoek ik advies om uit te zoeken waar Zilveren Kruis en Syncasso mee bezig zijn, hoeveel er voor de afgelopen 2 jaar betaald is, waarvoor en of dit juridisch zo maar mag. Ook vraag ik mij af hoe mijn vrouw sms'jes kan krijgen op een telefoon die nooit van mijn schoonmoeder is geweest en of dat legaal is. Via welke weg kan ik dit uitgezocht krijgen? Met zilveren kruis valt absoluut niet te e-mailen en is het onmogelijk stukken toe te sturen zonder begeleid schrijven. Syncasso is slechts de pop van Zilveren Kruis, dus daar wil ik pas contact mee, na uitleg Zilveren Kruis. Ik heb foto's bijgevoegd van genoemde mail en een van de dreigende sms'jes syncasso aan mijn vrouw.

     

    Source:

     

    Boek 3 Artikel 71 (3:71 BW)

     Bewijs van volmacht

     

    1. Verklaringen, door een gevolmachtigde afgelegd, kunnen door de wederpartij als ongeldig van de hand worden gewezen, indien zij de gevolmachtigde terstond om bewijs van de volmacht heeft gevraagd en haar niet onverwijld hetzij een geschrift waaruit de volmacht volgt is overgelegd, hetzij de volmacht door de volmachtgever is bevestigd.
    2. Bewijs van volmacht kan niet worden verlangd, indien de volmacht door de volmachtgever ter kennis van de wederpartij was gebracht, indien zij op een door wet of gebruik bepaalde wijze was bekendgemaakt, of indien zij voortvloeit uit een aanstelling waarmede de wederpartij bekend is.

     

     

    Artikel 156 Rechtsvordering (156 Rv)

     Akten

     

    1. Akten zijn ondertekende geschriften, bestemd om tot bewijs te dienen.
    2. Authentieke akten zijn akten in de vereiste vorm en bevoegdelijk opgemaakt door ambtenaren, aan wie bij of krachtens de wet is opgedragen op die wijze te doen blijken van door hen gedane waarnemingen of verrichtingen. Als authentieke akten worden tevens beschouwd de akten, waarvan het opmaken aan ambtenaren is voorbehouden, doch waarvan de wet het opmaken in bepaalde gevallen aan anderen dan ambtenaren opdraagt.
    3. Onderhandse akten zijn alle akten die niet authentieke akten zijn.

     

     

    Artikel 21 Rechtsvordering (21 Rv)

     Volledig en naar waarheid

     

    1. Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.

     

    Artikel 150 Rechtsvordering (150 Rv)

     Bewijslast

     

    1. De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.

     

    « Titel 1 - Algemene bepalingen

    Boek 3 Artikel 15a (3:15a BW)

     Elektronische handtekening

    Evenals een elektronische gekwalificeerde handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronisch transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) hebben een geavanceerde elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 11, en een andere elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 10, van artikel 3 van deze verordening dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening, indien voor deze beide elektronische handtekeningen de methode voor ondertekening die gebruikt is voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.

     Toelichting

    Een elektronische handtekening is de digitale versie van een handgeschreven handtekening. Een elektronische handtekening bestaat uit elektronische gegevens die worden vastgehecht aan een digitaal document. In artikel 3:15a BW zijn de vereisten voor een betrouwbare elektronische handtekening neergelegd. Deze vereisten volgen uit Europese wetgeving.

     

     

    « Titel 1 - Verbintenissen in het algemeen

    Boek 6 Artikel 37 (6:37 BW)

     Opschorten

    De schuldenaar is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten, indien hij op redelijke gronden twijfelt aan wie de betaling moet geschieden.

     Toelichting

    Dit artikel heeft betrekking op de situatie dat het voor de schuldenaar onduidelijk is aan wie er precies betaald moet worden. Dit wordt de ‘onzekerheidsexceptie’ genoemd. In dat geval mag de schuldenaar zijn betalingsverplichting opschorten.

     Jurisprudentie

    Rechtbank Midden-Nederland, 25 maart 2015, ECLI:RBMNE:2015:1853
    De schuldenaar worden toegerekend zodat zij op grond van art. 6:119b lid 7 BW ook na openbaarmaking door de bank van haar pandrecht geen wettelijke handelsrente verschuldigd is.

    De schuldenaar heeft vervolgens bevoegdelijk haar betalingsverplichting jegens de schuldeiser opgeschort, die daardoor in verzuim is geraakt (art. 6:59 BW), met als gevolg dat de schuldenaar ook op grond van art. 6:119b lid 6 BW geen wettelijke handelsrente verschuldigd was.

    De schuldeiser gaat hierna failliet. De curator en de bank verschillen in verband met het verpandingsverbod langdurig van mening over het vorderingsrecht van de bank. Nadat de curator aan de schuldenaar had meegedeeld dat zij aan de bank mocht betalen is aan haar opschortingsrecht (op grond van art. 6:37 BW) een einde gekomen. Pas vanaf die datum is zij wettelijke handelsrente verschuldigd geworden. Een eerder door de bank aan de schuldenaar gedaan verzoek tot betaling met aanbod tot vrijwaring brengt niet mee dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de schuldenaar haar betalingsverplichting is blijven opschorten.

     

    Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10 maart 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2154
    Artikel 6:37 BW bij ontvlechting vof. Bevrijdende betaling aan vereffenaar in hoedanigheid van verhuurder.

     

     

    Artikel 135 SR

      Hij die, kennis dragende van een strafbare samenspanning, op een tijdstip waarop het plegen van deze misdrijven nog kan worden voorkomen, opzettelijk nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven, hetzij aan de ambtenaren van de justitie of politie, hetzij aan de bedreigde, wordt, indien het misdrijf is gevolgd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

       

       

       

      Wetboek van Strafvordering

        Artikel 162

        1
        Openbare colleges en ambtenaren die in de uitoefening van hun bediening kennis krijgen van een misdrijf met de opsporing waarvan zij niet zijn belast, zijn verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen, met afgifte van de tot de zaak betrekkelijke stukken, aan de officier van justitie of aan een van zijn hulpofficieren,

        a
        indien het misdrijf is een ambtsmisdrijf als bedoeld in titel XXVIII van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, dan wel

        b
        indien het misdrijf is begaan door een ambtenaar die daarbij een bijzondere ambtsplicht heeft geschonden of daarbij gebruik heeft gemaakt van macht, gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken, dan wel

        c
        indien door het misdrijf inbreuk op of onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van een regeling waarvan de uitvoering of de zorg voor de naleving aan hen is opgedragen.

         

        2
        Zij verschaffen de officier van justitie of de door deze aangewezen hulpofficier desgevraagd alle inlichtingen omtrent strafbare feiten met de opsporing waarvan zij niet zijn belast en die in de uitoefening van hun bediening te hunner kennis zijn gekomen.

        3
        De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar die door het doen van aangifte of het verschaffen van inlichtingen gevaar zou doen ontstaan voor een vervolging van zich zelf of van iemand bij wiens vervolging hij zich van het afleggen van getuigenis zou kunnen verschonen.

        4
        Gelijke verplichtingen rusten op rechtspersonen of organen van rechtspersonen wier taken en bevoegdheden zijn omschreven bij of krachtens de wet, voor zover daartoe bij algemene maatregel van bestuur aangewezen.

        5
        Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven in het belang van een goede uitvoering van dit artikel.

        6
        De aangifte van misdrijven, bedoeld in het eerste lid onder c, kan in overleg met de officier van justitie en met inachtneming van de voorschriften, als bedoeld in het vorige lid, nader worden beperkt.

        7
        De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde of vijfde lid, wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Nederlandse Staatscourant is bekend gemaakt en sedert de dag waarop de bekendmaking is geschied twee maanden verstreken zijn.



        Jurisprudentie bij dit artikel

        • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

        • LJN AH9823, Hoger beroep, 20.001078.02
          Rechtsoort
          Straf
          Datum uitspraak
          11-07-2003
          Status
          gepubliceerd
          Soort procedure
          Hoger beroep
          Instantie
          gepubliceerd
          Rechtsoort
          Gerechtshof 's-HertogenboschNu op 5 juni 2001 door Gedeputeerde Staten op grond van artikel 25 van de Provinciewet, welk artikel een uitputtende regeling geeft inzake openbaarmaking en geheimhouding, welke als bijzondere regeling voorrang heeft boven de Wet Openbaarheid van Bestuur (het hof verwijst hierbij naar de vaste jurisprudentie...
        • LJN AU9848, Eerste aanleg - meervoudig, 04/02343
          Rechtsoort
          Belasting
          Datum uitspraak
          18-01-2006
          Status
          gepubliceerd
          Soort procedure
          Eerste aanleg - meervoudig
          Instantie
          gepubliceerd
          Rechtsoort
          Gerechtshof AmsterdamRekeningenproject. Proefprocedure NautaDutilh. Belastingplichtige heeft zijn advocaat opgedragen opening van zaken te geven over verzwegen bankrekeningen in Luxemburg en Zwitserland. Dit wordt doorkruist door een vordering van de inspecteur op basis van microfiches die door werknemers van de KB-Luxbank zijn gestolen...
        • LJN AN8832, Hoger beroep, 02/3716 AW
          Rechtsoort
          Ambtenarenrecht
          Datum uitspraak
          20-11-2003
          Status
          gepubliceerd
          Soort procedure
          Hoger beroep
          Instantie
          gepubliceerd
          Rechtsoort
          Centrale Raad van BeroepSchending geheimhoudingsplicht en medeplichtigheid criminele organisatie. Is er voldoende feitelijke grondslag voor strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim? Ontslag evenredig?
        • LJN AD9966, Eerste aanleg - meervoudig, 01.085057.01
          Rechtsoort
          Straf
          Datum uitspraak
          05-03-2002
          Status
          gepubliceerd
          Soort procedure
          Eerste aanleg - meervoudig
          Instantie
          gepubliceerd
          Rechtsoort
          Rechtbank 's-HertogenboschRECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Parketnummer: 01/085057-01 Uitspraakdatum: 5 maart 2002 V E R K O R T V O N N I S Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951, wonende te [woonplaats], [adres]...

         

        Wetboek van Strafrecht

         

           
          Artikel 227aHij die, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens verstrekt aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.



          Jurisprudentie bij dit artikel

          • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

          • LJN BD9100, Raadkamer, K08/0022
            Rechtsoort
            Straf
            Datum uitspraak
            10-06-2008
            Status
            gepubliceerd
            Soort procedure
            Raadkamer
            Instantie
            gepubliceerd
            Rechtsoort
            Gerechtshof 's-HertogenboschKlacht ex artikel 12 Sv. Naar het oordeel van het hof bevat het dossier geen enkel aanknopingspunt om aan te nemen dat beklaagden zich aan enig strafbaar feit schuldig hebben gemaakt. Uit het gegeven dat door en namens beklaagden aangifte is gedaan van door klager gepleegde strafbare feiten, valt naar...
          • LJN AD9109, Eerste aanleg - meervoudig, 13/120101-98
            Rechtsoort
            Straf
            Datum uitspraak
            07-02-2002
            Status
            gepubliceerd
            Soort procedure
            Eerste aanleg - meervoudig
            Instantie
            gepubliceerd
            Rechtsoort
            Rechtbank AmsterdamRECHTBANK VAN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM Parketnummer: 13/120101-98 Datum uitspraak: 7 februari 2002 op tegenspraak VERKORT VONNIS van de rechtbank van het arrondissement [Amsterdam], achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],...

           

          Wetboek van Strafrecht

           

             
            Artikel 227bHij die, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaat tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.



            Jurisprudentie bij dit artikel

            • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

            • LJN BD9100, Raadkamer, K08/0022
              Rechtsoort
              Straf
              Datum uitspraak
              10-06-2008
              Status
              gepubliceerd
              Soort procedure
              Raadkamer
              Instantie
              gepubliceerd
              Rechtsoort
              Gerechtshof 's-HertogenboschKlacht ex artikel 12 Sv. Naar het oordeel van het hof bevat het dossier geen enkel aanknopingspunt om aan te nemen dat beklaagden zich aan enig strafbaar feit schuldig hebben gemaakt. Uit het gegeven dat door en namens beklaagden aangifte is gedaan van door klager gepleegde strafbare feiten, valt naar...
            • LJN AD9109, Eerste aanleg - meervoudig, 13/120101-98
              Rechtsoort
              Straf
              Datum uitspraak
              07-02-2002
              Status
              gepubliceerd
              Soort procedure
              Eerste aanleg - meervoudig
              Instantie
              gepubliceerd
              Rechtsoort
              Rechtbank AmsterdamRECHTBANK VAN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM Parketnummer: 13/120101-98 Datum uitspraak: 7 februari 2002 op tegenspraak VERKORT VONNIS van de rechtbank van het arrondissement [Amsterdam], achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],...

             

             

            Wet op de identificatieplicht


            Geldend van 01-03-2017 t/m heden

             

              Hoofdstuk I. Aanwijzing van documenten

                  

              Artikel 1

               

              • 1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:

                • 1°.een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of een Nederlandse identiteitskaart en vervangende Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

                • 2°.de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie;

                • 3°.een geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de houder de nationaliteit van die andere lidstaat bezit;

                • 4°.een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 of een rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waarvan de houder in Nederland woonachtig is, zolang de bij de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken, aan de houder geen administratieve maatregel bedoeld in paragraaf 9 van hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet 1994 is opgelegd of aan hem niet de bijkomende straf bedoeld in artikel 179 van die wet is opgelegd en mits het rijbewijs is voorzien van een pasfoto van de houder.

              • Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.

               

               

              Artikel 51 SR    

              • 1Strafbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen.

              • 2Indien een strafbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, kan de strafvervolging worden ingesteld en kunnen de in de wet voorziene straffen en maatregelen, indien zij daarvoor in aanmerking komen, worden uitgesproken:

                • 1°.tegen die rechtspersoon, dan wel

                • 2°.tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven, alsmede tegen hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging, dan wel

                • 3°.tegen de onder 1° en 2° genoemden te zamen.

              • 3Voor de toepassing van de vorige leden wordt met de rechtspersoon gelijkgesteld: de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het doelvermogen.

              Paspoortwet

              Source:

               

              3 VEELGEMAAKTE FOUTEN BIJ DE VEERTIENDAGENBRIEF

              Source:

               

              Ingebrekestelling, een redelijke termijn voor nakoming en verzuim: met welke omstandigheden dient rekening te worden gehouden?

               

               

              Voor ontbinding van een overeenkomst is vereist dat het verzuim van de schuldenaar is ingetreden. Indien aan dat vereiste niet is voldaan, sorteert een uitgebrachte ontbindingsverklaring in beginsel geen effect. De gevolgen daarvan zijn dat (i) de overeenkomst in stand blijft, (ii) geen verplichting ontstaat tot ongedaanmaking van de reeds verrichte prestaties en (iii) partijen niet worden bevrijd van de nog niet nagekomen verbintenissen. Van belang is derhalve dat een schuldeiser zich ervan vergewist dat de schuldenaar in verzuim is gebracht, alvorens een beroep wordt gedaan op ontbinding van een tussen partijen gesloten overeenkomst.

              Artikelen 6:81 BW e.v. bepalen wanneer het verzuim van de schuldenaar intreedt. Hoewel die artikelen een en ander relatief eenvoudig doen voorkomen, is het in de praktijk niet altijd gemakkelijk vast te stellen of verzuim in een concreet geval al dan niet is ingetreden. Ter zake die verzuim- en ontbindingsproblematiek heeft de Hoge Raad op 11 oktober jl. een relevant arrest gewezen. De concrete vraag die in casu voorlag, betrof de vraag of de hoofdaannemer, na een periode van discussie en correspondentie met de onderaannemer over de termijn en kwaliteit van de nakoming door de onderaannemer, het recht had om de overeenkomst met die onderaannemer te ontbinden, of dat de hoofaannemer dit recht niet had omdat de onderaannemer niet in verzuim verkeerde.

              Achtergrond
              In april 2013 heeft Aannemingsbedrijf Fraanje BV (hierna: “Fraanje”) als hoofdaannemer een aannemingsovereenkomst gesloten met onderaannemer Alukon Zeeland BV (hierna: “Alukon”) ter zake de levering en aanbrenging van aluminium kozijnen en vliesgevels, beglazing en zetwerk. Gedurende de uitvoering van het werk ontstond tussen partijen een discussie over de termijn en de kwaliteit van de nakoming van de overeenkomst door Alukon. Bij brieven van 6, 17 en 24 september 2013 heeft Fraanje Alukon gesommeerd om bepaalde werkzaamheden binnen de in de brieven gestelde termijnen af te ronden. Meer concreet is Alukon in de twee laatstgenoemde brieven gesommeerd om binnen 5 dagen na dagtekening van de brief te verklaren dat zij de daarin genoemde werkzaamheden binnen een termijn van 10 dagen zal afronden. Aan die sommaties heeft Alukon geen gehoor gegeven, waarop Fraanje de aannemingsovereenkomst per brief van 2 oktober 2013 heeft ontbonden.

              Rechtbank en hof
              Naar het oordeel van de rechtbank en het hof was de op 2 oktober 2013 door Fraanje uitgebrachte ontbindingsverklaring krachteloos. De bij brieven van 6 en 17 september 2013 gestelde termijnen zouden in de gegeven omstandigheden namelijk te kort zijn. Aangezien eerdere sommaties niet aan de vereisten van een ingebrekestelling voldeden en de tot op dat moment tussen partijen gestelde termijnen geen fataal karakter hadden, konden die sommaties en termijnen naar het oordeel van het hof niet van belang zijn voor (de lengte van) de termijn die Alukon moest worden gesteld voor nakoming. Vanwege de te korte termijnen was Alukon niet in verzuim komen te verkeren, waardoor niet was voldaan aan de in de wet aan ontbinding gestelde vereisten.

              Juridisch kader
              Verzuim kan zowel op grond van artikel 6:82 BW als op grond van artikel 6:83 BW intreden. Voor het intreden van verzuim op grond van eerstgenoemd wetsartikel is een ingebrekestelling vereist. Een ingebrekestelling is een schriftelijke verklaring, inhoudende een aan de schuldenaar gerichte aanmaning om binnen een redelijke, in de verklaring gestelde termijn alsnog na te komen. Blijft nakoming binnen de gestelde termijn uit, dan treedt het verzuim in zodra die termijn (ongebruikt) is verstreken.

              Ingevolge artikel 6:83 BW kan verzuim ook intreden zonder ingebrekestelling. Dat wetsartikel bevat namelijk een opsomming van een drietal gevallen waarin het verzuim van de schuldenaar zonder ingebrekestelling intreedt, aan welke opsomming geen limitatief karakter toekomt.

              Hoge Raad
              Ingebrekestelling: redelijke termijn
              De Hoge Raad laat zich ten eerste uit over de redelijkheid van (de lengte van) de in de ingebrekestelling gestelde termijn voor nakoming door de schuldenaar. Overwogen wordt dat bij de beoordeling van de redelijkheid van een dergelijke termijn de tijd dient te worden betrokken die de schuldenaar vóór de ingebrekestelling heeft gehad om zich (op nakoming) voor te bereiden. Daarbij geldt dat het de schuldenaar in de meeste gevallen niet vrijstaat om te wachten met het treffen van voorbereidende maatregelen tot hij wordt aangemaand.

              Dit betekent dat voorafgaand aan de ingebrekestelling gestelde termijnen of eerder aan het adres van de schuldenaar gerichte sommaties kunnen meebrengen dat de in de ingebrekestelling opgenomen termijn korter mag zijn dan wanneer de schuldenaar niet reeds eerder een termijn was gesteld of was gesommeerd. De omstandigheden dat die eerdere termijnen geen fataal karakter hadden en de eerdere sommaties niet aan de vereisten van een ingebrekestelling voldeden, staan daaraan niet in de weg.

              Verzuim zonder ingebrekestelling: redelijkheid en billijkheid
              Ten tweede gaat de Hoge Raad in op het oordeel van het hof ten aanzien van de door Fraanje gestelde termijn van vijf dagen waarbinnen Alukon moest verklaren dat zij concrete gebreken binnen een bepaalde termijn zou herstellen. Het hof oordeelde dat die termijn van vijf dagen in de gegeven situatie onredelijk kort was, waardoor het niet-reageren binnen die termijn geen tekortkoming opleverde en het verzuim van Alukon niet was ingetreden.

              De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:83 BW geen limitatieve opsomming bevat van de gevallen waarin verzuim zonder ingebrekestelling intreedt. Eveneens de redelijkheid en billijkheid kunnen daarbij een rol spelen. De omstandigheden van het geval kunnen derhalve met zich meebrengen dat het verzuim van de schuldenaar (ook) intreedt indien deze niet of niet toereikend reageert op een verzoek van de schuldeiser om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een gestelde, eveneens redelijke, termijn zal nakomen, of om zich binnen een redelijke termijn uit te laten over de wijze waarop en de termijn waarbinnen hij door de schuldeiser omschreven gebreken zal herstellen. Wat in dat verband een redelijke termijn voor de uitlating van de schuldenaar is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer een rol spelen of de gestelde termijn gebruikelijk is in de branche waarin partijen actief zijn.

              De eisen die vervolgens aan de reactie van de schuldenaar mogen worden gesteld, zijn eveneens afhankelijk van de omstandigheden. Daarbij is mede van belang hoe concreet de te herstellen gebreken door de schuldeiser zijn aangeduid en hoe specifiek is aangedrongen op een mededeling van de schuldenaar. Bij de beoordeling of de schuldeiser uit de reactie van de schuldenaar of uit het uitblijven daarvan heeft mogen afleiden dat de schuldenaar niet tijdig of niet behoorlijk zou nakomen, kunnen ook latere feiten en omstandigheden van belang zijn.

              De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing naar het hof Arnhem-Leeuwarden.

              Conclusies en aanbevelingen voor de praktijk
              Op grond van het arrest van de Hoge Raad dienen partijen erop bedacht te zijn dat eerder aan de schuldenaar gestelde termijnen en gerichte sommaties ertoe kunnen leiden dat de in de ingebrekestelling opgenomen termijn korter mag zijn dan wanneer de schuldenaar niet eerder een termijn was gesteld of was gesommeerd. Dat geldt zelfs indien die eerdere termijnen geen fataal karakter hadden en de eerdere sommaties niet aan de vereisten van een ingebrekestelling voldeden.

              Tevens dienen partijen er rekening mee te houden dat de omstandigheden van het geval op grond van de redelijkheid en billijkheid met zich mee kunnen brengen dat de schuldenaar (ook) in verzuim komt te verkeren indien deze niet of niet toereikend reageert op een verzoek van de schuldeiser om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een gestelde, eveneens redelijke, termijn zal nakomen, of om zich binnen een redelijke termijn uit te laten over de wijze waarop en de termijn waarbinnen hij door de schuldeiser omschreven gebreken zal herstellen. Met andere woorden: van de schuldenaar mag worden verwacht dat hij in actie komt indien hij wordt geconfronteerd met door hem ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden. Het achterover leunen totdat hij een formele ingebrekestelling van zijn opdrachtgever ontvangt, kan hem duur komen te staan.

              In de praktijk komt het veelvuldig voor dat een aanmaning zo wordt ingestoken dat de schuldenaar wordt gesommeerd om binnen een relatief korte termijn schriftelijk te bevestigen dat bepaalde gebreken binnen een tweede termijn zullen worden hersteld. Op grond van voormeld arrest is het voor schuldeisers in dat geval raadzaam om:

              (i)  de door de schuldenaar te herstellen gebreken zo concreet mogelijk te duiden, en
              (ii) specifiek aan te dringen op een mededeling van de schuldenaar.

              De Hoge Raad acht die omstandigheden namelijk van belang voor beantwoording van de vraag of uit (het uitblijven van) een reactie van de schuldenaar mag worden afgeleid dat deze niet of niet behoorlijk zal nakomen. Een positief antwoord op die vraag leidt er (in beginsel) toe dat het verzuim van de schuldenaar is ingetreden, hetgeen – zoals hierboven uiteengezet – (onder meer) is vereist voor een geslaagd beroep op ontbinding van de overeenkomst.

              Meer informatie
              Komt uw wederpartij niet na en overweegt u een schriftelijke aanmaning toe te zenden of de overeenkomst te ontbinden? Neem voor beoordeling van de mogelijkheden contact op met Loes Vissers of een van de andere advocaten van team Vastgoedrecht. Zij zijn u graag van dienst.

               

               

               

              Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen

               

              Titel 4. Verkrijging en verlies van goederen

               

              Afdeling 2. Overdracht van goederen en afstand van beperkte rechten

               

              Artikel 94

               

              1.Buiten de in het vorige artikel geregelde gevallen worden tegen een of meer bepaalde personen uit te oefenen rechten geleverd door een daartoe bestemde akte, en mededeling daarvan aan die personen door de vervreemder of verkrijger.

               

              2.De levering van een tegen een bepaalde, doch op de dag waarop de akte wordt opgemaakt onbekende persoon uit te oefenen recht dat op die dag aan de vervreemder toebehoort, werkt terug tot die dag, indien de mededeling met bekwame spoed wordt gedaan, nadat die persoon bekend is geworden.

               

              3.Deze rechten kunnen ook worden geleverd door een daartoe bestemde authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder mededeling daarvan aan de personen tegen wie die rechten moeten worden uitgeoefend, mits deze rechten op het tijdstip van de levering reeds bestaan of rechtstreeks zullen worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding. De levering kan niet worden tegengeworpen aan de personen tegen wie deze rechten moeten worden uitgeoefend dan na mededeling daarvan aan die personen door de vervreemder of de verkrijger. Voor de verkrijger van een recht dat overeenkomstig de eerste zin is geleverd, geldt artikel 88 lid 1 slechts, indien hij te goeder trouw is op het tijdstip van de in tweede zin bedoelde mededeling.

               

              4.De personen tegen wie het recht moet worden uitgeoefend, kunnen verlangen dat hun een door de vervreemder gewaarmerkt uittreksel van de akte en haar titel wordt ter hand gesteld. Bedingen die voor deze personen van geen belang zijn, behoeven daarin niet te worden opgenomen. Is van een titel geen akte opgemaakt, dan moet hun de inhoud, voor zover voor hen van belang, schriftelijk worden medegedeeld.

               

               

              Verjaringstermijn schulden kwijtschelden

              Source:

               

              Deuteronomy 15:

              1 At the end of every seven years thou shalt make a release. (שְׁמִטָּה/shmitta)

              • letting drop of exactions, (temporary) remitting, release (from debt)

               

              Deuteronomy 31:

              10 And Moses commanded them, saying, At the end of every seven years, in the solemnity of the year of release, in the feast of tabernacles,

               

              Beiden.

              Gdw is publiekrechtelijk ambt,….die dienstbetrekking bij privaatrechtelijk rechtspersoon heeft.

               

              Ik vertel bij eerste contact met gdw dat een tarief lijst van levende man wordt gehanteerd als ik in hoedanigheid van mijn persoon moeten treden.
              Persoon is van mij, maar als levende man aan het werk moet kost het je geld. En ik sta niet garant voor geen enkele schuld van een persoon. ( opname van maken)

              Mocht brief toch achterlaten dan zoek de gegevens van directeur op stuur een juridisch verklaring en de factuur voor verrichte werkzaamheden,

              Mijn geval kwam ie voor 650 en kreeg een factuur van 25Duizend, na 14 dagen herinneringen en verzuim stellen en in gebreke later, omdat mijn (levens)tijd is kostbaar voor deze onzin.

              Zelfs de griffier en de rechter factuur van me gehad, en herinneringen omdat als 3e partij toegetreden aan contract, na een schriftelijk melding
              Sindsdien een schorsing van betaling ingesteld vanwege onze financiële geschil. Aan iedereen.

              Zijn we 4 maanden verder, maar zaak wordt telkens maand uitgesteld,
              Ik erken de rechtbank ook niet vanwege onbeantwoorde bevoegdheid vragen,

              Tot het probleem niet uitgepraat is geen enkele transactie.
              Alle automatisch incasso’s stopgezet, en als geld wordt gestort neem bijna alles op, gelijk.

              Geef geen kans voor de ongemachtigde dieven geen waarde in bewaring laten. ( je geld op bank )

              Neem wat je resoneert,

              Alle respect Stefan de levende man.

               

              Ps. Uw claimt, aan u ‘de bewijslast’.
              Deze juridische verklaring /mededeling , met vragen conform art.21 RV ‘sluit uit’ aangemerkt te worden als bezwaar/verzetschrift en geeft uitdrukkelijk ‘geen toestemming’ als zodanig behandeld te worden en/of doorgestuurd te worden naar een rechtbank.
              Dit schrijven is reactie op uw claim conform art.150 RV aan u de bewijslast aan te leveren binnen gestelde termijn conform art.227 a&b SR

               

               

              « Titel 1 - Verbintenissen in het algemeen

              Boek 6 Artikel 3 (6:3 BW)

               Natuurlijke verbintenis

              1. Een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet- afdwingbare verbintenis.
              2. Een natuurlijke verbintenis bestaat:
                1. wanneer de wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt;
                2. wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt.


               Toelichting

              Een natuurlijke verbintenis is een verbintenis die niet bij een rechter kan worden afgedwongen. Een natuurlijke verbintenis bestaat als de wet of een rechtshandeling deze afdwingbaarheid uitsluit of als er sprake is van een dringende morele verplichting zonder dat deze verplichting in rechte afdwingbaar is.

               Jurisprudentie

              Hoge Raad, 9 november 1990, ECLI:NL:HR:1990:AC1105
              Of er een morele verplichting ontstaat is afhankelijk van de maatschappelijke opvattingen. Dit betekent dat er een objectieve maatstaf wordt gehanteerd en geen subjectieve.

              Hoge Raad, 31 januari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0492
              De restantvordering na een gehomologeerd akkoord bij een faillissement is een natuurlijke verbintenis.

               

               

              Artikel 365 SR

              De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

               

               

              Artikel 284 Wetboek van Strafrecht

               

              Bwb-id:
              BWBR0001854
               
              Officiele titel:
              Wet van 3 maart 1881
               
              Citeertitel:
              Wetboek van Strafrecht
               
              Ook bekend als:
              Sr, WvSr, WvS
               
              Soort regeling:
               
              Wetsfamilies:
               
              Eerst verantwoordelijk ministerie:

               

              Geldigheidsdatum:
              23 januari 2023
               
              Ingangsdatum:
              20 april 2016

               

              Tweede Boek. Misdrijven

              Titel XVIII. Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid

              1.Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
              1°. hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden;
              2°. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.
              2.In het geval onder 2° omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.

               

               

              Vervaltermijnen

               

              Source:

               

               

              Beschikking:

              1. Eenzijdige wilsuiting van een overheidsorgaan in een concreet geval, niet zijnde een algemene regeling.
              2. Schriftelijk besluit van een administratief orgaan, gericht op enig rechtsgevolg. Een besluit van algemene strekking en een rechtshandeling naar burgerlijk recht zijn geen beschikkingen in de zin van de wet.
              3. Beslissing in het strafproces

              Boek 3 Artikel 33 (3:33 BW)

               

              Een beschikking valt onder bestuursrecht. Indien u meent dat ik lid ben van uw bedrijf/vereniging verwerp ik dat, berisp ik u, en dient u deze fout te herstellen.

               

               

              Deze net gekregen..
              Februari na exploot van Hendrik Jan Smit over gemeentelijke belastingen 2022 die ik een schrijven over heb gestuurd waarop ik niets gehoord heb nu deze in de bus.. Moet zorgen dat ik morgen iets klaar heb maar waar ik toch geen antwoord op ga krijgen en ze beslag gaan leggen..

              Heb je al bericht gestuurd naar de bank?

               

              Dat dacht ik al maar is toch niet echt nodig als de deurwaarder tweemaal verwittigd dat hij geen toegang heeft is dat toch voldoenden om hem het erf af te zetten .

              Welk bericht stuur je dan?

              En waarom is het niet afdoende deze deurwaarder aan te pakken door te melden dat er geen contract is etc?

              Wat te doen als ze met politie en al voor je deur staan?

              Dat dacht ik al maar is toch niet echt nodig als de deurwaarder tweemaal verwittigd dat hij geen toegang heeft is dat toch voldoenden om hem het erf af te zetten .

              Ik het laatst genoemde geval kun je onder VC betalen en je rechtvordering intensiveren met een betekende versie.
              Je kunt ook kiezen voor een verhoging vh bedrag onder VC te betalen en het geld vd verhoging aan een betekende rechtsvordering te besteden.
              Na onberispelijk correct adm.geprocedeerd te hebben en tegen partij de fouten te hebben laten maken kun je via art.24 & 149 RV alles aantoonbaar voorleggen bij de civiele rechter


              De deurwaarder heeft niets met de inhoudelijkheid vd vordering te maken in eerste aanleg…..wat de deurwaarder wel verplicht is ..is kenbaar maken ‚wie‘ de schuldeiser is …jij hebt namelijk het recht dat te weten art.6:37 BW dus je vraagt ‚wie‘ hem machtigde art.3:71 BW,..de verplichting tot aantonen ondertekende stukken vloeien ook voort (bij gemeentes&waterschappen&provincies uit art.10.11 AWB. https://vng.nl/vragen-en-antwoorden/moet-onder-raadsbesluiten-een-handtekening-of-is-de-naam-voldoende
              Je doet dat onder rechtsvordering art.21 verwijzend naar art.150 & 156 RV

              Aanlevering binnen termijn gesteld onder art.227 a&b SR
              VNG
              Moet onder raadsbesluiten een handtekening of is de naam voldoende? | VNG
              In de Awb staat niet duidelijk dat een besluit moet zijn ondertekend, maar dit zou u wel uit artikel 10:11, eerste lid, van de Awb kunnen opmaken:

               

              Moet onder raadsbesluiten een handtekening of is de naam voldoende?
              Vragen en antwoorden
              Gerelateerde onderwerpen
              Recht Gemeente wet
              In de Awb staat niet duidelijk dat een besluit moet zijn ondertekend, maar dit zou u wel uit artikel 10:11, eerste lid, van de Awb kunnen opmaken:

              Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.
              In dat geval moet uit het besluit blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.
              Het gaat hier om ondertekeningsmandaat. Een bestuursorgaan hoeft niet altijd zelf te tekenen, maar kan op grond van artikel 10:11, eerste lid, van de Awb bepalen dat namens hem wordt ondertekend. Daaruit zou u kunnen opmaken dat besluiten moeten zijn ondertekend. Verder is het zo dat de burger erop moet kunnen vertrouwen dat de brief ook inderdaad namens het betreffende bestuursorgaan is verzonden. De gemeente kan daarom een digitale of elektronische handtekening gebruiken.

              Soms kan de ondertekening om administratieve en/of organisatorische redenen niet worden gevergd. Deze situatie doet zich voor bij de Belastingdienst, maar ook bij WOZ-beschikkingen van gemeenten. Het ontbreken van handtekening en naam van de inspecteur is in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen en jurisprudentie. Omdat burgers moeten kunnen nagaan of het besluit bevoegdelijk is genomen, wordt geadviseerd om de gang van zaken te vermelden. Bijvoorbeeld dat de brief in een automatisch proces is vervaardigd en derhalve niet is ondertekend.

               

              Verklaring bij de politie aangifte:

              Verklaring:
              "Ik sta erop om aangifte te doen tegen het CJIB.
              Ik kan geen aangifte doen tegen een rechtspersoon daar die rechtspersoon een juridische constructie is een fictie/ding, dus ik wil aangifte doen tegen de eindverantwoordelijke want dat is een mens. Dat is Albert Hazelhoff.
              Ik kan hierover het volgende verklaren:"
              Ik verwijs hierbij naar de zelfgemaakte aangifte die per artikel is onderbouwd."
              Nadat de aangever de verklaring had doorgelezen, verklaarde hij in te stemmen met de verklaring en ondertekende deze.

              De aangever,

              J.J.M. Pots (Handtekening er naast)

               

              Dan gaat het zo over de akte vd OvJ die het seponeerde ws.

              Het wordt een flink stapeltje met overal hetzelfde thema….,niemand die juridische verantwoordelijkheid wenst te nemen voor de bezigheden waarmee ze zichzelf voorzien in middelen van bestaan‘,….
              Dat zou ik eens mbt. mijn klanten moeten doen,….dan komen er direct geen inkomsten meer binnen.

              Heb haar laten zien dat gdw tijdens verzuim loonbeslag heeft gedaan en dat het ministerie van Justitie ook met vals opgemaakte dwangbevel dus fraude pleegt. Zo erg is het zei ik tegen haar. Toen ze paar keer naar de printer liep zei een collega van haar dat het geen strafbare feiten waren. Daarop had ze geantwoord dat zij dat wel vond en de aangifte gewoon op ging nemen. Grote kans dat het die collega was die mijn aangifte niet wou opnemen. Heb haar later de naam geapt. Voor meerdere aangiften mag ik haar ook benaderen.

              Je hebt alleen iemand nodig die mee wil. Daarbij wist zij niet goed te verwoorden hoe ze het op moest schrijven. Zeg tegen haar dat ze toch gewoon kon verwijzen naar zelf opgestelde aangifte die per artikel uitleg geeft. Daarbij geef je de beoordeler minder ruimte om er mee weg te komen. Das waar zegt ze.

              Quote Mike FB:

              art 6:3 BW

              Een natuurlijke verbintenis bestaat:
              a. wanneer de wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt;
              b. wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt. >> art 140 sr >> Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie.

               

              Bij aantoonbaar & correct onberispelijk administratief procederen is tegenpartij niet meer in de juridische gelegenheid zich te beroepen op art.3:11 BW ‘goede trouw’ En,…

              Een eventueel gemachtigde partij : incasso bureau of gerechtsdeurwaarder heeft juridisch geen uitvlucht meer in art.3:44 lid 5 & art.3:11 BW

               


              Artikel 11
              Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekk...

               

               

               

              https://www.allesoverrechten.nl/artikelen/gemeente-en-overheid/bestuursorganen

              Algemene wet bestuursrecht afd. belastingrecht

              Art.21 RV in achtnemende art.150 RV -graag rechtsbronnen waaruit ‘geen tegenspraak’ blijkt met art.365 SR.

              Termijn aanlevering 14 dg. onder art.227 a&b SR

               

              Heb dit van mijn boekhouder die weigert het op te geven als gift en met deze informatie kwam.
              Dit stuurt ze:

              Nee, om dezelfde reden als hierboven. Het is geen vrijgevigheid. Overigens is niet iedere betaling aan een ANBI ook een gift. Dat is wat je niet juist ziet. Een ANBI kan ook inkomsten hebben uit nevenwerkzaamheden. Neem bv Het Rode Kruis. Die ondersteunen ook evenementen met EHBO, krijgen daarvoor betaald, en dat is ook geen gift.


              Jawel ,…dan staat er een tegenprestatie tegenover waarbij jij accoord gaat met de voorwaarden waaronder deze tegenprestatie uitgevoerd wordt idd. Maar ben je daar met wiksverklaring mee accoord gegaan (?)
              Want ben je daar aantoonbaar niet mee accoord gegaan en dwingt men dan is dat art.365 SR
              Haar stelling verwijst naar verbintenissenrecht anders dan art.6:3 BW (waarom anders dan 6:3 BW,…hoe moreel handelt de staat der nederlanden nog (?)…met vertegenwoordigers die zichzelf van strafvervolging gevrijwaard hebben,……en jouw dwingen daar medeplichtig aan te zijn art.140 lid 4 SR.


              4 morele verplichtingen volgens Kant:
              - Volmaakte plicht t.o.v. jezelf: geen zelfmoord
              - Onvolmaakte plicht t.o.v. jezelf: jezelf ontwikkelen
              - Onvolmaakte plicht t.o.v. anderen: welzijn van andere bevorderen
              - Volmaakte plicht t.o.v. anderen: is een rechtsplicht, wie zich daar niet aan houdt, kan daar rechtens
              toe gedwongen worden. (valse beloften, tegelijkertijd jezelf verplichten en jezelf daarvan ontslaan is
              een tegenspraak dus: geen natuurwet, geen categorisch imperatief)
              Autonomie van de wil is een voorwaarde voor het categorisch imperatief. Wil mag niet gestuurd
              worden, wil is autonoom wanneer deze zich enkel laat leiden door het categorisch imperatief)
              Bestaat de categorisch imperatief?: Faktum der vernunft: onloochenbare bewustzijn van de morele
              wet die mij gebiedt enkel te handelen op basis van maximes die universaliseerbaar zijn. Kant gebruikt
              hier de vrijheid om de werkelijkheid van de CI aan te tonen, echter heb je zonder CI ook geen vrijheid
              (anders zou men nooit ten nadele van zichzelf handelen) dit leidt dus tot een cirkelredenatie.

               

              Veiligste wijze van administratief procederen is:….

              Geen beweringen doen maar vragen stellen conform art.21 RV

              Waarom: omdat beweringen/stellingen de tegenpartij de mogelijkheden geeft,….de bewijslast die bij de claimer ligt,….om te draaien naar jou als stellingnemer.

              Art.150 RV en legal maxim nr 4


              https://wetboekplus.nl/burgerlijke-rechtsvordering-boek-eerste-artikel-21volledig-en-naar-waarheid/

               

              https://wetboekplus.nl/burgerlijke-rechtsvordering-boek-eerste-artikel-150-bewijslast/

               


              https://www.writinglaw.com/important-legal-maxims-and-phrases/

               

              Eerste termijn tot beantwoording/aanlevering gevraagde stukken: 14 dagen.


              Na overschrijding termijn onder art.227 a&b SR gesteldt:

              Tweede termijn: 7 dagen.
              - in gebreke stellen art.6:82 BW
              - aankondigen verzuim art.6:61 & 6:62 BW

               

              Brieven altijd eindigen met vernietiging rechtshandelen bij overschrijding termijn art.3:44, 3:49, 3:50 BW
              ————————
              Standaard Toevoegingen brieven art.21 RV (aangetekend onder art.13 GW)


              Toevoeging onder de vragen art.21 RV.
              -indien reactie door een ander dan aangeschrevene, machtiging aangeschrevene toevoegen conform art.156 RV in kleurenkopie.

               

              Aankondigen verzuim art.6:61 & 6:62 BW:

              Artikel 61
              1 Verzuim van de schuldeiser maakt een einde aan verzuim van de schuldenaar.
              2 Zolang de schuldeiser in verzuim is, kan de schuldenaar niet in verzuim geraken.

              Artikel 62
              Gedurende het verzuim van de schuldeiser is deze niet bevoegd maatregelen tot executie te nemen.


              Als P.S. onderaan je brief:
              U claimt, aan u ‘de bewijslast’. Deze juridische verklaring /mededeling, met vragen conform art.21 RV ‘sluit uit’ aangemerkt te worden als bezwaar/verzetschrift en geeft uitdrukkelijk ‘geen toestemming’ als zodanig behandeld te worden en/of doorgestuurd te worden naar een rechtbank (jurisdictie bestuursrecht).
              Dit schrijven is reactie op uw claim conform art.150 RV aan u de bewijslast aan te leveren binnen gestelde termijn conform art.227 a&b SR
              Wetboek+
              Artikel 21
              Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd...

               

              Handhaaf uw recht
              Wanneer iemand een claim op jouw vrijheid legt, leg jij een rechtsvordering op de hoofdelijk verantwoordelijke persoon neer (leidinggevende of hoofdelijk bestuur).
              Met daarboven op een tegen claim voor alle schade die uit zijn/haar rechtshandelingen voortvloeit.

              Voor de rechtsvordering beroep je je op Artikel 21 Rechtsvordering op straffe van artikel 227a & 227b strafrecht.
              Voor originele besluiten en mandaten beroep jij je op artikel 156 Rechtsvordering.

               

              Moet een brief juist ondertekent zijn.

              Reeds in 2005 is een verkorte versie van dit onderzoek verschenen in het Nederlands Juristenblad (NJB) onder naam ‘De Stevens–Schipper-Methode‘. NJB nr. 24, 17 juni 2005, p.1240-1242. Onderstaande jurisprudentie is van cruciaal belang bij de beoordeling van rechterlijke beslissingen of sprake is van valsheid in geschrifte en/of valselijk opmaken.

              ◆ „Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrifte gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geld- boete van de vijfde categorie.” Art. 225, eerste lid Sr.

              ◆ „Voorop gesteld moet worden dat valselijk opmaken in de zin van Art. 225, eerste lid Sr ook omvat het plaatsen van de handtekening of naam van een derde onder een overigens waarheidsgetrouw opgemaakt geschrift, aangezien daardoor een onjuist beeld ontstaat omtrent de identiteit van de auteur die dat geschrift heeft opgesteld en dus omtrent de herkomst daarvan.” HR nr. 111.872, 14 december 1999.

              ◆ „Een geschrift is vals opgemaakt, indien het de onjuiste voor- stelling wekt afkomstig te zijn van iemand, wiens onderteke- ning het draagt.” HR 15 juni 1931,NJ 1932, 1342.

              ◆ „Wie onder een geschrift de handtekening van een ander stelt- zij het in opdracht en met goedvinden van dezen - maakt het vals op.” HR 14 april 1913, NJ 1913, 923. De communicatie tussen burgers en bedrijven en de overheid verloopt steeds meer via de digitale weg. Bij digitaal communiceren past ook het elektronisch ondertekenen van documenten. Met een handreiking geeft de VNG gemeenten handvatten voor het gebruik van de elektronische handtekening. >>

               

              Source:

               

              Verrekening

               

              Even deze belangrijke bewustwording betreffende art.6:127 BW

               

              Let op bij gebruik van dit artikel ….GEEF JE ,…formele rechtskracht aan de vordering vd tegenpartij ….wees je daarvan bewust!

               

              In het kader van de goede procesorde verzoek ik (Voornaam) u uitdrukkelijk louter schriftelijk te communiceren waarbij de schriftelijke communicatie is voorzien van naam, functie en natte handtekening, daar er anders sprake is van bedrog en valsheid in geschrifte.

              Aldus verklaard.
              In representatieve capaciteit Sui-Juris getekend;

              Issued under UCC I-308 without prejudice, with reservation Art. 6 EVRM jo. Art. 30 UVRM
              Voornaam(en) geboren uit de families moeders Achternaam en vaders Achternaam

               

              Juridische Kennisgeving

              Dit is géén klacht en geen bezwaar of verzoek.
              Instrumentkenmerk: Jaar-maand-dag/Jouw eigen code

              Heden, op dag-maand-jaar, is deze kennisgeving door ondergetekende gericht aan de voorzitter van de Kiesraad Wim Kuijken en is tevens ter kennisgeving een kopie aan de burgemeester van naam Gemeente verstuurd.

              Indien geen deugdelijke rechtsgeldige, volledig juist gejuridiseerde en rechtmatige weerlegging van deze kennisgeving door de persoonlijk geadresseerden binnen 6 weken na dagtekening is ingebracht op het hieronder vermeld adres, dan zal het gestelde in deze kennisgeving onherroepelijk bekrachtigd zijn.

              Aan: Dhr. W. Kuijken (Wim)
              Voorzitter van de Kiesraad Postbus 20011 2500 EA Den Haag


              Juridische kennisgeving in rechte, tegen uw ongebreidelde besluiten en aannames, handelend in strijd met wet en recht;

              Hierbij stel ik/stellen wij u in kennis dat ik mij/wij ons door de politiek van Nederland niet meer vertegenwoordigd voelen. Ik laat mij/wij laten ons dan ook niet vertegenwoordigingen en dus geef ik/geven wij geen machtiging tot vertegenwoordiging. Het vertrouwen in de Nederlandse overheid, regering en parlement is ernstig geschonden en dat vertrouwen kan niet gegeven worden als dit misbruikt wordt.

              Betreft stempas nummer ………………………...
              stempas nummer ………………………….
              etc.


              Ter inleiding van deze Juridische Kennisgeving:
              Dit zijn de redenen dat ik mijn/wij onze stem voor mijzelf/ons zelf houden:

              Ik ben mij/Wij zijn ons er zeer bewust van dat het organiseren van allerlei grootschalige samenwerkingsverbanden, zoals huisvesting, voeding, energie, welvaartsvergroting, onderwijs, infrastructuur, zorg voor behoeftigen op allerlei vlak, etc. belangrijk zijn om na te streven. Ik ben mij/Wij zijn ons er tevens zeer bewust van dat dit niet in horigheid mag plaatsvinden: géén slavernij.
              Overwegende dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld, verwijs/verwijzen ik/wij naar:

              Artikel 3 UVRM:
              Eenieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.
              Artikel 4 UVRM:
              Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden.
              Artikel 94 GW:
              Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

              Art 93 SR: De aanslag ondernomen met het oogmerk om het Rijk geheel of gedeeltelijk onder vreemde heerschappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
              Nederland is feitelijk onder vreemde heerschappij geplaatst (EU, WEF, WHO)!

              § 1.0 Ieder mens wordt vrij en soeverein geboren; zijn autonomiebeginselen, gelijkheidsbeginselen en zelfbeschikkingsrecht zijn volledig intact.
              Onder het mom van democratie mag je vertegenwoordigers kiezen. Door daarin mee te gaan geef je de regering jouw mandaat en daarmee de macht om uit jouw naam van alles voor de gemeenschap te doen. Op zich is daar niets mis mee, totdat er sprake is van diefstal van jouw geld en eigendommen, onderdrukking, geweld, inbreuk op jouw rechten en huisuitzetting van jou en jouw medemens, zelfs van oorlogvoering en doding van medemensen, schendingen van mensenrechten en burgerrechten. Ook onze soevereiniteit is overgedragen terwijl daar democratisch middels een referendum tegengestemd is. Dit is een strafbaar feit als bedoeld in Art. 93 SR, dat in samenhang in voorgaande punten zwaarwegende misdrijven zijn.

              § 1.1 Inmiddels heb ik/hebben wij een punt in mijn/ons leven bereikt, waarin deze zaken mij/ons voldoende inzichtelijk geworden zijn en ik mijzelf/wij ons in rechte teweer willen stellen tegen deze onderdrukking en horigheid.
              Een onderdrukking die middels de uitrol van 5G en een vrijwel onontkoombare digitalisering uitmondt in 365 dagen per jaar/24 uur per dag surveillance van ieder mens dat zich binnen de grenzen van het Nederlands grondgebied bevindt. De mensheid dreigt zelfs volledig naar lichaam en geest te worden her-geprogrammeerd door middel van ‘BioDigitalConvergence’. Dit laatste zal de vrije-wil en het zelfbeschikkingsrecht dat ik/wij van nature hebben, op elektronische wijze ongedaan maken door een macht buiten mijn/onze vrije wil of keuze om. Dit alles is dwang en strafbaar: Art. 365 SR, Art. 284 SR, Art. 285b SR, Art. 273f SR. Tot zover.<<
              Art. 140 SR lid 1-4: Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

              Tot op heden worden er bestuurlijke besluiten genomen die in toenemende mate onze rechten in de wet schenden in onbehoorlijk bestuur en schendingen van de fair play beginselen. Deze besluiten zijn in strijd met de ambtseed en de ambtsbelofte, en zijn in de discretionaire bevoegdheid niet mogelijk. Door deze onrechtmatige daden worden mijn/onze autonomie, gelijkheidsbeginsels en zelfbeschikkingsrecht steeds meer ingeperkt en onze grondrechten geschonden.

              Ook voor u geldt: Art. 162 SV lid 1-7: Openbare colleges en ambtenaren die in de uitoefening van hun bediening kennis krijgen van een misdrijf met de opsporing waarvan zij niet zijn belast, zijn verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen, met afgifte van de tot de zaak betrekkelijke stukken, aan de officier van justitie of aan een van zijn hulpofficieren.

              Dit noodzaakt ons tot het schrijven van deze Juridische Kennisgeving tegen al die besluiten die:
              • in het verleden ten nadele van mijn/ons leven en onze vrijheid genomen zijn,
              • in het heden ten nadele van mijn/ons ons leven en onze vrijheid genomen worden,
              • in de toekomst ten nadele van mijn/ons leven en onze vrijheid genomen zullen worden.

              Voor mij/ons is het ontoelaatbaar dat:

              1. mensen bij de ‘democratisch verkozen volksvertegenwoordigers’ niet meer aan kunnen geven of zij het wel of niet eens zijn met de handelingen die ‘hun’ vertegenwoordigers vervolgens gaan verrichten. De realiteit is namelijk dat verkiezingsbeloften nauwelijks worden nagekomen, terwijl de machtiging (de stem) juist op deze beloften gebaseerd was.
              2. er niets gedaan wordt tegen de instandhouding van het schuldslavernij-systeem (creatie van geld uit niets en daar rente over vragen door private banken) waarin het Nederlandse volk door misleiding, list en bedrog al generaties lang wordt afgeroomd van hun toegevoegde waarde.
              3. politici die ‘Kamerbreed’ in belofte van ambtseed met hun beleid rechtsongelijkheid bevorderen en in hun beleidsregels niet-levende rechtspersonen meer rechten toekennen dan levende mensen. Levende mensen zien hun mensenrechten grof geschonden worden door de uitvoering van ongeoorloofde beleidsregels.
              4. vanaf 17 maart 2020 er vastgesteld is dat de door de ‘ANBI’ geïnde publieke gelden in toenemende mate worden aangewend om valse voorwendselen van overheidswege te financieren die vanaf 27 januari 2020 de fundamentele rechten en vrijheden van mij/onze, mijn/onze geliefden en mijn/onze landgenoten schenden en steeds verder inperken. Het is mij/ons wettelijk niet toegestaan dit te dulden. Tevens kan de algemene Rekenkamer 70% van de uitgaven van het geïnde geld niet op de juiste manier verantwoorden.
              5. ouderen, volwassenen en kinderen als proefdieren worden gebruikt om een nieuw “vaccin” (gentherapie) op uit te proberen. Dit overschrijdt alle verdragen die juist zijn opgesteld om mensen hiertegen te beschermen. Nota bene dr. Ernst Kuipers - thans minister van ‘Volksgezondheid’- zegt zelf in een interview met ‘NU’ op 19 april 2021 dat het vaccineren een ongecontroleerd experiment is.
              Daarbij worden alle signalen van de niet door ‘de staat’ aangewezen wetenschappers en artsen die dit experimenteren bekritiseren van tafel geveegd en worden zij door verantwoordelijke functionarissen binnen deze overheid beledigd, geïntimideerd en zelfs bedreigd met het ontnemen van hun academische titel zodra zij kritische vragen stellen om de waarheid omtrent ‘Corona’ aan het licht te kunnen brengen. Getrouwheid en het nastreven van de waarheid wordt opeens gedefinieerd als ‘terrorisme’. Deze ontmanteling van recht en orde wordt door vrijwel alle medewerkers van ‘onze Overheid’ en ‘overheden’ op alle niveaus uitgevoerd in strijd met grondwet en rechtstaat en internationaal recht.

              Dat de overheid het oogmerk van een misdaadorganisatie draagt blijkt ook weer eens in het besluit van de plenaire vergadering van dinsdag 10 november 2015 tot opheffing strafrechtelijke immuniteiten in verband met het Voorstel van wet van de leden Recourt, Oskam en Segers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met het opheffen van de strafrechtelijke immuniteiten van publiekrechtelijke rechtspersonen en hun leidinggevers (kamerstuk 30538).

              UVRM Art. 20 lid 2: Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.

              UVRM Art. 30: Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, ten doel hebben.

              Dit maakt het voor mij/ons moreel verwerpelijk als wel strafbaar, conform Art. 140 SR, en daarmee onmogelijk om u en uw organisatie middels mijn/onze stem in machtiging tot vertegenwoordiging te steunen. Met deze Juridische Kennisgeving maak ik/maken wij aantoonbaar dat ik/wij niet aan u, noch aan uw publieke vereniging of bedrijf, een machtiging in recht van spreken en handelen te hebben gegeven om voor ons besluiten te mogen nemen welke de rechten van andere schenden. Ik stel/wij stellen middels deze juridische verklaring mij/ons aldus veilig tegen uw ‘vrijheid van mening in aanname’ op art 3:35 BW en art 3:61 BW. Dit verplicht mij/ons te reageren om volstrekte duidelijkheid te verstrekken dat ik/wij niet in rechtssubject burger aansprakelijk wil/willen zijn voor de “bewuste/onbewuste fouten” die zij maken, zie Art 6:172 BW.

              Dat is mijn/ons besluit en niemand anders kán noch zál hierover zeggenschap hebben, niemand anders dan ik heeft jurisdictie over mijn persoon.

              Ik verklaar/Wij verklaren bij deze voor mijn/ons rechtssubject als natuurlijk persoon en als mens geen enkele machtiging of toestemming op welke manier ook af te geven tot vertegenwoordiging noch voor bestuur. Gezien het feit dat mijn/onze levenstijd ontoereikend is om afdoende kennis te nemen van alle besluiten die de overheid, vereniging, stichting of bedrijf neemt, voornemens is te nemen of reeds heeft genomen, kan redelijkerwijs ook niet van mij/ons gevergd worden om al die besluiten in volledigheid te kunnen lezen, volgen, bijhouden, begrijpen en verstaan om op weloverwogen wijze ‘tijdig’ verzet of bezwaar op al die besluiten te kunnen maken. Deze onmogelijkheid heeft bovendien als bijkomend nadeel dat van niet tijdig reageren formele rechtskracht uit kan gaan. Bij deze vernietig ik dan ook op voorhand elk besluit dat inbreuk maakt op mijn fundamentele privaatrechtelijk rechten, en die welke publiekrechtelijk van rechtswege nietig zijn.
              Deze juridische verklaring is niet alleen van toepassing op alle besluiten die de overheid, vereniging, stichting of bedrijf neemt en/of voornemens is te nemen, zij is eveneens van toepassing op alle besluiten die in het verleden zijn genomen. Besluiten waarop ik/wij destijds bezwaar hadden moeten maken, maar door onwetendheid niet gedaan heb/hebben en waardoor mijn/ons belang tot op de dag van vandaag wordt geschaad, vernietig ik/vernietigen wij bij deze op de grondslag van Art. 6:228 BW en Art. 3:44 BW in Art 3:49, 3:50 en 3.
              53 BW op al deze besluiten, die direct of indirect inbreuk maken op mijn/ons recht.

              Weten is nu geweten:

              1. Onder voorbehoud van de gelijkheidsbeginsels heb ik/hebben wij de hoogste macht en gezag in het bepalen van mijn/onze wil, in mijn zelfbeschikkingsrecht en in mijn/onze autonomiebeginselen.
              2. Ik heb/wij hebben de hoogste bevoegdheid om vanuit mijn/onze rechten in privaatrecht te handelen en daarmee machtiging tot vertegenwoordiging te kiezen als ik/wij dat wil/willen.
              3. Ik ben/wij zijn de gewettigde eigenaar/gebruiker van mijn/ons eigen persoon, zijnde het rechtssubject natuurlijk persoon op familienaam.
              4. Het is aan mij/ons en aan niemand anders om mijzelf/onszelf te besturen of besluiten te nemen die mij/ons welbevinden. Dit civiel recht is ondergeschikt aan mijn/ons hoger recht als mens in mijn/onze mensenrechten art. 3:7 BW art. 3:8 BW
              5. Ik geef/wij geven onder geen beding enig mandaat/bevoegdheid/machtiging af aan een publiekrechtelijk lichaam/een persoon c.q. rechtspersoon/een organisatie/een politieke vereniging/een stichting/een ANBI uit het publieke en of privaat domein. Ook geef ik/geven wij onder geen beding enig mandaat/bevoegdheid/machtiging af om met mijn/onze persoonsgegevens te handelen (wet AVG). Mijn/ons mandaat/bevoegdheid/machtiging is pas van kracht indien deze in vrije wil en uitdrukkelijk schriftelijk door mij/ons ondertekend is verstrekt. Dit geldt voor mijn/ons publiekrecht en mijn/ons privaatrecht.
              6. Ik verleen/wij verlenen aan niets en niemand het recht om mij/ons vanuit een algemene bestuurlijke regelgeving van clubs of verenigingen c.q. bedrijven verplichtingen op te laten leggen, die mijn/ons publiek- en privaatrechtelijke rechten schenden en inbreuk op mijn/onze persoonlijke levenssfeer maken.
              7. Ik verleen/wij verlenen aan niets en niemand het recht om via de ‘natuurlijke persoon’ mij/ons te dwingen tot het aangaan van overeenkomsten, dienstverlening aan te gaan en tot betalingen buiten mijn/onze wil.
              8. Ik heb/wij hebben hiermee als mens het volledige en uitsluitende gezag over mijzelf/onszelf en mijn/onze persoon teruggenomen en heb/hebben daarmee het hoogste en enige gezag over mijzelf/onszelf en mijn/onze bevoegdheid om dit gezag onverhinderd uit te kunnen oefenen.

              Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

              Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.
              Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.

              NB: Wanneer u wenst te reageren op dit schrijven wordt per direct een rechtsvordering via Art. 21 RV van toepassing, wat inhoudt dat u naar waarheid de hier volgende informatie bij uw reactie moet aanleveren:
              1. Een gewaarmerkt en waarheidsgetrouw afschrift in kleur van de originele en correct ondertekende machtiging of machtigingen van bevoegdheid, waaruit ondubbelzinnig en onomstotelijk blijkt dat u, uw personeel of andere personen in opdracht van uw organisatiebestuur inbreuken mogen maken op mijn/ons recht.
              2. Wanneer er volgens uw mening, op welke denkbare manier ook, een privaatrechtelijk afdwingbare verbintenis bestaat, eis(en) ik/wij de akte met naam en handtekening (conform Art. 3:33 BW) waaruit dit blijkt, en ook hoe en wanneer deze verbintenis tot stand is gekomen. Ik/wij ben/zijn, mocht zo’n verbintenis blijken te bestaan, deze verbintenis in geen geval bewust aangegaan. Natuurlijke verbintenissen zijn in rechten niet afdwingbaar.

               

               

              Besluit tot verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging tot inning van administratieve sancties van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) door de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) aan de aan hem ressorterende functionarissen.

              De rechtsgeldige ondertekening

              30 juni 2019 De nietigheid van gerechtsdeurwaardersexploten

              Verkort art. Stevens Schipper methode 22 april 2005

              Nieuwe richtlijnen en procedures voor het opmaken en afgeven van vonnissen, arresten en beschikkingen

              Kosten civiele procedure

              Source:

               

              kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam

              Uitspraak:

              Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Het overnemen van een vordering door de gerechtsdeurwaarder van een ander (gefailleerd) kantoor ontslaat hem niet van de verplichting de vordering (in het bijzonder de executiekosten) desgevraagd te specificeren, althans daar een poging toe te doen. Dit gaat des te meer een rol spelen als de executiekosten disproportioneel ogen ten opzichte van de hoofdsom én klager bij herhaling hierom verzoekt.

               

              Source:

               

              Betreft: * Juridische verklaring (dit is geen bezwaar), Art. 6:82 BW (ingebrekestelling), Art. 3:44, Art. 3:49, Art. 3:50 en Art. 3:53 BW (nietigverklaring) en Art. 6:61, 62 en 63 BW (schuldeisersverzuim), Art. 6:127.1 en 2 BW (Verrekening)

              Van alle soorten vermeende boetes, offertes/facturen/rekeningen, dwangbevelen, rechterlijke uitspraken van rechtbanken en het OM, ministeries, beschikkingen (Het originele besluit tot een zakelijk voorstel),… enz., van verleden heden en toekomst*

               

              Hallo .......

              Culpa est immiscere se rei ad se non pertinenti

               

              Conform Art. 21 RV (naar waarheid te beantwoorden Exodus 23:2-3) en attenderend op Art. 150 RV (bewijslast aan claimer) en strafvordering Art. 227a en 227b, Art. 51 Sr. naar waarheid de volgende documenten/gegevens/stukken aan te leveren en beantwoording van vragen. Art. 2.1 BW en Art. 134 GW

               

              Is er een verbintenis anders dan Art.6:3 BW.

              Zo ja, graag:

              1. Is er een verbintenis van wat voor denkbare aard met u of met uw opdrachtgever, waarop deze vermeende vordering rust anders dan Artikel 6:3 BW? Wanneer er volgens uw mening, op welke denkbare manier ook, een privaatrechtelijk afdwingbare verbintenis bestaat, eis ik de akte van het originele besluit tot een zakelijk voorstel (de beschikking) met naam en natte handtekening van de daartoe bevoegde medewerker in zaken Art. 3:33 BW, waaruit dit blijkt, en ook hoe en wanneer deze verbintenis tot stand is gekomen. Ik ben, mocht zo’n verbintenis blijken te bestaan, deze verbintenis in geen geval bewust aangegaan. Natuurlijke verbintenissen zijn in rechte niet afdwingbaar.
              2. De originele beschikking, de rechtsgeldige machtiging, dient eveneens ondertekend te zijn door de daartoe bevoegde ambtenaar, (van de opdrachtgever), conform Art.156 Burgerlijke rechtsvordering (Rv)* in kleurenkopie aan te leveren (in geval digitale handtekening conform Art. 3:15 a BW).
              1. Documenten die onomstotelijk en ondubbelzinnig aantonen dat diegene die het besluit tot het opleggen van de beschikking heeft genomen ook daartoe bevoegd is. De machtiging Art. 3:61 BW daartoe dient dan ook voorzien te zijn van naam, functie en natte handtekening.
              2. Documenten die onomstotelijk en ondubbelzinnig de verbintenis aantonen tussen de privaatrechtelijk “natuurlijk” persoon (M.R.G.P. DE GIER), en u, als wel de organisatie waar u werkzaam voor bent. Hierbij vordert Ondergeschrevene de originele notariële akte (de minuut) op, wat de anonieme schuldeiser, genaamd ambtenaar heeft opgemaakt met vermeende rekeningen, facturen volgens Art. 3:296 BW. (vordering tot nakoming) met naam, functie, dienstnummer en natte handtekening van deze anonieme schuldeiser, genaamd ambtenaar. U attenderende op Art. 3:71 BW, zoals beschreven ‘terstond’ alstublieft! U tevens attenderend op bevestiging in Art. 6:37 BW ‘wie’ is schuldeiser/heeft juridische verantwoordelijkheid genomen? Nb. Niet ‘wat’= Rechtspersoon, maar ‘wie’= ID, onder de Paspoortwet en de wet op de identificatieplicht.*  U attenderende op Art. 3:71 BW, zoals beschreven ‘terstond’ alstublieft! U tevens attenderend op bevestiging in Art. 6:37 BW ‘wie’ is schuldeiser/heeft juridische verantwoordelijkheid genomen? Nb. Niet ‘wat’= Rechtspersoon, maar ‘wie’= ID, onder de Paspoortwet en de wet op de identificatieplicht.*
              3. Indien reactie van ander dan aangeschrevene geschiedt (?), ‘uw’ machtiging Art. 3:61 BW conform Art. 156 RV toe te voegen in kleurenkopie zodat geen juridische misverstanden volgen. Art. 6:228 BW
              4. Documenten die onomstotelijk en ondubbelzinnig aantonen dat diegene een mandaat (in publiekrecht) of volmacht (in privaat recht) heeft: afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (mandaat vanaf 2021, dan moet er een openbare inzage zijn in de (rechts-) positie, de volmacht en het mandaat waaruit zij handelen om de bevoegdheden en de rechtshandelingen vast te stellen.)
              5. Waar is het bewijs van de Akte van Cessie onder Art. 3:94 BW

               

              Brief 1:

              • Aanleveringstermijn onder Art. 227 a&b SR van twee weken vanaf dagtekening.
              • Vervolgstappen zijn: Art.6:82 BW (ingebrekestelling), Art. 3:44 BW, 3:49 BW, 3:50 BW en 3:53 BW (nietigverklaring) en Art. 6:62 BW (schuldeisersverzuim), Art. 6:127.1 BW (Verrekening)

               

              Brief 2:

              • De termijn aanlevering /tot verzuim Art. 6:61, 6:62 & 6:63 BW 7 dagen vanaf dagtekening.
              • Bij termijn overschrijding is uw vordering vernietigd Art.3:44, 3:49, 3:50, 3:53 BW
              • En bent u in schuldeisersverzuim Art. 6:62 BW, en wordt er naar u een verrekening gestuurd Art. 6:127.1 BW

               

              * Een ieder die zich op de aarde bevindt dient zich te houden aan de Wetten van YHWH = יְהֹוָה : Isaiah 33:22, James 4:12, Isaiah 43:15 de enige soeverein: Jude 1:4b, 1 Timothy 6:15 Nederland is een onderdeel van deze aarde: Exodus 19:5 Het begin van het rechtssysteem: Exodus 18:13-26

               

               

              https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechters/Paginas/Kantonrechter.aspx

               

               

              Hoist Finance AB: kopen schulden op

              Hoist Finance AB
              Algemene banken.
              KVK-nummer: 68342616
              Buitenlandse Rechtsvorm
              Hoofdvestiging
              Vestigingsnummer: 000036793213
              Amstelveenseweg 760, 1081 JK Amsterdam
              Handelsnaam:Hoist Finance AB


              Hoist Finance AB
              KVK-nummer: 68342616
              Buitenlandse Rechtsvorm
              Box 7848 103 99 Stockholm, Zweden
              Naam:Hoist Finance AB


              ingeschreven sinds 2017

              info@hoistfinance.nl


              https://nkoo.nl/annotaties/bevoegdheid-bij-wob-besluiten-en-het-feitelijk-berusten-van-informatie/

               

              Klacht deurwaarders: